Tijdlijn: geschiedenis AWVN

1919
Oprichting AW-V

Op 20 juni vindt op initiatief van drie Zaanse industriëlen (E. Honig, H.P. Dekker en W.A. Bloemendaal) de oprichting plaats van de Zaanse Werkgevers Vereniging. Deze moet tegenwicht geven aan de groeiende macht van de vakbonden in de regio. Veertien fabrikanten uit heel verschillende nijverheidssectoren sluiten zich aan bij de Zaanse Werkgevers Vereniging. Ondernemer J.W. Dekker neemt het voorzitterschap op zich. Voor de functie van secretaris plaatst de vereniging in de oprichtingsperiode een advertentie. Daarop solliciteert mr. dr. J.J.M. Noback, een Haarlemse leraar Staatsinrichting en Staatshuishoudkunde, met succes. Noback bleef tot aan z’n overlijden, eind 1935, als secretaris aan de werkgeversvereniging verbonden. Omdat de werkgeversvereniging haar activiteiten niet wil beperken tot de Zaanstreek, verandert in oktober 1919 –  vier maanden na de oprichting, dus – de naam: Zaanse wordt Algemene.

Op de foto bovenin Het bestuur van AW-V en de secretarissen in 1924, als de Duitse filosoof dr. Oswald Spengler (uiterst links in het voertuig) op bezoek is. De AW-V’ers van links naar rechts: J.W. Dekker, ir. B. Bölger, W.F. Bloemendaal, mr. F.H.A. de Graaff (tweede secretaris), J.A. Dekker en mr. dr. J.J.M. Noback (eerste secretaris).

 

Geheugen van de polder | Oprichting AWVN als ZW-V (pdf)
1919
Sociaaleconomische context

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verscheen Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. De eerste hoofdstukken hiervan zijn gewijd aan de sociaaleconomische situatie in de jaren voorafgaand aan de oprichting van AWVN.

‘De man een werktuig’ | De sociale kwestie
1884 ‘Arme kleinen’ wettelijk beschermd | Kinderwet van Van Houten
1887 Ontluisterende inkijkjes in het fabriekswezen | Parlementaire arbeidsenquête
1906 Bonden bundelen de krachten | Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen
1918 Arbeiders, werkgevers en personen van studie | Hoge Raad van Arbeid, voorloper van de SER
1919 Verenigd rond de factor arbeid | Oprichting AWVN als ZW-V

1920
Lonen en arbeidsvoorwaarden
AW-V besluit zich te concentreren op datgene wat alle leden bindt: lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Een jaar na oprichting telt de Algemene Werkgevers Vereniging 71 leden. De werkgeversvereniging wilde zich in eerste instantie ook richten op het behartigen van de commerciële belangen van de leden en het beïnvloeden van het overheidsbeleid op het gebied van handel en industrie. Daarvoor blijkt echter de heterogeniteit van de achterban te groot, de belangen lopen te veel uiteen. Daarom beperkt AW-V zich tot datgene wat alle leden bindt: de factor arbeid. Leden wordt op het hart gedrukt over de lonen en andere arbeidsvoorwaarden zelf geen onderhandelingen te voeren met de bonden. Dit doet AW-V – dat wil zeggen de leden van het Dagelijks Bestuur. Uitgangspunt met betrekking tot de loonvorming is dat dit niet wordt bepaald ‘door de wet van vraag en aanbod voor elke onderneming afzonderlijk’. AW-V streeft naar ‘algemeen loonbeleid voor een streek’.
De contributie bedraagt 100 gulden, en daar bovenop heft AW-V een bijdrage van 1% van de loonsom.

Om de snel uitdijende hoeveelheid werkzaamheden het hoofd te kunnen bieden, is een tweede secretaris bij AW-V in dienst getreden: mr. F.H.A. de Graaff. Er komt dat jaar zelfs nog een derde secretaris. Ook groeit de kantoororganisatie – sinds de allereerste dag het koninkrijk van mejuffrouw Duyf. Zij krijgt drie assistentes.

1920
Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden
AW-V neemt het voortouw bij de oprichting.

Het Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden wordt in het leven geroepen op advies van ondernemersorganisatie VNW (Vereniging van Nederlandse Werkgevers; opgericht in 1899, vanaf 1926 Verbond van Nederlandse Werkgevers – één van de voorlopers van het huidige VNO-NCW). AW-V-secretaris Noback neemt de taak als secretaris van het Centraal Overleg op zich.
Het Centraal Overleg verzamelt gegevens over arbeidsvoorwaarden en brengt door middel van discussie met collega-werkgeversbonden (zoals de Metaalbond, de Houtbond en de Scheepvaart Vereniging Noord) eenheid in het werkgeversstandpunt op sociaal gebied. Het VNW treedt met die standpunten naar buiten en maakt problemen waar ondernemers mee te kampen hebben aanhangig bij overheid en publiek.
Later, in 1945, zal het Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden fuseren met de sociale afdeling van het VNW tot het Centraal Sociaal Werkgevers Verbond (CSWV; uit de fusie van VNW en CSWV ontstaat in 1968 uiteindelijk VNO, Verbond van Nederlandse Ondernemingen).

1921
Eigen kantoorpand AW-V
Aan de Schotersingel in Haarlem.
Het kantoorpand van AW-V. Foto: archief AWVN

Het bureau van AW-V was in eerste instantie gevestigd aan de Kenaustraat in Haarlem, waar de werkgeversvereniging twee sober ingerichte kamers huurde. Toen in het gezin waarvan AW-V de kamers huurde (en dat zelf ook in het pand woonde) een besmettelijke ziekte uitbrak, verhuisde het kantoor – tijdelijk – naar het privéadres van secretaris Noback. Niet veel later besloot AW-V een pand aan de Schotersingel in de Haarlemse binnenstad te kopen, huisnummer 9.
Jaren later kocht AW-V jaren ook het belendende pand (nummer 11), en, in een nog later stadium, nummer 13.

1924
Acties tegen AW-V

Langdurige stakingen treffen eerst NV Koninklijke Pellerij Mercurius v/h Gebroeders Laan en enkele weken later Firma Jan Dekker – bedrijven van AW-V-bestuurders. Inzet is verhoging van het minimumloon met twee gulden per week. Het pas opgerichte Instituut van het College van Rijksmiddelaars doet vergeefs pogingen het conflict te beëindigen. Pas eind februari 1925 keert de rust in de bedrijven van de AW-V-bestuurders terug, overigens zonder dat de looneisen van de stakers zijn ingewilligd.

Twee jaar later, in 1926, richt AW-V regionale steunfondsen op. Bedrijven storten geld in deze potjes die het collega-ondernemers die door een staking getroffen worden, mogelijk moet maken hun verzet vol te houden.

Beeld boven Poster van de Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders (NVvFA); deze bond was in menig conflict de tegenstrever van de AW-V. Beeld IISG

1927
Wet op de cao van kracht

De wet verplicht werkgevers om, als er sprake is van een cao, de overeenkomst op alle werknemers toe te passen, dus zowel georganiseerde als ongeorganiseerde. Collectieve arbeidsovereenkomsten zijn dan voornamelijk nog contracten op ondernemingsniveau, bedrijfstakcao’s zijn zeldzaam. AW-V heeft in de eerste decennia van haar bestaan niets op met cao’s; ze richt zich – in een tijd waarin wat betreft de totstandkoming van de lonen en andere arbeidsvoorwaarden volledige vrijheid heerst – op het afsluiten van mondelinge, stilzwijgende overeenkomsten tot wederopzegging. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat in 1927 slechts een enkel AW-V-lid een cao heeft (ter vergelijking: Nederland telde in 1923 reeds 876 cao’s!). AW-V beschouwt de cao als ‘een jaarlijks abonnement op moeilijkheden’. Bonden zouden bij de vernieuwing ervan steeds nieuwe en hogere eisen stellen, is de vrees, het zou onmogelijk zijn om verworvenheden terug te draaien in tijden van laagconjunctuur. Bovendien grijpen bonden de cao aan om medezeggenschap te verwezenlijken, meent AW-V. Die propageert als alternatief de bedrijfskern: een vrijwillig door de werkgever ingestelde uit werknemers bestaande raad, zonder bevoegdheden op het gebied van de medezeggenschap.

De eerste landelijke cao (grafische sector, 1914) | Pagina op deze site
1929
Beurskrach
1929
Beurskrach
Gebeurtenissen in VS overschaduwen tweede lustrum AW-V.

Onderzoeker B.F. van Waarden (Rijksuniversiteit Leiden) publiceerde in 1987 in Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken een artikel dat een goed beeld geeft van de eerste tien jaar van de werkgeversvereniging. Downloaden.

AW-V viert haar tienjarig bestaan. Ondanks de onvermijdelijke conflicten met werknemersorganisaties, heeft AW-V de nodige goodwill opgebouwd bij de bonden en andersom is dat ook het geval, constateert eerste secretaris Noback. Er lijkt sprake te zijn van wederzijdse erkenning.

In de loop van het jubileumjaar ontstaan er grote zorgen: in de Verenigde Staten tekent zich een zeer ernstige crisis af. Op 24 oktober 1929 wordt de wereld opgeschrikt door de beurskrach in New York, veroorzaakt door verregaande speculatie en windhandel in de jaren daarvoor. Hier te lande leek het er aanvankelijk op dat de gevolgen ervan aan ons voorbij zouden gaan. Niets bleek minder waar.

Geheugen van de polder | Crisis door speculatie en windhandel (pdf)
1935
Noback overleden
De Graaff opvolger als eerste secretaris van AW-V.

Dekker en NobackEerste secretaris J.J.M. Noback (op de foto hiernaast rechts; naast hem voorzitter Dekker) overlijdt vlak na de kerstdagen, tijdens een verblijf in Zwitserland.

Tweede secretaris mr. F.H.A. de Graaff schuift een plaatsje in de hiërarchie van AW-V op, en krijgt de dagelijkse leiding over de bureauorganisatie van de werkgeversvereniging.

Inmiddels voeren, zoals sinds de oprichting gebruikelijk was, niet langer de bestuursleden van AW-V arbeidsvoorwaardenbesprekingen, maar is dat een taak geworden van de secretarissen.

Archief Haarlem's Dagblad | Teraardebestelling Noback (pdf)
1937
Wet op het algemeen verbindend verklaren van cao's
Binnen AW-V is de afkeer van de cao nu ook op z'n retour.

De Wet op het Algemeen Verbindend en Onverbindend Verklaren van Collectieve Arbeidsovereenkomsten (avv) wordt aangenomen. De minister van Sociale Zaken kan met deze wet in de hand de bepalingen van een cao wettelijke kracht geven door de cao algemeen verbindend voor een bedrijfstak te verklaren. In dat geval is de cao van toepassing op alle werknemers en werkgevers in de gehele bedrijfstak.

Midden jaren dertig is binnen AW-V de afkeer van de cao op z’n retour, maar de werkgeversvereniging heeft er nog geen enkele afgesloten. Het bestuur blijft wijzen op de nadelen, maar neigt langzaam maar zeker naar het standpunt dat de totstandkoming van een cao een zaak is waarover de betrokken partijen dienen te besluiten – en niet AW-V.

Pas begin mei 1940, vlak voor de inval van de Duitsers, bereikt AW-V met de vakbonden in grote lijnen een akkoord over een model-cao. Leden kunnen deze gebruiken als zij zich tegenover de bonden bereid verklaren de arbeidsvoorwaarden in de vorm van een cao te gieten.

Geheugen van de polder | Wet AVV van kracht. Keurslijf of pijler onder poldermodel?
1939
Sociaaleconomische context 1920-1939

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verscheen Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. Het tweede deel hiervan gaat in op de sociaaleconomische ontwikkelingen in de jaren 1920-1939 en de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen.

Wortels van de overlegeconomie | Verzuiling
• 1927 Slijtvast instrument | Wet op de cao
• 1929 Crisis door speculatie en windhandel | Beurskrach Wall Street
• 1930 Een slepende kwestie | De Ziektewet
Stempelen, steun en klassenstrijd | De grote depressie
• 1931 De langste adem | Staking Chamotte Unie
• 1935 Met schop en kiepkar | Weinig bijval voor ‘plan van de arbeid’
• 1937 Keurslijf of pijler onder poldermodel? | Wet op het algemeen verbindend verklaren van cao’s

1940
Nederland bezet
1940
Nederland bezet
NAF lijft werknemers- en werkgeversorganisaties in.

De Duitsers bezetten Nederland. Vakorganisaties en werkgeversorganisaties worden uiteindelijk opgeheven en ingelijfd door het Nationaal Arbeidersfront (NAF), een overkoepelend orgaan voor werknemers en werkgevers op nationaalsocialistische grondslag. Voor J.W. Dekker, voorzitter van de AW-V sinds de oprichting, is de Duitse bemoeienis reden er al in 1940 op te houden. Hij kan zich niet langer verenigen met zijn taak, ‘daar vijandige invloeden zich bij de bepaling van de lonen en verdere arbeidsvoorwaarden doen gevoelen’.

Een citaat uit De Rooms-Katholieke Fabrieksarbeider over (inmiddels ex-)voorzitter Dekker en AW-V, waaruit veel waardering spreekt voor de werkgeversvereniging: ‘Al moge het jammer zijn dat in zijn vereniging zo goed als geen CAO werd afgesloten. Al moge het waar zijn dat ook de voorzitter in zijn hart niet veel moest hebben van medezeggenschap. Het is een feit dat de arbeidsvoorwaarden in tal van bedrijven der AW-V behoorden tot de beste in het land.’

1942
AW-V gaat ondergronds
Kantoor mrs De Graaff en Haveman.

In eerste instantie richt AWV zich vooral op het inventariseren van functies en de daaraan gekoppelde beloning, en het beschrijven en indelen van deze functies. In 1941 treedt mr. ir. B.W. Haveman als secretaris bij AW-V in dienst.

In 1942 valt evenwel ook voor AW-V het doek. Om te voorkomen dat het NAF AW-V inlijft, laat de werkgeversvereniging zich als economische organisatie voor liquidatie voordragen. De vereniging draagt haar bezittingen over aan de Hoofdgroep Industrie.

De Graaff en Haveman zetten de verenigingsactiviteiten echter ondergronds voort in ‘het Kantoor’; zo’n zeventig procent van de leden sluit zich daar uiteindelijk bij aan. ‘Kantoor mrs De Graaff en Haveman’ houdt zich vooral bezig met het tegenwerken van het NAF en met verzet tegen de tewerkstelling van Nederlandse arbeidskrachten in Duitsland.

1944
Interne breuk
Verschil in visie op overlegorgaan in wording.

Eind 1944 stapt secretaris mr. ir. B.W. Haveman uit de AW-V. Aanleiding is het ontwerp van de Stichting van de Arbeid die na de oorlog het levenslicht moet zien.

Reeds in de jaren dertig was er sprake van toenadering tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, maar onder invloed van de bezetting intensiveren die contacten en ontstaat er een sterk solidariteitsgevoel. Het informele, geheime overleg tijdens de oorlog komt na verloop van tijd in het teken komen te staan van de inrichting van Nederland na de bevrijding, en leidt tot het idee om de Stichting van de Arbeid op te richten – een permanent samenwerkingsverband op sociaal gebied tussen werkgevers en werknemers. Haveman vreest echter dat de werknemersorganisaties te veel macht krijgen.
De andere secretaris van AW-V, mr. F.H.A. de Graaff, blijft wel voor de ondergrondse AW-V werkzaam en zamelt onder de leden geld in om de periode na de bevrijding financieel te kunnen overbruggen.

Haveman licht in september 1945 zijn besluit toe in een brief, waarin hij ook vertelt hoe AW-V de oorlogsjaren is doorgekomen. Download de brief van Haveman.

Geheugen van de polder | AWVN in oorlogstijd
1945
Heroprichting
In het schaftlokaal van de Zaanse puddingfabrikant De Bij.

Op 20 juni vindt de heroprichting van AW-V plaats. De vereniging – waar vrijwel alle bedrijven die voor de bezetting lid waren, zich weer hebben aangemeld (in totaal 106 individuele bedrijven en zes brancheverenigingen) – zal alle bezittingen die ze tijdens de oorlog heeft moeten afstaan, terugkrijgen.

Mr. F.H.A. de Graaff, vrijwel vanaf het prille begin aan AW-V verbonden, stopt met z’n werkzaamheden als secretaris van AW-V. Hij wordt directeur van Van Gelder Zonen N.V. Koninklijke Papierfabrieken.
Ook juffrouw Duyf (links op de foto, aan het werk in het kantoor aan de Schotersingel), die sinds de oprichting het secretariaatswerk op zich had genomen, besluit AW-V te verlaten. Duyf, ‘het vooroorlogse administratieve factotum van de AW-V’, neemt op 1 november 1945 afscheid.
Eind 1945 heeft AW-V tien personen in dienst.

Meer over F.H.A. de Graaff | Pagina op deze site
Het zogeheten tientje van Lieftinck
1945
Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen

Het kabinet-Schermerhorn/Drees kondigt het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, BBA, af. Het BBA legt drastische beperkingen op aan het opzeggen van dienstverbanden, stelt de werkweek vast op 48 uur en brengt een nationale loonregeling met zich mee.
Er komt een soort minimumloon (‘loonvloer’), gebaseerd op het bedrag dat volgens de overheid nodig is voor het minimale levensonderhoud (voor een gezin met twee kinderen is dat 33 gulden en 52 centen). Voort stelt de overheid dat de lonen voor geoefenden en geschoolden tien tot respectievelijk twintig procent hoger mogen zijn dat die voor ongeschoolden. Als de prijzen van het levensonderhoud stijgen, zal de overheid een algemene loonverhoging (‘loonronde’) afkondigen.
De maatregel is bedoeld om het economisch herstel in goede banen te leiden en te bespoedigen. De geleide loonpolitiek moet voor een stabiele arbeidsmarkt zorgen. Door de lonen te beheersen, kunnen werknemers niet met hogere lonen door andere bedrijven of sectoren weggelokt worden is het idee. Bovendien moet beheerste loonvorming ertoe leiden dat er bij bedrijven voldoende financiële ruimte ontstaat om weer investeringen te doen – om aldus de werkgelegenheid op de langere termijn te bevorderen.

Afbeelding Minister van Financiën Piet Lieftinck verklaarde op 26 september 1945 alle oude bankbiljetten ongeldig, en introduceerde nieuw papiergeld. Elke Nederlander kreeg, in ruil voor het equivalent in oude biljetten, het zogeheten tientje van Lieftinck.

1946
Consolidering
Groei ledenbestand AW-V heeft niet de hoogste prioriteit.

‘Door de AW-V wordt niet gestreefd naar uitbreiding van haar ledental doch naar consolidering van haar werkzaamheden’, meldt het jaarverslag. AW-V is namelijk druk bezig de organisatie opnieuw op poten te zetten.

Het is geen eenvoudige tijd: leden zijn zelf ook bezig met de herinrichting van hun bedrijf en willen daarom graag zo snel mogelijk hulp van AW-V, maar de hoeveelheid deskundigen op het gebied van de arbeidsvoorwaarden waarover AW-V beschikt is nog gering. Bovendien zijn de verbindingen slecht en laat de mobiliteit van AW-V te wensen over – de werkgeversvereniging beschikt over één automobiel.

Bij de herrijzenis van AW-V zijn nog een aantal mannen van het eerste uur betrokken. Pas in 1951 verlaat W.A. Bloemendaal – een van de drie oprichters van AW-V in 1919, hij bekleedde sindsdien diverse bestuursfuncties – de werkgeversvereniging. In 1952 neemt ook T. Duyvis, sinds 1921 bestuurslid van AW-V, waaronder 25 jaar als penningmeester, afscheid.

1947
Functiewaardering

AW-V begint met functiewaardering, destijds werkclassificatie geheten. Dit gebeurt op verzoek van de leden – zij willen, na de invoering van de geleide loonpolitiek, mogelijkheden hebben om variatie in de lonen te kunnen brengen.
De geleide loonpolitiek brengt een loonstop met zich mee – een verbod op loonsverhogingen. Er is echter sprake van een tenzij. De loonstop is niet van toepassing op achtergebleven beroepen en beroepsgroepen. Dat zet de deur open naar loonvorming op basis van werkclassificatie – een legale manier om de geleide loonpolitiek (deels) te kunnen omzeilen.

Drie arbeidsanalisten vormen tezamen binnen AW-V Bureau Werkclassificatie. Zij maken gebruik van het zogeheten AW-V-classificatiesysteem, afgeleid van een werkclassificatiesysteem dat op dat moment in gebruik is binnen de Belgische chemische nijverheid en bij Unilever.
Bureau Werkclassificatie staat onder leiding van A.W. Worm. Worm komt van AW-V-lid Rubberfabriek Vredestein; z’n overstap leidt tot een conflict tussen AW-V en Vredestein. Het bedrijf dreigt z’n lidmaatschap op te zeggen, maar de zaak wordt uiteindelijk gesust.

1950
Medezeggenschap doet z'n intrede
De Wet op de Ondernemingsraden.

De Wet op de ondernemingsraden treedt in werking, vijf jaar nadat minister Drees de Stichting van de Arbeid had gevraagd advies uit te brengen over de vraag óf er een wettelijke regeling met betrekking tot ondernemingsraden diende te komen, en, als het antwoord op die vraag bevestigend was, hoe die er dan uit zou moeten zien. Het overleg binnen de Stichting van de Arbeid spitste zich vooral toe op de beslissingsbevoegdheden – de mate van medezeggenschap – en de kandidaatstelling. Werknemersorganisaties wilden dat alleen leden van erkende vakbonden zich konden kandideren, werkgevers stond vrije kandidaatstelling voor ogen.

De uiteindelijke wet draagt dan ook het karakter van een compromis. De bevoegdheden van de OR zijn beperkt tot overleg en advisering; de werkgever houdt het laatste woord. Vakbonden krijgen grotendeels hun zin met betrekking tot de kandidaatstelling. Zij hebben het eerste recht OR-leden voor te dragen; in tweede instantie, als er onvoldoende kandidaten voor de OR zijn, is vrije kandidaatstelling mogelijk.

Geheugen van de polder | Werknemers eisen inspraak
1952
Sociale verzekeringen

Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog bouwt Nederland aan een indrukwekkend stelsel van sociale verzekeringen, dat pas in de jaren zestig met de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO, 1967) voltooid wordt verklaard. Er komt een stelsel van volks- en werknemersverzekeringen tot stand. Volksverzekeringen gelden in beginsel voor iedere Nederlandse ingezetene, werknemersverzekeringen zijn sociale verzekeringen waarvoor alleen werknemers in aanmerking komen.

In 1952 wordt de Organisatiewet Sociale Verzekeringen van kracht. Die bepaalt dat bedrijfsverenigingen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van werknemersverzekeringen. Dit heeft consequenties voor AW-V: voor wat betreft de bij AW-V aangesloten bedrijfstakken wordt AWV als ‘oprichtende en instandhoudende instantie’ van de betreffende bedrijfsvereniging aangewezen.

AW-V is in de jaren vijftig (en in de jaren zestig) niet alleen in praktische zin betrokken bij de totstandkoming van het sociale stelsel. AW-V geeft direct advies aan de Stichting van de Arbeid, de Raad van Bestuur in Arbeidszaken en het College van Rijksmiddelaars. Bovendien heeft AW-V zitting in tal van commissies, zoals de commissie sociale zaken, de wachtgeldcommissie en de commissie tot bestudering der vrouwen- en meisjeslonen. En tenslotte beïnvloedt AW-V de politieke besluitvorming via het in 1945 opgerichte Centraal Sociaal Werkgevers Verbond waarin de werkgeversvereniging zwaar vertegenwoordigd is.

Afbeelding Willem Drees (1887-1988), een van de belangrijkste grondleggers van de Nederlandse verzorgingsstaat.

Geheugen van de polder | Trekken van Dress
1953
Loontechnisch Bureau
Stofjassen en sigaren.

LTBDe taken van Bureau Werkclassificatie zijn sinds de oprichting in 1947 verbreed. Dat krijgt ook steeds vaker het verzoek om zich over beloning uit te spreken. Op 1 januari verandert de naam in Loontechnisch Bureau (LTB). Het LTB vormt een afzonderlijk onderdeel binnen AW-V ‘doch ressorteert onder het hoofd van de Afdeling Arbeidsvoorwaarden’.

Binnen het AW-V-bureau spreekt men van stofjassen (arbeidsanalisten en loonadviseurs) en sigaren (de secretarissen die met directieleden overleg voerden over de arbeidsvoorwaarden in de bij AW-V aangesloten bedrijven en bedrijfstakken).

Het Loontechnisch Bureau verandert in 1968 van naam: Organisatiebureau AW-V. Het organisatiebureau telt op dat moment 25 medewerkers – iets minder dan de helft van het totale aantal werknemers van de werkgeversvereniging.

1958
Dienstverlening dijt verder uit
Huisvestingsproblemen op de Schotersingel.

Vanaf 1958 gaat AW-V haar leden adviseren en voorlichten over personeelsbeleid. ‘Waar de kleinere en middelgrote bedrijven niet altijd de beschikking hebben over deskundigen op het gebied van het personeelswerk, was het bestuur tot de conclusie gekomen dat onze vereniging haar leden een belangrijke dienst zou kunnen bewijzen als zij over een deskundige kracht kon beschikken die op dit nieuwe terrein van advies en voorlichting zou kunnen dienen’.

Een jaar eerder, in 1957, had AW-V de afdeling Documentatie en Research in het leven geroepen, die zich onder andere met productiviteitsberekeningen zou gaan bezighouden. En al sinds 1953 konden leden bij AW-V leden terecht voor juridische hulp.
Het Juridisch Bureau – in de beginjaren bestaande uit twee personen, onder wie ‘juffrouw mr. Mien Hekket’ – staat bedrijven bij ‘met adviezen en voorlichting omtrent de talloze kwesties die kunnen rijzen met betrekking tot de wetgeving op sociaal gebied, zoals ontslagkwesties, fabrieksreglementen, reglementen voor ondernemingsraden, moeilijkheden bij de uitvoering van Ziektewet, Invaliditeitswet, Werkloosheidswet en zo voort, en zo voort’.

De AW-V-organisatie telt eind 1957 43 medewerkers, 21 meer dan in 1951. De verdubbeling leidt tot huisvestingsproblemen op de Schotersingel, waar AW-V – na een reeks eindeloze verbouwingen sinds de Tweede Wereldoorlog – drie oorspronkelijk belendende panden als kantoor in gebruik heeft. AW-V wil weg uit de Haarlemse binnenstad en zet z’n zinnen op een geheel nieuw kantoor. De vereniging zet voor dat doel geld apart in een speciaal bouwfonds.

1958
Contactgroepen
Gezamenlijke 'bestudering van actuele sociaal-economische ontwikkelingen'.

Al sinds 1954 is er sprake van ‘verschillende groeperingen van leden die periodiek informele bijeenkomsten beleggen’. AW-V besluit nu deze bijeenkomsten te institutionaliseren en noemt ze contactgroepen. Deelnemers aan de verschillende contactgroepen zijn tot ‘de ledenkring van AW-V behorende ondernemers die belangstelling hebben voor en bereid zijn tijd te geven aan de bestudering van actuele onderwerpen op sociaal-economisch gebied.’

De contactgroepen zijn de voorlopers van de huidige netwerken. De doelstellingen zijn door de jaren heen nauwelijks veranderd. In 1958 luiden die: ‘De tweezijdige communicatie tussen Dagelijks Bestuur en secretariaat enerzijds en de bij onze vereniging aangesloten bedrijven anderzijds te bevorderen en daardoor het Dagelijks Bestuur in staat het beleid der vereniging aan te passen aan de actuele behoefte van de leden. Behalve dat op deze wijze waardevolle adviezen uit eigen kring tot stand kunnen komen, betekent een en ander voor de ondernemers die aan het werk van deze contactgroepen deelnemen, dat zij samen met collega-werkgevers de gelegenheid krijgen de problemen waarmede zij nu in hun bedrijf geconfronteerd worden of binnen afzienbare tijd te maken krijgen, te benaderen.’

1959
40-jarig jubileum
Royaal geschenk van de leden.

AW-V viert haar veertigjarig bestaan.
Het bouwfonds van de werkgeversvereniging krijgt een forse injectie: de leden schenken de vereniging ter gelegenheid van het jubileum een bedrag van 235.780 gulden en 79 cent. Het staat vast dat AW-V een nieuw te bouwen kantoor zal betrekken, maar de vestigingsplaats is nog onderwerp van discussie.

1959
Sociaaleconomische context 1940-1959

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verscheen Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. Het derde deel hiervan gaat in op de ontwikkelingen in de jaren 1940-1959 en de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen.

Het kantoor | AWVN in oorlogstijd
• 1945 Sociale partners in gesprek | Stichting van de Arbeid
• 1945 Nivellering en ontslagbescherming | Buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen
Herstel binnen strakke marges | Wederopbouw van Nederland
Verzorging van wieg tot graf | Radicale breuk met nachtwakersstaat
• 1950 Adviesorgaan creëert draagvlak | Sociaal-Economische Raad
• 1950 Werknemers eisen inspraak | Wet op de ondernemingsraden
• 1957 Trekken van Drees | Introductie van de AOW

1960
Verhuizen naar Den Haag?
Nieuw eigen gebouw in Haarlem krijgt toch de voorkeur.

AW-V zoekt nog naar een geschikte locatie voor het nieuwe kantoor, maar er heeft zich een ‘nieuw element’ aangediend. Het CWSV en het Verbond van Nederlandse Werkgevers (VNW) hebben plannen om te fuseren (op 1 januari 1968 ook inderdaad gerealiseerd; beide organisaties gingen op in het Verbond van Nederlandse Ondernemingen, VNO). Zij hebben AW-V-voorzitter Beukema toe Water laten weten een kantoorpand in Den Haag te willen betrekken. Er is een lobby gaande om AW-V ook in dat pand onder te brengen. Een belangrijk voordeel van inwoning zou zijn dat AW-V meer invloed krijgt op de besluitvorming in het Haagse.
Het hoofdbestuur van AW-V, dat zich in februari over de verhuismaterie buigt, aarzelt. Verschillende leden achten het tegenovergestelde denkbaar: dat de invloed van de centrale werkgeversorganisaties op AW-V zo groot wordt dat de – relatieve – onafhankelijkheid van AW-V verloren gaat. Twee maanden later, tijdens de HB-vergadering in mei, beslecht de zelfstandigheidsdrang het pleit. AW-V kiest voor een eigen kantoorpand en blijft in Haarlem. AW-V laat aan de Leidsevaart, hoek Westelijke Randweg een nieuw kantoor verrijzen dat ontworpen zal worden door het architectenbureau van professor H.T. Zwiers. Hem staat ‘een bescheiden doch doeltreffend, modern pand’ voor ogen.

Overigens was dit niet de eerste keer dat er pogingen werden gedaan AW-V naar de Hofstad te halen. Al in 1923, zo blijkt uit de notulen van de HB-vergadering van 20 juni van dat jaar, wil de Vereniging van Nederlandse Werkgevers (vanaf 1926 Verbond van Nederlandse Werkgevers, in 1945 opgegaan in het CWSV) dat AW-V bij hen komt inwonen. De VNW betaalt namelijk gedeeltelijk de kosten van het Centraal Overleg dat dan nog bij AW-V is ondergebracht, maar kampt met budgettaire problemen. Een verhuizing van AW-V naar het kantoor van de VNW zou die kunnen verlichten. Het HB-bestuur van AW-V bedankt daarvoor.

1961
Vakbondstientje in de maak
Commissie buigt zich over het belang van georganiseerd overleg.

De industriële bonden – AW-V is op dat moment nog vooral actief in de industriële sector – willen georganiseerde werknemers andere (lees: betere) arbeidsvoorwaarden toekennen dan ongeorganiseerde. Van de uitkomsten van het cao-overleg profiteren immers, zonder dat zij daarvoor een financiële bijdrage leveren, ook de niet bij de vakbonden aangesloten werknemers, luidt de redenatie. En ook de werkgevers spinnen garen bij het georganiseerde overleg: zij hoeven niet met werknemers afzonderlijk afspraken te maken over de arbeidsvoorwaarden. AW-V vindt discriminatie tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werknemers binnen de onderneming onaanvaardbaar en wijst het voorstel af. Een commissie, waarin AW-V en de (drie) industriële bonden zitting hebben, wordt in het leven geroepen die zich over het vraagstuk gaat buigen.

Vijf jaar later, in 1966, is de commissie eruit. AW-V erkent het belang van het georganiseerd overleg en acht voor het goed functioneren daarvan een gezonde vakbeweging noodzakelijk. Er komt een afspraak tot stand die bekend wordt als de AW-V-werkgeversbijdrageregeling (in de wandelgang: het vakbondstientje). AW-V-leden betalen, op basis van vrijwilligheid, tien gulden per werknemer die onder de werkingssfeer van de cao vallen. De op te richten Stichting Fonds Industriële Bonden int de bijdragen en financiert daarmee bepaalde, regelmatig opnieuw te omschrijven vakbondsactiviteiten.
De regeling tussen (zoals de betrokken organisaties nu heten:) AWVN, FNV, CNV Vakmensen en de Unie bestaat tot op de dag van vandaag. De hoogte van het vakbondstientje is inmiddels wel opgelopen en was in 2019 € 21,04.

Geheugen van de polder | Voor georganiseerd en ongeorganiseerd: het vakbondstientje
1964
Nieuw kantoorpand gereed

Het gebouw aan de Leidsevaart in Haarlem is gereed. De officiële opening is op 3 juni. AW-V is nog een typische vereniging, de band met de leden is diep. Niet alleen de gift die AW-V in 1959 van de leden ontving voor de bouw, getuigt daarvan. Tal van leden hebben belangeloos materialen beschikbaar gesteld om het kantoor te bouwen en in te richten. Leden en AW-V-medewerkers noemen het kantoor bij de opening liefkozend ons eigen home. Openingsfoto item De vergaderzaal bleek niet groot genoeg om alle genodigden te ontvangen. Daarom verrees er een tent bij het gebouw voor het openingsfeest.

Bouwrijp maken van de grond, 1962. De winter van 1963 legt de bouw stil. Hoogste punt bereikt, 15 juli 1963.
Achterkant in wording, 1963. Verhuiswagens rijden voor, mei 1964. Vooraanzicht van het kantoor, 3 juni 1964.
1968
Einde geleide loonpolitiek

Er komt, met de zogeheten Loonwet-Roelvink, een officieel einde aan de na de Tweede Wereldoorlog ingevoerde geleide loonpolitiek. Deze bleek in de praktijk al lange tijd niet meer te handhaven. De jaren zestig stonden bekend als de periode van koppelbazen en zwarte lonen; loonexplosies als die in 1964 (die gingen dat jaar met 15% omhoog) kwamen feitelijk dan ook neer op het witten van zwarte lonen.

Het definitief loslaten van de geleide loonpolitiek betekent werk aan de winkel voor AW-V. Doordat de verantwoordelijkheid voor de af te sluiten arbeidsovereenkomsten – en dus ook voor het benutten van de ontstane loonruimte – vrijwel geheel bij de contracterende partijen komt te liggen, komen er meer cao’s tot stand. In 1969 is AW-V betrokken bij 212 cao’s,  in 1959 waren dat er nog maar 121.

Openingsbeeld item De Loonwet-Roolvink legde de loonvorming geheel in handen van sociale partners, maar bepaalde ook dat de regering loonmaatregelen mocht afkondigen wanneer het algemeen belang dit vereiste. In kringen van sociale partners, waar men langzamerhand overtuigd was geraakt van het belang van vrije loonvorming, sprak men over de ‘knevelwet-Roolvink’, genoemd naar de minister die de wet in 1968 indiende. Want op basis van het van kracht zijnde BBA 1945 schorste hij veel cao’s, zoals die in de bouw, en verklaarde sommige ongeldig. Zo hanteerde hij zelf de matiging, luidde de kritiek – was dat nu vrije loonpolitiek? Verontwaardigde vakbondsleden gingen de straat op. Zoals op 2 april 1968, toen 25.000 bouwvakkers een protestdemonstratie in Den Haag organiseerden.

Geheugen van de polder | De knevelwet van Roolvink
1974
Oliecrisis
Roerige jaren: saneringen en arbeidsonrust.

Inwerkingtreding van de Machtigingswet op 12 januari, volgens de overheid nodig in verband met de situatie die ontstaan is nadat de OPEC de olie-export heeft beperkt (‘de oliecrisis’) en vanwege de sterke stijging van het algehele prijsniveau. De wet, slechts van kracht tot 1 januari 1975, maakt het mogelijk een pakket arbeidsvoorwaarden bindend vast te stellen. Daarnaast maakt de wet het mogelijk in te grijpen op andere terreinen van inkomensvorming, zoals salarissen van ambtenaren, tarieven van beoefenaren van vrije beroepen en huren. Door de ingreep ontstaat er op arbeidsvoorwaardelijk vlak even rust. Maar al gauw is automatische prijscompensatie, APC, onderwerp van onderhandelingen. De APC was een afspraak tussen werkgevers en werknemers om de inflatie door te laten werken in de lonen: stegen de prijzen met bijvoorbeeld gemiddeld 2,5 procent, dan stegen de lonen in elk geval met hetzelfde percentage.

De jaren zeventig zijn sowieso bijzonder roerig. Er vinden forse herstructureringen plaats die tot tal van arbeidsconflicten leiden. Vooral in de scheepsbouw, de metaal- chemische-, papier-, karton- en de baksteenindustrie doen zich sluitingen en inkrimpingen voor. AWV is betrokken bij het opstellen van veel sociale plannen.

1979
Een eigen functiewaarderingssysteem

AW-V presenteert z’n eigen functiewaarderingssysteem ORBA®.

ORBA – de naam is afgeleid van Organisatiebureau AWV – is gebaseerd op de Uitgebreide Genormaliseerde Methode (UGM). Het zal uitgroeien tot de meest toegepaste functiewaarderings- en indelingsmethode in Nederland: tegenwoordig is van zo’n anderhalf miljoen werknemers de functie volgens ORBA beschreven en gewaardeerd.

Openingsbeeld Het ORBA-logo vanaf 2007. Rechts De voorganger ervan.

Geheugen van de polder | Het werk de maat genomen: ORBA
1979
Sociaaleconomische context 1960-1979

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verscheen Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. Het derde deel hiervan gaat in op de ontwikkelingen in de jaren 1960-1979 en de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen.

• 1960/1961 Plotseling: de vrije zaterdag | De 45-urige werkweek
• 1966 Voor georganiseerd én ongeorganiseerd | Vakbondstientje
Huisvrouw, moeder en werknemer | Steeds meer vrouwen op de arbeidsmarkt
• 1967 Kroonjuweel werd molensteen | Wet op de arbeidsongeschiktheid
• 1968 Knevelwet-Roolvink houdt deur op de kier | Einde geleide loonpolitiek
• 1968 Machtige belangenbehartigers | Verbond van Nederlandse Ondernemingen
Oplossing voor gebrek aan werknemers | Gastarbeiders in Nederland
• 1974 Glück auf! | Sluiting van de steenkolenmijnen
• 1976 Zwaar geschut tegen plannen Joop den Uyl | Brief van de negen
• 1979 Het werk de maat genomen | ORBA: het eigen functiewaarderingssysteem van AWVN
• 1979 Arbeid verdelen: remedie tegen werkloosheid | Arbeidsduurverkorting op de agenda

1980
Regiokantoren
Haren eerste vestiging AW-V buiten Haarlem.

Op 22 oktober opent AWV z’n eerste vestiging buiten Haarlem: kantoor Haren (later verhuisd naar Groningen). Het is het begin van de zogeheten regionalisatie. Twee jaar later heeft AW-V ook een kantoor in Zutphen (later: Apeldoorn). Daarna kreeg AW-V, behalve in Groningen en Apeldoorn, ook vestigingen in Rotterdam (Barendrecht) en Roermond.

Na de verhuizing van het hoofdkantoor naar Den Haag in 2007, opende de werkgeversvereniging in Haarlem een nieuwe vestiging, vlakbij station Spaarnwoude. Deze is gesloten in de loop van 2013, ongeveer tegelijkertijd met die in Barendrecht. Roermond was reeds in 2011 gesloten.

In 2013 deed Het Nieuwe Werken z’n intrede bij AWVN. Dat bracht met zich mee dat medewerkers, veel meer dan in het verleden het geval was, vanuit eigen huis konden opereren, en dat op het hoofdkantoor in Den Haag in principe niemand meer beschikte over een eigen kamer of eigen bureau. Omdat in de praktijk behoefte bleef bestaan om met elkaar samen te werken en te vergaderen, werden er, verspreid over het land, flexibele ontmoetings- en werkplekken in gebruik genomen. Dat bleek geen succes.

Anno 2019 heeft de werkgeversvereniging nog regiokantoren in Apeldoorn en Groningen.

1980
Honderd m/v in dienst
Werkgeversvereniging krijgt nu ook zelf een ondernemingsraad.

AW-V telt 100 werknemers; nummer 100 is Lilian Barends. Nu de magische grens van 100 werknemers is bereikt, krijgt ook de werkgeversvereniging zelf een ondernemingsraad.

Door het uitdijende personeelsbestand is een nijpend huisvestingsprobleem ontstaan; zelfs in de bergingskelder zijn werkplekken ingericht. In 1981 zal een deel van het kantoorpersoneel naar een dependance verhuizen, dat zich eveneens aan de Leidsevaart bevindt. Ook worden er dan plannen ontwikkeld om het hoofdkantoor uit te breiden, maar vanwege de economische recessie waarin Nederland zich bevindt, verdwijnen die (tijdelijk) in de ijskast.

1980
Voorzitter-directeur
Hoogste baas van vereniging én bureau-organisatie.

Rudy van Wijk treedt aan als voorzitter-directeur: de voorzitter van de vereniging krijgt dus als directeur ook de dagelijkse leiding over het bureau van AW-V. Van Wijk, afkomstig van sigarenfabrikant Ritmeester, is de eerste voorzitter-directeur in de geschiedenis van de werkgeversvereniging. Zijn latere opvolger, J.P. Munting, fungeert ook als voorzitter-directeur. Mees Hartvelt, afkomstig van Crown Van Gelder is in de periode 2010-2013 de derde en laatste voorzitter die tevens de functie van algemeen directeur bekleedt.

Sinds de aanpassing van de bestuursvorm van de werkgeversvereniging in 2013, kent AWVN geen voorzitter meer. In de nieuwe structuur fungeert de algemeen directeur als bestuurder van de vereniging.

Overzicht voorzitters AWVN
1982
Akkoord van Wassenaar

Nederland bevindt zich in een diepe recessie. Het werkloosheidscijfer is opgelopen tot 12%. Eind november komt het Akkoord van Wassenaar tot stand, als Wim Kok (voorzitter FNV; op de foto rechts) en Chris van Veen (voorzitter VNO) een compromis bereiken over werkgelegenheid en lonen. In grote lijnen komt het erop neer dat werkgevers, werknemers en overheid loonmatiging overeenkomen in ruil voor arbeidsduurverkorting.

Met dit akkoord, officieel ‘Centrale aanbevelingen inzake aspecten van een werkgelegenheidsbeleid’ geheten, komt er een einde aan de periode van arbeidsonrust die al begin jaren zeventig inzette. Het Akkoord van Wassenaar – zo geheten omdat het beklonken werd tijdens een bijeenkomst die plaatsvond bij werkgeversvoorman Van Veen thuis in Wassenaar – betekent een belangrijk keerpunt in de arbeidsverhoudingen; werkgeversorganisaties en vakbonden weten elkaar weer te vinden.

Geheugen van de polder | Akkoord van Wassenaar
1985
Uitbreiding kantoorgebouw
Huisvestingsprobleem eindelijk opgelost.

Het DB en het HB geven groen licht voor de plannen ‘tot uitbreiding van het AW-V-kantoor en aanpassing van het bestaande pand’. Het plan komt er op neer dat er een nieuwe vleugel zal verrijzen, die vrijwel haaks op het bestaande pand komt te staan. Het nieuwe deel zal qua opzet en vormgeving nauw aansluiten op het oude deel.
Op 12 en 13 juni 1987 vindt de officiële ingebruikname van de nieuwbouw aan de Leidsevaart 594 plaats.

Het kantoor aan de Leidsevaart in 1997, nadat de naam van de werkgeversvereniging is veranderd van AW-V in AWVN.

In de jaren die tot aan de verhuizing naar Den Haag (2007) volgen, zal het kantoorpand nog twee grote uitbreidingen ondergaan. In 2000 wordt de naast het hoofdkantoor gelegen conciërgewoning bij het pand getrokken; in 2001 komt op de parkeerplaats een fors uitgevallen portocabin te staan die een rechtstreekse verbinding krijgt met de entree van het hoofdgebouw.

1996
AW-V nu echt algemeen
Niet meer gebonden aan alleen de industriële sector.

AW-V schaft een belangrijke statutaire beperking af. Niet langer is AW-V gebonden aan de industriële sector, ook bedrijven en organisaties uit de dienstverlening kunnen zich bij de werkgeversvereniging aansluiten. Overigens was al vanaf halverwege de jaren zestig het strikt hanteren van de scheiding tussen industrie en diensten in de praktijk vaak niet meer goed mogelijk.

Geheugen van de polder | AW-V nu echt algemeen
1997
Naamswijziging
AW-V wordt AWVN.
Het logo van AWVN vanaf 1997.

Nadat op 1 januari 1996 Scheepvaartvereniging Noord en scheepvaartvereniging Zuid in AW-V zijn opgegaan, volgt op 1 januari 1997 het Adviesbureau Arbeidszaken NCW. Deze fusie is aanleiding voor een naamsverandering: AW-V wordt AWVN. Dat staat voor Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW (voluit: Verbond van Nederlandse Ondernemingen – Nederlandse Christelijke Werkgeversvereniging). Kortweg AWVN, dus…

Door deze fusies en door autonome groei, zijn bij AWVN ruim 850 bedrijven aangesloten en bijna zestig brancheverenigingen. Het aantal AWVN-medewerkers schommelt rond de 180 m/v.

1999
Sociaaleconomische context 1980-1999

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verscheen Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. Het vierde deel hiervan gaat in op de ontwikkelingen in de jaren 1970-1989 en de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen.

• 1981 Getting to yes | Onderhandelen volgens Harvard-principes
• 1982 Werk boven loon | Akkoord van Wassenaar
• 1986 Rijn-Schelde-Verolme bankroet | Einde industriepolitiek
• 1993 Bedrijfstak en onderneming als zwaartepunt | Een nieuwe koers: decentralisatie
• 1994 Rood/blauw en het geloof in de markt | Paars
• 1995 AWVN wordt écht algemeen | De onstuitbare opmars van de dienstensector
• 1996 Een vlucht naar voren | Bipartite flexakkoord van de Stichting van de Arbeid

Op de foto Voormalig vakbondsleider Wim Kok tekent op 1 september 1994 als nieuwe premier de regeringsoverdracht, Paars-1 is daarmee een feit. Koks voorganger Ruud Lubbers kijkt verschrikt op: voor het eerst in 76 jaar is geen christelijke partij in de regering vertegenwoordigd. Beeld: Hollandse Hoogte

2003
Wijziging contributieregeling
En introductie van (nieuwe) betaalde dienstverlening.

Voorheen viel alle dienstverlening van AWVN – behalve organisatieonderzoek zoals functiewaardering – onder de contributie. Het contributiesysteem verandert; de inkomsten daaruit gaan gemiddeld met zo’n 40 procent omlaag. Tegelijkertijd vindt de introductie plaats van betaalde dienstverlening (‘retributie’). AWVN beperkt zich in dat opzicht niet tot de traditionele werkvelden; er ontstaat ook allerlei nieuwe dienstverlening. Internationale arbeidsmobiliteit, pensioenregelingen en arbeidstijdmanagement zijn de meest in het oog springende. In najaar van 2006 begint AWVN ook een eigen advocatenkantoor (‘AWVN-advocaten’).

De wijzigingen zijn nodig vanwege de afnemende solidariteit tussen grote en kleine leden. Voor kleine ondernemingen stijgen de kosten van het lidmaatschap, waarop een aantal daarvan het lidmaatschap opzegt. Voor het eerst in de historie van AWVN daalt het aantal aangesloten bedrijven.

2003
Sociale innovatie
Vernieuwing van het arbeidsproces.

Sociale innovatie – in eerste instantie slimmer werken geheten – is in de periode 2003-2010 het belangrijkste speerpunt van AWVN. Sociale innovatie staat voor vernieuwing van het arbeidsproces, met als doel de arbeidsproductiviteit en de arbeidsparticipatie te verhogen. Investeren in mens en organisatie, dus – bijvoorbeeld door het arbeidsproces anders te organiseren, door gezondheidsbeleid in te voeren en werk te maken van employability (voorlopers van duurzame inzetbaarheid, hét speerpunt vanaf 2011), of door modernisering van het arbeidsvoorwaardenvormingsproces. Er zijn vele manieren om sociale innovatie in de onderneming of de branche vorm te geven. Uitgangspunt is dan ook: geen sjablonen, maar de eigen weg bewandelen – sociale innovatie is maatwerk.

AWVN was in 2006 een van de grondleggers van het expertisecentrum NCSI – het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie. Op 1 april 2012 stopte het NCSI met haar activiteiten.

2007
Naar Den Haag
Maar integratieplannen met VNO-NCW gaan uiteindelijk niet door.

Eind 2006 valt het besluit AWVN naar Den Haag te verplaatsen: AWVN zal het kantoor in Haarlem verkopen en zich vestigen in de Malietoren, het kantoorpand van VNO-NCW aan de Bezuidenhoutseweg. AWVN heeft de samenwerking met de ondernemersorganisatie de afgelopen tien jaar sterk geïntensiveerd. De verhuizing moet op korte termijn leiden tot één geïntegreerde bureauorganisatie.

Op 1 mei 2007 betrekt AWVN de zestiende en zeventiende etage van de Malietoren in Den Haag.

In februari 2008 blijken de integratieplannen met VNO-NCW van de baan. Belangrijkste geschilpunt is de positie en de financiering van de beoogde nieuwe adviesorganisatie die na de integratie van verschillende organisatieonderdelen van AWVN en VNO-NCW tot stand moet komen. Het afblazen van de integratie heeft geen consequenties voor de bestaande, intensieve samenwerking tussen AWVN en VNO-NCW.

2011
Herinrichting bureau-organisatie
Onderscheid tussen hoofdprocessen: advies en beleid.

Medio 2011 krijgt een grondige herinrichting van de bureauorganisatie z’n beslag. Leidend bij de herinrichting is het onderscheid tussen de hoofdprocessen, advies en beleid. In grote lijnen bestaat de organisatie voortaan uit een Adviesorganisatie en een Beleidsorganisatie, die allebei actief worden ondersteund door de afdeling Business Development, Marketing & Communicatie (BDMC). Deze nieuwe afdeling heeft als opdracht de activiteiten van de Advies- en de Beleidsorganisatie optimaal op elkaar af te stemmen, en om aldus de ontwikkeling van nieuwe advisering en beleidsactiviteiten een impuls te geven.

2013
Nieuwe bestuursstructuur
Ook statutaire naam verandert: Algemene Werkgeversvereniging Nederland.

AWVN laat de traditionele bestuursstructuur van de vereniging los. De getrapte opbouw – Algemene Ledenvergadering (ALV), Hoofdbestuur, Dagelijks Bestuur en directie – werd alom als gedateerd ervaren en bleek in de praktijk te vaak tot onduidelijkheden te leiden op het gebied van mandaten en verantwoordelijkheden. Een andere belangrijke reden is het feit dat de belangstelling voor het verenigingswerk en het verenigingskarakter is afgenomen; de relatie met de leden heeft, net als bij andere verenigingen, in toenemende mate een zakelijker karakter gekregen.

In de nieuwe structuur fungeert de algemeen directeur als bestuurder van de vereniging. Hij is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid en voor de dagelijkse leiding van de AWVN-organisatie. De algemeen directeur rapporteert aan de Raad van Toezicht. De ALV blijft als hoogste orgaan de kern van de vereniging. De ALV benoemt de leden van de RvT (maximaal zeven). Daarnaast zijn er een aantal commissies gevormd, waarvan de Beleidscommissie de belangrijkste is. Deze fungeert als klankbord voor de AWVN-directie op velerlei gebied.
Tegelijkertijd met het aanpassen van de bestuursvorm van de vereniging, wijzigt de statutaire naam in Algemene Werkgeversvereniging Nederland.

2015
Vernieuwende en trendsettende netwerkorganisatie

Tijdens het jaarcongres 2015 vindt de presentatie van het nieuwe logo plaats. Het oude is inmiddels bijna twintig jaar oud, en in de tussentijd heeft AWVN ingrijpende veranderingen ondergaan. Zo zijn er sinds de contributiewijziging in 2003 belangrijke nieuwe adviesgebieden bij gekomen – pensioen, arbeidstijdmanagement, internationaal, advocaten en arbeidsverhoudingen – en is AWVN op het gebied van de advisering steeds verder opgeschoven van het instrumentele naar het tactische/strategische niveau. Daarnaast heeft AWVN zich ontwikkeld van een traditionele vereniging tot een vernieuwende en trendsettende netwerkorganisatie.

Het nieuwe logo en de daarmee gepaard gaande nieuwe huisstijl geven uitdrukking aan de metamorfose die AWVN de afgelopen jaren heeft ondergaan. Ook de pay-off getuigt daarvan: vooruitgang door vernieuwend werkgeven vervangt voorsprong door goed werkgeverschap.

2019
Sociaaleconomische context 2000-2019

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AWVN verschijnt Geheugen van de polder. Arbeidsverhoudingen in vijftig tijdsbeelden. Het zesde deel hiervan gaat in op de ontwikkelingen in de jaren 2000-2019 en de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen.

• 2003 Slimmer werken’ vernieuwt arbeidsproces | Sociale innovatie
• 2004 Unieburgers en expats rukken op | Internationaliserende arbeidsmarkt
• 2006 Eerder stoppen met werken te populair | VUT met pensioen
• 2008 Zwarte zwaan dient zich aan | De bankencrisis die een kredietcrisis werd
• 2013 Langer doorwerken wordt noodzaak | Duurzame inzetbaarheid
• 2014 Patroon werd werkgever, arbeider werkende | De werkende centraal
• 2015 Eendracht | Ongedeeld FNV?
• 2016 Wettelijke verankering praktijkverschijnsel | Het nieuwe werken
Nieuwe decorstukken | De verhalen van de toekomst
Waarom hebben werkgevers geen strijdlied? | Solidariteit onder werkgevers

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden