In een tijd waarin personeelstekorten blijven bestaan en er tegelijkertijd sprake is van dubbele vergrijzing, wint de inzet van oudere werknemers sterk aan belang.
Hoewel hun arbeidsparticipatie de laatste jaren toeneemt, wordt hun potentie op de arbeidsmarkt – een zeer waardevolle groep vanwege hun kennis en ervaring – nog niet ten volle benut.AWVN vindt het hoog tijd dat daar verandering in komt. In een artikelenreeks gaan we in op de oudere werknemer. Deze eerste aflevering gaat in op de stand van zaken.
De laatste jaren zien we dat de netto arbeidsparticipatie van ouderen toeneemt, vooral in de leeftijdscategorie van 55 tot 65 jaar. In 2024 is zelfs de gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst gestegen boven de 66 jaar. Dit is toe te schrijven aan een combinatie van factoren.
Verscheidene beleidsmaatregelen en initiatieven hebben werkgevers gestimuleerd om oudere werknemers aan te nemen en te behouden. Zo is de AOW-leeftijd sinds 2013 geleidelijk verhoogd. De overheid heeft gezondheidsprogramma’s en subsidies voor duurzame inzetbaarheid geïntroduceerd. En de Wet flexibel werken heeft het gemakkelijker gemaakt om flexibele werktijden en deeltijdwerk te regelen. Werkgevers zijn met deze thema’s aan de slag gegaan.
Langzamerhand is er ook een verschuiving ontstaan in de perceptie van werken op hogere leeftijd. Verreweg de meeste werkgevers vinden het inmiddels wenselijk dat ouderen doorwerken na hun 60e levensjaar. Dit geldt overigens in mindere mate voor doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd. Toch is ook dit geleidelijk aan het veranderen, en cao-afspraken over doorwerken na AOW-leeftijd komen steeds vaker voor. Voorts blijkt uit onderzoek onder AWVN-leden dat een kwart van de werkgevers die krapte ervaart, inzet in op het (bieden van de optie tot) langer doorwerken van AOW-gerechtigden en/of het werven van AOW-gerechtigden.
Hogere opleidingsniveaus en een gezonde levensverwachting hebben bijgedragen aan een betere inzetbaarheid en langer doorwerken van ouderen. Onlangs stelde het IMF dan ook dat 70 het nieuwe 50 is. Denemarken heeft recent aangekondigd om de pensioenleeftijd in stappen te verhogen naar 70 jaar in 2040, de hoogste pensioenleeftijd binnen Europa.
Meerdere onderzoeken bevestigen dat ouderen fitter zijn dan 25 jaar geleden. Gezonde ouderen kunnen langer doorwerken. Andersom geldt dat langer doorwerken positief bijdraagt aan hun cognitieve capaciteiten.
Positieve ontwikkelingen dus, maar we zijn er nog niet. In een vergelijking van PWC tussen OESO-landen, de zogeheten Golden Age Index, stond Nederland op plek 15 (van de 35) met een arbeidsparticipatie van ouderen tussen de 55 en 64 jaar van 71%. In de top-6 van landen die bovenaan deze index staan (waaronder de Europese landen Noorwegen en Zweden), is de arbeidsparticipatie van ouderen hoger dan 80%. En ook Europese landen als Estland, Denemarken, Portugal, Zwitserland en Duitsland scoren hoger dan Nederland.
Er bestaat nog steeds een groep werknemers die afhaakt voordat zij hun pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Soms verliezen ouderen hun motivatie en werkplezier. Deels vanwege zwaar werk of omdat zij fysieke of mentale gezondheidsproblemen ervaren. Ouderen hebben geregeld ook mantelzorgtaken voor een partner, ouder of ander familielid, wat het voor hen lastig maakt om een goede werk/privé-balans te vinden en ertoe kan leiden dat zij eerder uitstromen. Voorts maken traditionele opvattingen dat er nog een zeker taboe rust op het doen van een stapje terug in functie en salaris (demotie).
Ook zijn er nog steeds werkgevers die last hebben van koudwatervrees als het gaat om het aannemen van oudere werknemers. Ouderen die hun baan verliezen hebben moeite om weer aan het werk te komen en blijven relatief vaker langdurig werkloos. Veel 55-plussers hebben last van negatieve beeldvorming en vooroordelen en ervaren leeftijdsdiscriminatie bij het zoeken naar een nieuwe baan. Dit kan er uiteindelijk toe leiden dat zij hun zoektocht staken.
Het is hoog tijd dat alle werkgevers de kracht van oudere werknemers omarmen en optimaal benutten. En blijvend investeren in duurzame inzetbaarheid om werknemers langer voor het arbeidsproces te behouden. Dat komt ook tot uiting in de vernieuwde afspraak over de RVU-regeling voor werknemers met zwaar werk waarover sociale partners en het ministerie in het najaar van 2024 een akkoord bereikten. Belangrijk onderdeel van de nieuwe afspraak, die inmiddels vorm heeft gekregen, is om tegelijkertijd fors in te zetten op duurzame inzetbaarheid – zodat steeds meer werknemers langere tijd gezond kunnen blijven doorwerken.
Werkgevers kunnen breder en objectiever kijken bij hun zoektocht naar kandidaten voor vacatures. En met passend arbeidsvoorwaardenbeleid ouderen verleiden om actief te blijven. Stimulerende maatregelen, met oog voor de specifieke situatie van een werknemer, kunnen gericht zijn op beloning, ontwikkeling, het anders organiseren van werk en/of vitaliteit.
AWVN vindt het van groot belang dat werkgevers hierover het goede gesprek voeren met hun oudere werknemers en maatwerk bieden. En beseffen dat dit loont: oudere werknemers brengen een schat aan ervaring en kennis mee. Hun inzet is, zeker nu de arbeidsmarktkrapte structurele vormen lijkt te hebben aangenomen, cruciaal om de werkdruk binnen organisaties te verlichten en de continuïteit van het werk te waarborgen.
Nederland staat voor de uitdaging van dubbele vergrijzing: zowel het aantal ouderen als hun gemiddelde leeftijd neemt toe. We worden allemaal steeds ouder, zo ook de werknemers op de arbeidsmarkt.
Volgens cijfers van het CBS zijn inwoners van Nederland gemiddeld 42,4 jaar oud (peildatum 1 januari 2022). De gemiddelde leeftijd ligt een stuk hoger dan in het verleden. In 1950 en 1975 werden Nederlanders gemiddeld respectievelijk 30,8 jaar 33,2 jaar. Ten opzichte van 1950 zijn er vooral meer ouderen boven de veertig (+ 19%) en minder jongeren onder de twintig (-16%). In 2022 heeft de grootste groep inwoners (33% een leeftijd in de categorie van 40 tot 65 jaar. En ca. 20% van alle inwoners is 65 jaar of ouder.
Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. De bevolkingspiramide van Nederland geeft een overzicht van de verdeling van mannen en vrouwen per leeftijdscategorie.
Bron: CBS
Uit cijfers van het CBS blijkt dat de netto arbeidsparticipatie in het eerste kwartaal van 2025 uitkwam op 72,9%. Dit betreft het percentage van de beroepsgeschikte bevolking dat daadwerkelijk een betaalde baan heeft. De netto arbeidsparticipatie onder mannen was 76,8% en onder vrouwen 68,9%.
Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep. Onder 55-plussers was het verschil het grootst. Van alle beroepsgeschikte mannen van 55 tot 65 jaar werkt 81,7% in een betaalde baan en van alle vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie werkt 69,7%. De arbeidsparticipatie onder 65-plussers is aanzienlijk lager, respectievelijk 25% onder mannen en 14,4% onder vrouwen.
In tien jaar tijd, van 2013 tot 2023, nam de netto arbeidsparticipatie toe bij mannen en vrouwen in alle leeftijdsgroepen. De sterkste toename is te zien bij 55- tot 65-jarige vrouwen: (+19,7%). Bij mannen in die leeftijdsgroep was er eveneens sprake van een forse stijging (+14,0%).
Dat we met z’n allen steeds ouder en minder productief worden blijkt ook uit de zogenaamde ‘grijze druk’. Deze indicator verwijst naar de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen in de zogenaamde productieve leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. In 2024 was de grijze druk 35%: op elke 65-plusser zijn er 3 mensen in de werkzame leeftijd (20 tot 65 jaar). De komende jaren zal dit verder toenemen tot bijna 50%, zo is de verwachting in de bevolkingsprognose.
Niets missen? Abonneer je op dit onderwerp en ontvang nieuwe artikelen automatisch in jouw persoonlijke overzicht!
Log in met de gebruikersnaam die je altijd gebruikt en die bij ons bekend is, maar met het wachtwoord van je bijbehorende werk- school- of privéaccount van Microsoft of Gmail