Logo AWVN
16 april 2025

Gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst boven 66 jaar

In 2024 gingen bijna 93.000 werknemers met pensioen. De gemiddelde leeftijd waarop zij dat afgelopen jaar deden, was 66 jaar en 1 maand. Het is voor het eerst dat de gemiddelde pensioenleeftijd boven 66 jaar ligt (2023: 65 jaar en 11 maanden). Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

 

Sinds 2013 loopt de gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan ongeveer gelijk op met de AOW-leeftijd. Deze was in 2024 67 jaar (in 2023: 66 jaar en 10 maanden). Daardoor was in 2024 een groter deel van de werknemers 67 jaar op het moment dat ze met pensioen gingen dan een jaar ervoor: 40 procent in 2024, tegen 6 procent in 2023.

Pensioenleeftijd periode 2003-2024

In 2024 was 77% van de werknemers 65 jaar of ouder toen ze met pensioen gingen. In 2014 was dat 47%, en in 2004 slechts 12%. Destijds konden mensen nog eerder stoppen met werken dankzij vroegpensioenregelingen. Die regelingen zijn na 2006 grotendeels afgeschaft.
In 2004 ging bijna driekwart van de werknemers met pensioen vóór hun 62e. Tegenwoordig is dat minder dan 5%. Zie onderstaand schema.

Overzicht van de pensioenleeftijd, periode 2003-2024

Pensioenleeftijd in alle bedrijfstakken toegenomen

In alle bedrijfstakken is de pensioenleeftijd tussen 2004 en 2024 flink toegenomen. Werknemers in het openbaar bestuur gingen in 2024 het vroegst met pensioen, met een gemiddelde leeftijd van 65,3 jaar. Daarna volgden de zorg, de bouw en het onderwijs. Deze vier bedrijfstakken waren samen goed voor ruim de helft van alle werknemers die in 2024 met pensioen gingen. In de overige dienstverlening was de pensioenleeftijd met 68,1 jaar het hoogst, gevolgd door de landbouw, bosbouw en visserij, en overige zakelijke diensten.

Overzicht. Gemiddelde pensioenleeftijd naar sector.

Bron: CBS

Deel dit artikel via: