30 januari 2018

Inzet verborgen camera’s in strijd met privacy?

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft op 9 januari 2018 geoordeeld dat de verborgen camera’s, die een Spaanse werkgever had ingezet om te kunnen aantonen dat personeelsleden zich schuldig maakten aan diefstal, een inbreuk vormden op de privacy van de werknemers. Het Europese Hof oordeelt dat de beëindigingen van de arbeidsovereenkomsten op basis van de camerabeelden rechtsgeldig hebben plaatsgevonden. Echter, de werknemers krijgen wel een schadevergoeding toegekend, omdat hun privacy is geschonden door het gebruiken van verborgen camera’s.

Logo blog arbeidsrecht

In dit blog informeren de advocaten en juristen van AWVN u geregeld over actuele arbeidsrechtelijke ontwikkelingen.

Een supermarkt in Spanje constateerde op enig moment dat er verschillen waren tussen de voorraden en de inhoud van de kassa’s. In een periode van vijf maanden had de supermarkt een kasverschil van ongeveer € 80.000. Toen dit duidelijk werd, heeft de werkgever zichtbare én onzichtbare camera’s opgehangen. Zichtbare camera’s werden gericht op de ingang en uitgang van de supermarkt. Verborgen camera’s werden gericht op de kassa’s. De werkgever heeft de werknemers geïnformeerd over de zichtbare camera’s, maar niet over de verborgen camera’s. Met de verborgen camera’s zijn opnamen gemaakt waaruit bleek dat de werknemers klanten en collega’s hielpen met stelen en ook zelf producten meenamen. De werknemers zijn vervolgens ontslagen. In de daaropvolgende procedure heeft de Spaanse rechter zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de camerabeelden geaccepteerd als bewijs. De werknemers hebben daarover vervolgens een klacht ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Beoordeling Europese Hof voor de Rechten van de Mens
Het Europese Hof constateert dat de Spaanse overheid in strijd heeft gehandeld met artikel 8 EVRM. Naar Spaans recht moeten burgers geïnformeerd worden over het opslaan en bewerken van persoonlijke data. De werknemers zijn echter niet vooraf gewaarschuwd dat er verborgen camera’s zouden worden geïnstalleerd. De opvatting van de Spaanse rechter, dat de werkgever geen andere mogelijkheid had om de diefstal te bewijzen en daarom tot inzet van de camera’s mocht overgaan, acht het EHRM niet juist, nu de inzet niet proportioneel is geweest. De werkgever heeft alle werknemers wekenlang gefilmd, gedurende alle arbeidsuren. In die situatie hadden de werknemers minimaal algemene informatie moeten krijgen over het cameratoezicht. De ontslagen zijn echter niet alleen gebaseerd op de video-opnamen, maar ook op verklaringen van getuigen en op bekentenissen van drie van de vijf werknemers. Spanje wordt veroordeeld om aan de werknemers € 4.000 schadevergoeding te betalen en een vergoeding voor de proceskosten.

Nederlandse situatie
In veel arbeidsrechtelijke zaken honoreren Nederlandse rechters verzoeken die gebaseerd zijn op verborgen camerabeelden. De inzet van verborgen camera’s is echter ook in Nederland niet vormvrij. Een werkgever dient rekening te houden met een aantal vereisten wil de inzet van verborgen camera’s niet onrechtmatig, of zelfs strafbaar zijn. Werkgevers dienen zich er van bewust te zijn dat in de rechtspraak is aanvaard dat ook op de werkplek een zekere mate van privacy gerespecteerd moet worden. Kort gezegd betekent dit dat de werkgever alleen een verborgen camera mag inzetten indien hij daarmee voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De inzet moet evenredig zijn aan het op te sporen wangedrag en de inzet moet noodzakelijk zijn om dit wangedrag op te kunnen sporen. Daarbij geldt dat inbreuk op het recht op privacy zoveel mogelijk dient te worden voorkomen. Het is aan de werkgever om die rechtvaardiging aan te tonen. Naast kenbaarheid bij de individuele werknemers kan een vereiste zijn dat voor de inzet van verborgen camera’s instemming wordt verkregen van de ondernemingsraad. Dit is het geval indien sprake is van de vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling inzake voorzieningen voor waarneming of controle van werknemers.
Het niet in acht nemen van bovenstaande regels kan er toe leiden dat een rechter oordeelt dat sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. De rechter kan op basis daarvan besluiten deze camerabeelden buiten beschouwing te laten. Daarnaast zou een rechter kunnen oordelen dat een werknemer vanwege het onrechtmatig verkregen bewijs recht heeft op een extra vergoeding.

AVG
Op 25 mei 2018 wordt de Wet bescherming persoonsgegevens vervangen door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’). Dat betekent voor werkgevers dat zij er meer dan ooit voor moeten waken dat de gegevens van hun werknemers, klanten en andere relaties veilig zijn en correct gebruikt worden. Niet-correcte naleving van de wet- en regelgeving kan leiden tot onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens, negatieve berichtgeving en zeer forse boetes. Onder de nieuwe AVG is het belangrijk om voor het gebruik van cameratoezicht te denken aan de volgende punten.
• Doelbinding: de camera’s kunnen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn opgehangen. Dus: camera’s die zijn opgehangen in verband met veiligheid niet gebruiken voor beoordeling werknemers.
• Proportionaliteit/subsidiariteit: is het middel nodig om het doel te bereiken? Is er een minder ingrijpend middel?
• Niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is, bijvoorbeeld camera alleen op werkplek richten, maar bijvoorbeeld niet in een kleedkamer of toilet.

AWVN-advocaten krijgt steeds vaker vragen over privacy. Reden om hierover een ééndaagse cursus te ontwikkelen. Deze cursus wordt gegeven op 6 maart, 20 maart en 10 april 2018. Wilt u zich aanmelden of hebt u vragen over deze bijeenkomst? Neem contact op met Ida Kooijmans via: i.kooijmans@awvn.nl.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden