Zzp
24 maart 2023

Deliveroo-zaak: de wetgever is nu aan zet

De Hoge Raad (HR) heeft, na meerdere keren uitstel, de langverwachte uitspraak gedaan in de Deliveroo-zaak.

Zoals u wellicht weet is aan de orde de vraag of de ′riders′ van Deliveroo aan te merken zijn als werknemers. Dat heeft de HR gedaan door te beoordelen of het Hof met de bevestiging van het oordeel van de kantonrechter de juiste afweging heeft gemaakt. Met het risico dat u niet verder leest, kan ik alvast verklappen dat het Hof volgens de HR juist heeft geoordeeld door te bevestigen dat de riders van de inmiddels uit Nederland vertrokken Deliveroo werkzaam waren onder een arbeidsovereenkomst.
Maar wat betekent dit dat nu eigenlijk? Is het nog mogelijk om met zzp′ers te werken? En is nu eindelijk duidelijk of iemand onder een opdrachtovereenkomst of een arbeidsovereenkomst werk moet verrichten?

Deliveroo
Bron: Wikipedia

De HR bevestigt in de uitspraak nog steeds de zogeheten holistische beoordeling van het vraagstuk. Of iets aan te merken is als een arbeidsovereenkomst, hangt af van de omstandigheden van het geval. Vervolgens worden er een hele lijst aan omstandigheden genoemd die van belang kunnen zijn, zoals de aard en de duur van de werkzaamheden, de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie, het bestaan van de plicht om het werk persoonlijk uit te voeren, de wijze waarop de beloning wordt bepaald et cetera.
Interessant hierbij is nog wel het element of degene die het werk verricht, hiermee een commercieel risico loopt en zich in het economisch verkeer gedraagt als een ondernemer. Dit lijkt een beetje te wijzen op Europese jurisprudentie over het ondernemingsbegrip en het werknemersbegrip in het Europese mededingingsrecht. Niet verrassend omdat in de zaak over de remplaçanten-cao het Europese Hof in 2016 hier een uitspraak over deed.

De nadere invulling van het gezagsbegrip met ‘inbedding van het werk in de organisatie’ ligt bij de Europese en Nederlandse wetgever volgens de HR en wordt vervolgens ook vakkundig daar gelaten.
Het Hof heeft volgens de HR goed aan de hand van de omstandigheden van het geval onderzocht of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De opmerking van Deliveroo dat er te weinig rekening gehouden is met de vrijheid van bezorgers om zelf zich aan te melden, opdrachten te aanvaarden en zich te laten vervangen, wordt ook door de HR afgedaan. Hoewel dit kan wijzen op de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst, sluit het het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uit. Want het zich laten vervangen gebeurde niet permanent door iemand anders of door allerlei andere vervangers tegelijk, zodat het een verdienmodel kon worden, aldus de HR.

Helaas is door deze afspraak niet heel veel duidelijker geworden welke gewicht de verschillende elementen bij de afweging moeten krijgen. Daar maakt de HR geen duidelijke keuze in, in tegenstelling tot de afweging die de Advocaat Generaal in haar advies naar aanleiding van deze zaak maakte.
De wetgever is nu duidelijk aan zet.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden