Zorgwacht: Niet-complexe zorgtaken beleggen bij helpende 

De niet-complexe zorgtaken weghalen bij de hbo-wijkverpleegkundige en deze beleggen bij de helpende. Zodat de wijkverpleegkundige zich kan focussen op haar kerntaak. De interne opleiding van Zorgwacht voor bijstandsmoeders en statushouders tot Helpende zorg en welzijn (mbo2) leidt tot betere zorg, minder verloop & uitval én meer werkplezier bij alle werknemers. Wilhelmien Looymans, directeur van Zorgwacht: ‘Zonder hbo-verpleegkundige heb je geen thuiszorg. Het is dus belangrijk dat je ze binnenhoudt.’

Drie wijkverpleegkundigen. Meer hbo’ers heeft Zorgwacht niet nodig om de wijkverpleging voor honderd cliënten in vier Utrechtse wijken te verzorgen. Hoe dat lukt? ‘Door de taken anders te verdelen en door mensen heel goed in te zetten als helpende,’ zegt Wilhelmien Looymans, oprichter en directeur van Zorgwacht. Via de Vakschool Opleiding Zorgwacht, ondergebracht in een zelfstandige stichting, leidt Zorgwacht zelf haar mensen op tot Helpende zorg en welzijn (mbo niveau 2). Inmiddels veertig per jaar, waarvan een aantal elders aan het werk gaat en een aantal bij Zorgwacht zelf in dienst komt.

Laag-complexe zorgtaken

Looymans legt uit waarom zij de interne opleiding in het leven heeft geroepen: ‘In de wijkverpleging is 70% laag-complexe zorg. Dit gaat om het aandoen van steunkousen, het aantrekken van de pyjama of het aanreiken van medicijnen. Zorg die door hbo-verpleegkundigen als minder uitdagend wordt ervaren.’ En waarvoor ze eigenlijk ook te duur zijn. Door deze taken en werkzaamheden bij hen weg te halen en volledig te beleggen bij de Helpende zorg en welzijn, kunnen de zorgprofessionals zich volledig richten op de taken waar wél voor hen de uitdaging zit.
Het mes snijdt aan twee kanten. Want de bijstandsmoeders en statushouders die Zorgwacht opleidt tot helpende, willen juist heel graag deze laag-complexe zorgtaken uitvoeren. ‘Met een mentor als baken naast hen aan wie ze van alles kunnen vragen, kunnen zij hier nog veel leren.’ Daarmee biedt de helpende ook uitkomst in de zorg voor cliënten in de Wet langdurige zorg (WL-zorg) die op de wachtlijst staan. ‘Zij kunnen niet langer zelfstandig wonen, maar kunnen ook nog niet terecht in het verpleeghuis. De helpende is hier uitermate op haar plek; zij kan liefdevolle aandacht en warme zorg bieden in de huishouding en bij het wassen en aankleden. Terwijl ze tegelijkertijd observeert, signaleert en rapporteert. Zodat de wijkverpleegkundige precies weet wat er speelt.’

Spin in het web

De interne opleiding draagt hiermee niet alleen bij aan het werkplezier, maar ook aan de kwaliteit van zorg, benadrukt Wilhelmien. ‘De wijkverpleegkundige is de gesprekspartner voor de huisarts en voor het ziekenhuis en moet alle professionals te woord kunnen staan in multidisciplinair overleg. De wijkverpleegkundige is echt de spin in het web. Maar zij hoeft niet de cliënt zelf voortdurend te zien. Dat doet de helpende. De wijkverpleegkundige (hbo) volgt het dossier en gaat zelf na of de huisarts of de familie gebeld moet worden.’
Ook hierom zijn de routes en werktijden mee aangepast op functieniveau. ‘Van 7.00 tot 12.00 uur komen de wijkverpleegkundige, de helpende en de verzorgende. Maar de wijkverpleegkundige komt niet meer, zoals voorheen, in de avonden. Dat doet de helpende. En ook het aantal weekenddiensten is flink teruggedraaid. De wijkverpleegkundige heeft, los van bereikbaarheidsdiensten, een baan van 8.00 tot 17.00 uur.’ Een aspect van het werk dat zeker bijdraagt aan het aantrekkelijker maken van het beroep.

Randvoorwaarden

Om de opleiding tot een succes te maken, heeft Zorgwacht een praktijkopleider aangesteld voor 32 uur per week. ‘Het opleiden van de leerlingen kun je niet overlaten aan de werkbegeleider, daar heeft hij eenvoudigweg te weinig tijd voor.’ Omdat het om een echte baan gaat, is er dus ook budget nodig. ‘Volgens de loonschaal die FWG hanteert 40 tot 45k per jaar,’ zegt Looymans praktisch. ‘Omdat we jaarlijks 40 leerlingen opleiden, kost de opleiding € 1.000 per leerling. Dit kan uit bij ons; de praktijkopleider betalen we via subsidies van het Stagefonds Zorg en van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor BBL-werkroutes.’ Een investering die bovendien loont op de lange termijn. ‘Door geld vrij te maken voor de opleiding tot helpende, kunnen de wijkverpleegkundigen doen waarvoor ze zijn opgeleid. Belangrijk, want zonder hbo-verpleegkundige heb je geen thuiszorg. Het is dus zaak dat je ze binnenhoudt.’

Wijkzorg
In de wijkzorg heb je hoog-, midden- en laag-complexe hulp, die wordt uitgevoerd door een team van professionals met verschillende functies. De inschaling daarvan gebeurt op basis van het Nederlands Kwalificatieraamwerk (NLQF). De wijkverpleegkundige (NLQF-niveau 5 en 6) indiceert de zorg en gaat na welke professional welke zorg moet verlenen. Zij heeft het overzicht over alle taken en doelen. De verzorgende (NLQF-niveau 3) mag verpleegtechnische handelingen als wondzorg, injecteren en stomazorg verrichten. De helpende (NLQF-niveau 2) ondersteunt bij de algemene dagelijkse verrichtingen, zoals het aantrekken van de pyjama of het wassen van de cliënten. De huishoudelijke hulp wordt gedaan door de zorghulp (NLQF-niveau 1); zij komt niet aan het lijf van de cliënt.

 

Ook uw werk anders organiseren?

Meer weten?

Ook uw werk anders organiseren?

Wilt u vrijblijvend met ons uw uitdaging of ambitie verkennen, neem dan contact op met onze projectleider Astrid Bijl via andersorganiseren@awvn.nl.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden