Nieuws
De Tweede Kamer heeft op dinsdag 15 april ingestemd met het Wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA). Hiermee gaat dit wetsvoorstel door naar de Eerste Kamer.
Het Wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten vloeit voort uit het onderzoeksrapport van de commissie-Roemer naar aanleiding van misstanden bij de huisvesting van arbeidsmigranten. Tijdens het uitbreken van de coronacrisis stond een ieder de schrijnende beelden op het netvlies van slecht gehuisveste arbeidsmigranten die in Nederland werkten. Als gevolg daarvan vond verder onderzoek plaats en ging de discussie over de positie van arbeidsmigranten voort. Het kabinet wil met het wetsvoorstel meer grip krijgen op bedrijven die voor misstanden met arbeidsmigranten zorgen door eisen op te leggen aan alle bedrijven die arbeidskrachten uitlenen. Zo hoopt de minister de bonafide bedrijven van de malafide te kunnen scheiden.
WTTA schiet door
Het doel van het wetsvoorstel is dan ook wel duidelijk. Echter: het oplossen van misstanden voor een kleine populatie uitzendkrachten, namelijk enkel de arbeidsmigranten, zou niet alle goedwillende Nederlandse uitzendbureaus en opdrachtgevers moeten belasten. In zijn huidige vorm schiet de WTTA dan ook door. De reikwijdte is veel ruimer dan uitzendbureaus die met arbeidsmigranten werken én er is geen garantie op handhaving. Er zijn ook nog veel onduidelijkheden. Onduidelijk is nog:
• wanneer de wet in werking zal treden
• wat de uiteindelijke werkingssfeer van de wet zal zijn
• wat voor voorwaarden getoetst zal worden om bepaalde vrijstellingen te verlenen
• wanneer er een toelatende instantie zal zijn ingericht die de wet moet gaan uitvoeren
• wat de uiteindelijke kosten zullen zijn voor de bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen
• op wat voor termijn beschikt zal worden over voldoende gekwalificeerde inspecteurs die kunnen inspecteren of de bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen voldoen aan de zeer uitgebreide normenset
• of er überhaupt adequaat gehandhaafd zal kunnen worden.
De discussie over de WTTA heeft er voorts toe geleid dat de Tweede Kamer heeft ingestemd met een amendement dat een uitzendverbod in bepaalde sectoren mogelijk zou moeten maken. AWVN vindt dit een risicovolle exercitie, omdat daarmee het uitzenden in zijn algemeenheid ongenuanceerd en als ‘slecht’ wordt bestempeld.
AWVN vraagt zich nog steeds af er niet een eenvoudiger systeem is te bedenken, zodat de oplossingen die thans bedacht worden voor de inzet van arbeidsmigranten niet ook van toepassing worden op alle Nederlandse uitleners en opdrachtgevers.
