Onvoorspelbaar werkpatroon

Arbeidsovereenkomsten waarbij geheel of grotendeels de tijdstippen waarop iemand arbeid moet verrichten, onduidelijk zijn. Wanneer het werkpatroon van de werknemer geheel of grotendeels onvoorspelbaar is, moeten referentiedagen en- uren worden vastgelegd en geldt een minimale oproeptermijn.

 

Wanneer is sprake van een (grotendeels) onvoorspelbaar werkpatroon?

Er is sprake van grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon als het merendeel van de arbeidstijd niet vooraf bekend is. Bij onvoorspelbare tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht, worden deze tijdstippen in overwegende mate direct of indirect door de werkgever bepaald. Directe bepaling is bijvoorbeeld als de werkgever opdrachten toedeelt. Indirecte bepaling is bijvoorbeeld als de werkgever verlangt dat de werknemer antwoord op verzoeken van cliënten.

Een wisselend rooster of wisselende diensten doet geen afbreuk aan het grotendeels voorspelbare karakter van het werkpatroon. Mogelijk is ook een uitzondering een systeem van zelfroostering waarbij de werknemer volledige vrijheid heeft om zichzelf in te roosteren. Er moet dan wel sprake zijn van geen enkele directe of indirecte invloed van de werkgever.

Van een onvoorspelbaar werkpatroon kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een werknemer met een jaarurenovereenkomst waarbij voor het merendeel niet duidelijk is wanneer moet worden gewerkt.

Wat is het verschil met een oproepovereenkomst?
Van een oproepovereenkomst is sprake als de omvang van de arbeid niet is vastgelegd als een aantal uren van ten hoogste een maand of jaar, of er sprake is van loonuitsluiting. De bestaande bescherming voor oproepovereenkomsten blijft. Oproepovereenkomst zullen een geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon hebben, zodat hierop (ook) de regels van onvoorspelbaar werkpatroon van toepassing zijn.

Als er geen sprake is van een oproepovereenkomst, kan er wel sprake zijn van een geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon. Bijvoorbeeld bij overeenkomsten waarbij wel sprake is van een vaste arbeidsduur en loon, maar waarbij vooraf niet is vastgesteld op welke momenten de werknemer moet werken. Bijvoorbeeld een jaarurenovereenkomst.

Wat zijn de gevolgen?
Verstrekken referentiedagen en – uren
Bij een (grotendeels) onvoorspelbaar werkpatroon moet de werkgever bij aanvang van de arbeidsovereenkomst referentiedagen en -uren verstrekken aan de werknemer. Dit zijn de dagen en uren waarop de werknemer kan worden verplicht om arbeid te verrichten. De werkgever dient bij elke oproep rekening te houden met de overeengekomen referentiedagen en -uren. Daarbuiten is de werknemer niet verplicht aan de oproep gehoor te geven.

Oproeptermijn
In het geval van een oproepovereenkomst geldt al de bepaling dat de werkgever ten minste vier dagen van tevoren bekendmaakt op welke tijdstippen de werknemer arbeid moet verrichten. Deze bepalingen gelden nu ook voor overeenkomsten met een (grotendeels) onvoorspelbaar werkpatroon. Roept de werkgever de werknemer te laat op (ook al is dat binnen de referentiedagen en -uren), dan is de werknemer niet verplicht aan de oproep gehoor te geven. Trekt de werkgever binnen deze vier dagen de oproep in, of wijzigt de tijdstippen, dan heeft de werknemer recht op loonbetaling conform de (oorspronkelijke) oproep. 

De oproeptermijn van vier dagen kan bij cao zijn verkort. Bij cao kunnen tevens functies zijn aangewezen waarop de bepalingen over de oproeptermijn en loondoorbetaling niet van toepassing zijn. Dit is enkel mogelijk voor in de cao aangewezen functies die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en niet aansluitend door dezelfde werknemer kunnen worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar.

Update Maaike Hilhorst, 12/2022

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden