16 december 2020

Van werk naar werk: drie lessen uit de cao-praktijk

Hoe stabiel een baan ook lijkt, het wegvallen ervan kan iedereen overkomen. Daar zijn veel mensen door de coronacrisis van doordrongen. Wat kunt u doen om medewerkers van werk naar werk te begeleiden? Het arbeidsvoorwaardenoverleg is één van de plekken waar u de beweging van-werk-naar-werk op gang kunt brengen, nog vóórdat de noodzaak van een nieuwe baan zich heeft aangediend. In dit artikel leest u hoe u als werkgever een goed fundament kunt leggen in de cao.

Van stewardess naar zorgmedewerker: de afgelopen tijd hebben tientallen personeelsleden van luchtvaartmaatschappijen wie ontslag boven het hoofd hangt zich gemeld voor een omscholingstraject. Zo zagen we meer van-werk-naar-werkinitiatieven tijdens de coronacrisis ontstaan. Een knap staaltje improvisatie van deze hard getroffen bedrijven en brancheverenigingen.

Toch is het eigenlijk zonde dat een ontwrichtende gebeurtenis als de coronacrisis nodig is om mensen hun werkperspectief te laten verbreden. Want ook los van crises zullen steeds meer mensen meerdere carrières in één loopbaan doorlopen, bijvoorbeeld omdat digitalisering hun functie verandert of omdat een baan mentaal of fysiek te zwaar is om meer dan veertig jaar vol te houden.

Daarom is het belangrijk dat medewerkers voldoende mogelijkheden hebben om zich al vroeg op ander werk te oriënteren. Dat betekent dat van-werk-naar-werk niet pas in een sociaal plan of bij ontslag aan de orde zou moeten komen, maar al daarvoor. Het arbeidsvoorwaardenoverleg kan een geschikte plek zijn om een fundament voor meer beweging op de arbeidsmarkt aan te leggen, zo laten verschillende voorbeelden zien.

Hieronder vindt u drie lessen uit de praktijk.

1. Aan de slag voor de klas: werk samen met een opleider

In de financiële sector verandert het karakter van werk van servicegeoriënteerd naar IT-georiënteerd. Dit betekent dat medewerkers op de bankkantoren hun werk de komende jaren ingrijpend zien veranderen of zelfs zien verdwijnen. Om te voorkomen dat zij massaal de WW instromen, heeft de sector preventief actie ondernomen. In het convenant ‘Aan de slag voor de klas’ zijn afspraken gemaakt om de overstap van de financiële sector naar het onderwijs makkelijker te maken en dit convenant is gekoppeld aan de cao’s van de aangesloten financiële instellingen. Bij de Rabobank heeft het programma bijvoorbeeld de aanstekelijke naam ‘Van Rabo naar Pabo’ gekregen. Een zelfde programma staat inmiddels in de steigers voor andere tekortsectoren, zoals zorg en welzijn. Wat dit initiatief tot een succes maakt? Dat er concrete afspraken zijn gemaakt met onderwijsinstellingen. Zo worden medewerkers niet slechts aangemoedigd om zich op een andere sector te oriënteren, maar krijgen ze ook meteen het juiste omscholingspakket aangeboden om de overstap daadwerkelijk te kunnen maken.

2. Go for IT: bied baanperspectief

Van werk naar werk betekent niet altijd dat van werkgever moet worden gewisseld. Dat laat PostNL treffend zien. Het post- en pakketbedrijf heeft in zijn cao afgesproken het programma ‘Go for IT’ op te zetten. Daarin krijgen medewerkers de kans om een IT-opleiding te volgen en op de IT-afdeling aan de slag te gaan. In de IT zal het werk de komende jaren immers fors groeien, terwijl andere divisies van PostNL krimpen. Het bijzondere van het programma is dat het gepaard gaat met een baangarantie. Zo’n garantie kan medewerkers net de zekerheid geven om de sprong naar een ander vakgebied te wagen. Afgesproken is dat er soortgelijke mobiliteitsprogramma’s voor andere toekomstbestendige divisies van het bedrijf worden opgezet, als uit de evaluatie blijkt dat dit programma succesvol is.

3. Doe als de dansers: neem financiële stress weg

Voor sommige beroepsbeoefenaars is een tweede of derde carrière al decennia de gewoonste zaak van de wereld. Denk maar aan voetballers, modellen en dansers. De laatste hebben al in 1987 een speciale stichting opgezet: Stichting Omscholing Dansers. Het uitgangspunt is: ‘it takes two to tango’, want aan het fonds dragen de dansgezelschappen én hun werknemers bij. In de cao Toneel en dans wordt de premie periodiek vastgesteld. Vanuit de Stichting wordt loopbaanbegeleiding en omscholing aangeboden en gefinancierd. Daardoor is het voor de dansers die het einde van hun carrière zien naderen zonder al te grote financiële stress mogelijk om klaargestoomd te worden voor een volgende stap, zelfs als het even duurt om de benodigde skills en vaardigheden aan te leren. Hoe anders professioneel dansen ook is dan het meeste werk waar AWVN-leden mee te maken hebben, toch kan het denken van juist dit type organisaties interessant zijn, bijvoorbeeld voor opleidingsfondsen die van oudsher meer op de eigen branche zijn gericht.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden