14 juni 2022

Aparte grensarbeidsregelingen stoppen 1 juli – wat nu?

Op 1 juli 2022 vervallen de speciale grensarbeidsregelingen met België en Duitsland. Ook vervallen dan de speciale corona-afspraken voor sociale zekerheid. Dat betekent ook dat het loon toerekenbaar aan elke werkdag in het woonland, daar is belast, en als de grensarbeider meer dan 25% (méér dan één dag bij een voltijds dienstverband) in het woonland werkt, de werknemer in het woonland sociaal verzekerd is. Dat kan leiden tot meer werkgeverslasten en tot meer administratieve lasten.
Let op: Op dit artikel is 30 juni een update verschenen. 


Grensarbeidsregelingen met België en Duitsland

De Nederlands belastingverdragen zijn geënt op het werklandbeginsel. Voor grensarbeiders geldt dat het loon belastbaar is in het land waar de werkzaamheden worden verricht. Veel grensarbeiders werkten voor de coronaperiode in Nederland. Het loon is dan belastbaar in Nederland.
Nederland heeft met België en Duitsland bijzondere afspraken gemaakt voor werknemers die normaliter in Nederland werken en die vanwege de coronamaatregelen vanuit huis werken. Op verzoek mag worden gedaan alsof de werknemer in Nederland zijn werkzaamheden verricht. In dat geval wordt in Nederland loonbelasting afgedragen over het loon toerekenbaar aan de in het woonland doorgebrachte werkdagen. Echter, deze maatregelen stoppen per 1 juli 2022 en worden niet verlengd. Wat gebeurt er daarna?
De Europese sociale zekerheidsverordening is ook geënt op het werklandbeginsel. De werknemer is sociaal verzekerd in het land waar hij werkt. Op dat werklandbeginsel bestaan twee uitzonderingen, namelijk detachering en werken in meer EU lidstaten. Voor de thuiswerkende grensarbeider is de tweede uitzondering relevant. Bij het werken in meer EU-lidstaten is de werknemer in het woonland (België of Duitsland) sociaal verzekerd als hij gemeten over een 12-maandsperiode tenminste 25% van de werkzaamheid in het woonland verricht. Dat betekent dat een voltijd medewerker één dag in de week (=20%) thuis kan werken met behoud van de Nederlandse sociale zekerheid. De bijzondere EU-maatregelen op sv-vlak in de coronaperiode, waarbij de werktijd in het woonland niet meetelt voor de vraag of de werknemer meer of minder dan 25% van de werkzaamheden in het woonland verricht, lopen ook af op 1 juli. Wat gebeurt er daarna?

Normale verdragstoepassing
Als de coronamaatregelen vervallen, dan herleeft de normale toepassing van de belastingverdragen. Ook gaat het 25%-criterium voor de sociale zekerheid weer een rol spelen.

Verdragstoepassing
De Nederlands belastingverdragen schrijven ten aanzien van grensarbeiders voor dat het loon uit arbeid dat toerekenbaar is aan de in het werkland doorgebrachte werkdagen, per de eerste werkdag is belast in het werkland (werklandbeginsel). Immers, zij zijn in dienstbetrekking van een Nederlandse werkgever. Dat betekent automatisch dat het loon toerekenbaar aan de in het woonland doorgebrachte werkdagen in het woonland (België of Duitsland) is belast. Dat heeft impact op de salarisverwerking in Nederland, omdat geen loonbelasting is verschuldigd in Nederland over de in het woonland doorgebrachte werkdagen.

Payrollverplichting?
De vraag is of een payrollverplichting geldt in het woonland voor de Nederlandse werkgever. Dat is doorgaans alleen aan de orde als de werkgever in het woonland een zogenaamde vaste inrichting heeft. Volgens sommige Belgische belastingadviseurs kan bij structureel thuiswerken van een medewerker daarvan sprake zijn als de betrokken werknemer meer dan 30 werkdagen op een 12-maandsperiode thuiswerkt [1]. In dat geval ontstaat op nationaal belastingniveau een vaste inrichting. Dat leidt onder andere tot de verplichting een lokale salarisadministratie te voeren, een aangifte vennootschapsbelasting in te dienen en een speciale afdracht te betalen aan een bepaald Belgisch fonds. Dat is ongeacht of de naar nationaal recht geconstateerde vaste inrichting doorwerkt naar het belastingverdrag [2].

Duitsland betrekt vooralsnog niet de stelling dat het structureel thuiswerken van werknemers kan leiden tot de aanwezigheid van een vaste inrichting. In dat geval kan de werknemer de verschuldigde belasting afdragen door het indienen van een aangifte inkomstenbelasting in het woonland.

Sociale zekerheid
Bij het werken in meer EU-lidstaten is de werknemer in het woonland (België of Duitsland) sociaal verzekerd als hij gemeten over een 12-maandsperiode tenminste 25% van de werkzaamheid in het woonland verricht. Dat betekent dat een voltijd medewerker één dag in de week (=20%) thuis kan werken met behoud van de Nederlandse sociale zekerheid. Bij twee of meer werkdagen in het woonland is de werknemer verplicht in het woonland sociaal verzekerd.
Dat kan leiden tot meer administratieve lasten (payrollverplichtig) en tot meer werkgeverslasten (hogere werkgevers- en / of werknemerspremies sociale zekerheid, bijvoorbeeld door het ontbreken van een plafond op het sociale zekerheidsloon). Het betekent in ieder geval dat de Nederlandse werkgever wordt geconfronteerd met een ander sociaal zekerheidsstelsel. Het uiteenlopen van het toepasselijke arbeidsrecht en het toepasselijke sociale zekerheidsrecht leidt tot specifieke problemen – denk o.a. aan de loondoorbetalingsperiode bij ziekte van de werknemer.

Toekomstige ontwikkelingen
Al eerder liet de staatssecretaris van Financiën zich in een Kamerbrief uit over de wens met de buurlanden een permanente grensarbeidersregeling in de belastingverdragen te willen opnemen.

In de brief aan de Tweede Kamer van 9 juni 2022 reageert hij op vragen uit de Tweede Kamer. De staatssecretaris geeft aan dat op initiatief van Nederland in overleg met onze buurlanden wordt bezien of mede vanwege het toegenomen thuiswerken, nieuwe afspraken kunnen worden gemaakt voor grensarbeiders in de belastingverdragen.

In zijn reactie geeft de staatssecretaris ook aan dat de regels uit de belastingverdragen op adequate wijze dubbele belastingheffing, ook voor thuiswerkende grensarbeiders, voorkomen. Dat is juist. Immers, voor het loon toerekenbaar aan de in het werkland doorgebrachte werkdagen, die in het werkland (Nederland) worden belast, moet het woonland een zogenaamde aftrek van dubbele belasting toestaan. Op die manier wordt dubbele belastingheffing voorkomen. Echter, daar gaat het niet om. Het gaat erom dat door de verdeling van de heffingsbevoegdheid over het woon- en werkland de administratieve lasten voor de werkgever toenemen, met name door een eventuele verplichting in het woonland een payroll te voeren. Bovendien missen grensarbeiders gunstige belastingregelingen in het werkland Nederland, zoals de aftrek van hypotheekrente en de heffingskortingen.

Tenslotte geeft de staatssecretaris aan dat het niet zeker of een thuiswerkregeling in de belastingverdragen er komt en, zo ja, hoe deze er precies uit zou zien. Als het al lukt om overeenstemming te bereiken over een verdragsaanpassing, dan zal het nog geruime tijd duren voordat deze van toepassing wordt.

Op het vlak van de Europese sociale zekerheid is het bijzondere dat deze is gebaseerd op een Europese Verordening. Dat is een multilaterale regeling die geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland. Hoewel door rechtsgeleerde schrijvers en lobbyisten thans gepleit wordt voor wijziging van deze verordening, bijvoorbeeld door het percentage van thuiswerken van 25% te verhogen naar 40%, is het niet zeker of op Europees gebied daadwerkelijk een oplossing wordt gevonden voor de grensarbeidersproblematiek.
Ook de snelheid waarmee een oplossing op Europees gebied voorhanden is laat zich thans moeilijk schetsen. Anderzijds is het zeer wel mogelijk dat op basis van individuele procedures van grensarbeiders het recht op thuiswerken op dezelfde wijze als werknemers in dienst van de werkgevers in Nederland afgedwongen kan worden. Immers, op basis van Europese regels hebben migrerende werknemers, waartoe grensarbeiders behoren, het recht op dezelfde fiscale en sociale voordelen als lokale werknemers.

Conclusie
Op 1 juli 2022 vervallen de speciale grensarbeidsregelingen met België en Duitsland. Ook vervallen per die dag de speciale corona-afspraken voor de sociale zekerheid. Dat betekent ook dat het loon toerekenbaar aan elke werkdag in het woonland daar is belast. Dat betekent dat als de grensarbeider meer dan 25% (méér dan 1 dag bij een voltijds dienstverband) in het woonland werkt, de werknemer in het woonland sociaal verzekerd is. Dat kan leiden tot meer werkgeverslasten en tot meer administratieve lasten. Dat is ongewenst.

De staatssecretaris van Financiën maakt er geen geheim van dat hij graag een grensarbeidersregeling wil opnemen in de belastingverdragen. Daarvoor is een wijziging van de geldende belastingverdragen noodzakelijk. Op dit moment is onduidelijk of een grensarbeidersregeling in de belastingverdragen wordt opgenomen en, zo ja, hoe deze er precies uit zou zien. Ook is duidelijk dat áls een grensarbeidersregeling in de belastingverdragen wordt opgenomen, deze in ieder geval niet voor 1 juli a.s. toepasselijk is.

Advies AWVN
U moet nagaan of in uw organisatie grensarbeiders werken en of deze, bijvoorbeeld op basis van een regeling structureel thuis te kunnen werken, regelmatig in het woonland werken. Vervolgens moet u nagaan wat de impact van het thuiswerken is van de verloning in Nederland. Immers, door het wegvallen van de speciale grensarbeidersregelingen kan de verloning in Nederland niet doorlopen zoals deze verloopt met toepassing van de speciale regelingen. AWVN staat u graag bij bij het in kaart brengen van de verplichtingen ten aanzien van grensarbeiders. Ook adviseert AWVN U graag concreet hoe om te gaan met de thuiswerkende grensarbeiders.

[1] Niet alle Belgische belastingadviseurs delen dezelfde mening als het gaat om de vraag of structureel thuiswerken leidt tot de aanwezigheid van een vaste inrichting. Wij raden u aan u goed te laten voorlichten door uw lokale adviseur.
[2] Voor de aanwezigheid van een vaste inrichting voor de toepassing van het belastingverdrag gelden meer en andere criteria. Bij het structureel thuiswerken zal niet snel sprake zijn van een vaste inrichting op belastingverdragsniveau. De in te dienen aangifte vennootschapsbelasting wordt dan ingediend naar een belastbare winst van nihil. Er geldt wel een verplichting de aangifte te doen.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden