30 april 2020

Blijft je woning bij vertrek naar buitenland eigen woning?

Een medewerker van het ministerie van Defensie vertrekt voor zijn werk naar de Verenigde Staten (VS). Tijdens zijn uitzending passen bekenden op zijn woning. De hypotheekrente blijft hij aftrekken van zijn belastbaar inkomen. Dat accepteert de Belastingdienst niet, omdat er geen sprake meer zou zijn van een eigen woning. Het Hof Den Bosch buigt zich over deze zaak.

Mogelijkheden eigen woning tijdens detachering
X werkt bij het ministerie van Defensie en wordt voor drie jaar uitgezonden naar de Verenigde Staten (VS). Uiteindelijk zal hij vier jaar in de VS verblijven, met zijn partner. Het stel beschikt in Nederland over een eigen woning. De betaalde hypotheekrente is aftrekbaar. In zijn zoektocht hoe om te gaan met de eigen woning tijdens de periode van detachering bezoekt X een door Defensie georganiseerde voorlichtingsbijeenkomst. Dat is handig, zo redeneert X, want er komt ook iemand van de Belastingdienst.

De belastingdienstmedewerker bespreekt de verschillende opties. Als de woning tijdens de detachering niet aan derden ter beschikking wordt gesteld, ook wel verhuur, kan de woning tijdens de detachering een eigen woning blijven, ongeacht of het stel een aantal jaren niet in de woning verblijft. Dat heeft te maken met een speciale bepaling uit de Wet op de inkomstenbelasting voor expats.

Wordt de woning tijdens de detachering wel verhuurd, dan verliest deze de status van eigen woning en is de hypotheekrente niet aftrekbaar. Dat hoeft niet financieel nadelig te zijn. Immers, de huur kan de betaalde hypotheekrente en gebruikslasten dekken. Het is ook mogelijk, zo informeert de medewerker van de Belastingdienst, om iemand op de woning te laten passen. Hij verwijst daarvoor naar het zogenoemde kraakwachtarrest van de Hoge Raad. De laatste optie, antikraak, spreekt X aan.

X en zijn echtgenote sluiten met bekenden een overeenkomst over het gebruik van de woning. De tijdelijke bewoners mogen een groot deel van de woning gebruiken, totdat X terugkeert naar Nederland of de woning wordt verkocht, met een opzegtermijn van 1 maand. De tijdelijke bewoners ‘bewaren’ de woning. Het is niet de intentie om een huurovereenkomst aan te gaan. De tijdelijke bewoners betalen een kostenvergoeding van € 250 per maand. De vaste kosten voor gas, elektra en verzekering blijven voor rekening van X. Na inschrijving in het bevolkingsregister van de tijdelijke bewoners op het tijdelijke woonadres is het klaar.

X trekt de betaalde hypotheekrente af van zijn belastbaar inkomen. De Belastingdienst weigert de aftrek, omdat de woning geen eigen woning meer is. X is het daar niet mee eens.

Woning ter beschikking van derden of niet?
In de procedure voor het Hof Den Bosch worden twee vragen beantwoord: is de woning een eigen woning? En is er sprake van opgewekt vertrouwen door de medewerker van de Belastingdienst?

De centrale vraag is of de woning ter beschikking is gesteld van derden. Uit de parlementaire geschiedenis leidt het Hof af dat van ter beschikking stellen aan derden sprake is als de woning wordt verhuurd of als wordt gedoogd dat derden de woning gebruiken. Van zodanige verhuur of gedoogd gebruik is geen sprake als de derde partij:

  • een afspraak heeft met de eigenaar dat hij er zorg voor draagt dat de woning niet wordt gekraakt;
  • geen vergoeding hoeft te betalen voor het gebruik, op een kleine bijdrage in de energiekosten na;
  • de woning moet verlaten als de eigenaar de woning wil betrekken, met andere woorden er is geen huurbescherming.

De Belastingdienst is het daarmee niet eens. De inspecteur is van mening dat:

  • de opzegtermijn te lang is;
  • het in een kraakwachtsituatie niet de bedoeling is dat een aanzienlijk deel van de woning wordt gebruikt;
  • de noodzaak tot kraakwacht niet bestond, omdat de woning nadien zeventien maanden heeft leeggestaan;
  • de tijdelijke bewoners een substantieel inkomen hadden;
  • de energiekosten voor rekening van de tijdelijke bewoners hoger waren dan in het kraakwachtarrest;
  • het gaat om een koppel en niet om een student, zoals in het arrest van de Hoge Raad;
  • het woord ‘kraakwacht’ in de overeenkomst niet wordt genoemd.

Deze argumenten overtuigen het Hof niet. Er is, gelet op de overeenkomst en de manier waarop aan de overeenkomst uitvoering is gegeven, sprake van een kraakwachtsituatie. Daarmee is de woning niet ter beschikking van derden gesteld en blijft de status van eigen woning behouden.

Aan de vraag of sprake is van opgewekt vertrouwen komt het Hof niet toe.

Flinterdunne scheidslijn tussen verhuur en kraakwacht
Het onderscheid tussen het verhuren van de woning of gedogen dat een derde de woning gebruikt en de situatie dat er sprake is van een kraakwacht is groot. De scheidslijn is flinterdun. In deze procedure ging het goed, omdat de overeenkomst en met name de manier waarop deze was uitgevoerd, volgens het Hof duiden op een kraakwachtsituatie. Zo was X tijdens de uitzending een aantal malen in Nederland. Dan gebruikte hij de woning weer. De tijdelijke gebruikers zaten dan even ergens anders.

Om de status van eigen woning tijdens detachering te behouden gelden de volgende voorwaarden:

  • de woning heeft tenminste één jaar als hoofdverblijf ter beschikking gestaan;
  • de woning staat de werknemer tijdelijk niet als hoofdverblijf ter beschikking;
  • de woning wordt niet aan derden ter beschikking gesteld;
  • de werknemer heeft samen met zijn partner geen andere woning die voor de belastingheffing als eigen woning wordt aangemerkt (koopwoning niet toegestaan, huren mag wel).

De situatie van een kraakwacht is uitzonderlijk. Vaker komt het voor dat de kinderen in de woning blijven wonen, bijvoorbeeld omdat ze in Nederland studeren. De staatssecretaris van Financiën heeft goedgekeurd dat de woning niet ter beschikking van derden, dat wil zeggen de kinderen, is gesteld als:

  • de woning uitsluitend door kinderen van de belastingplichtige of zijn partner wordt bewoond en die kinderen jonger zijn dan 27 jaar;
  • de kinderen, direct voorafgaand aan de uitzending, tot het huishouden van de belastingplichtige of zijn partner behoren;
  • de kinderen geen huur betalen.

In een situatie waarin, zonder medeweten van de vader, de vriendin van één van de zonen de woning betrok en zich inschreef op dat adres ging het alsnog mis. Het blijft dus oppassen geblazen.

Hebt u na het lezen van dit blog nog vragen? Neem dan contact op met de AWVN-werkgeverslijn via tel. 070 850 86 05 of werkgeverslijn@awvn.nl

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden