Intrinsiek gemotiveerd
Ubbink is een productiebedrijf van bouw- en installatiecomponenten voor woningen en heeft 220 medewerkers. Ubbink zoekt continu naar mogelijkheden voor het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Directeur Henk-Jan Wegman: “We hebben al sinds de jaren 70 een sociaal statuut waarin staat dat we werknemers economisch een toekomst bieden, naar gelijke kansen streven en goed voor de planeet moeten zorgen.
Dit kwam vanuit intrinsieke motivatie en was er allemaal voor de MVO-trend. Als een van de grootste werkgevers in de omgeving voelen we de lokale verantwoordelijkheid om hier iets mee te doen. Klanten waarderen het erg, maar dat is niet onze drijfveer, we zijn echt intrinsiek gemotiveerd”. Ubbink heeft nu 25 medewerkers met een arbeidsbeperking en is daarmee ruim over haar eigen sociale doelstelling van 10% heen.
Een constructie met veel voordelen
Ubbink creëert functies op groepsniveau voor mensen met een beperking. Decennialang zijn sommige delen van de productie uitbesteed aan SW-organisaties in de buurt. In 1996 zijn tijdens een piekperiode SW-medewerkers intern geplaatst om snel orders weg te werken. Dit beviel zo goed, dat de constructie is omgezet naar een permanente situatie. Het biedt Ubbink veel voordelen: de omschakeling naar nieuwe werkzaamheden kost minder tijd, het bedrijf werkt flexibeler en efficiënter.
De medewerkers werken op detacheringsbasis vanuit het SW-bedrijf. Op een aparte subafdeling voert een team van 16 werknemers taken uit als assembleren, inpakken, stickers opplakken, ringen in bochtjes stoppen, etc. Dit zijn voorbereidende werkzaamheden voor de daadwerkelijke productielijn.
Het SW-bedrijf selecteert de kandidaten, die beginnen via een proefplaatsing. Er vinden veel evaluaties plaats, maar dit verschilt niet van het proces bij uitzendkrachten of reguliere werknemers.
Een subproductieleider neemt de begeleiding van de werknemers met een beperking op zich. Hij weet precies wat er die dag moet gebeuren en zet de werknemers aan het werk op voor hun passende plekken in het proces. De aanpak is heel persoonsgericht. Sommigen vinden het leuk als hun taken een beetje variëren en dan wordt er aan job rotation gedaan, maar sommigen vinden dat helemaal niets en die werken zoveel mogelijk aan dezelfde taak. Henk Jan Wegman: “Onze ervaring leert dat het goed is de begeleiding intern te regelen en iemand verantwoordelijk te maken, want op de meest onverwachtse momenten is begeleiding nodig.”
Het project is kostenneutraal voor Ubbink. Het tempo van de medewerkers met een beperking ligt lager en daarom zijn er aangepaste normtijden en tarieven voor deze groep. Het project biedt Ubbink daarnaast een positieve invloed op de werksfeer en geeft overige medewerkers de ruimte om andere taken op te pakken.
Samen darten en doorgroeien
Inclusief ondernemen zit in het DNA van Ubbink. Mede hierdoor vindt Ubbink binnen het bedrijf steeds meer werk dat past bij de doelgroep. Hierdoor stijgt ook het aantal medewerkers.
De medewerkers die vanuit de SW gedetacheerd zijn, werken volledig geïntegreerd tussen de reguliere werknemers. Wegman: “Iedereen is blij met ze, ze brengen een heel stuk sfeer in het bedrijf. Het zijn gewoon onze collega’s, we zien ze niet als aparte groep. Ze doen overal aan mee: van de dartcompetities tot het personeelsfeest en van kerstpakketten tot werkkleding. En natuurlijk eten ze ook gewoon mee in de kantine. Zelf hebben ze helemaal niet meer het gevoel dat hun werkgever de SW is, voor hen is Ubbink hun werkgever.”
Henk Jan Wegman: “Durf de talenten van deze mensen aan te spreken. Kijk goed naar het eenvoudige werk dat je in huis hebt. Dat kan je anders organiseren, zodat verstandelijk gehandicapten het kunnen doen.” Door deze visie komt het regelmatig voor dat mensen doorgroeien van de assemblageafdeling naar andere afdelingen bij Ubbink.
Er is echter altijd sprake van maatwerk; SW-werknemers worden stapje voor stapje overgebracht naar een nieuwe taak of afdeling. Wegman: “We willen talenten een kans geven. Er is niet altijd ruimte, maar omdat we iets van 10% variabel aanhouden bij ons personeel (uitzendkrachten), is er altijd een klusje te doen voor mensen. Als we mensen nodig hebben op een afdeling en we weten dat SW-werknemers dat willen proberen, dan doen we dat graag voor en met ze.”
Ubbink bespreekt de risico’s met de intern begeleider en de werkcoach van het SW-bedrijf. Daarna worden de mensen stapsgewijs begeleid in hun overstap naar een andere afdeling. Dit wordt gemonitord tot ze de functie volledig vervullen.
Sommige SW-werknemers vinden het leuk om door te groeien, maar het grootste gedeelte van de mensen blijft werken op de assemblage afdeling. Ubbink stelt het individu voorop en blijft altijd in gesprek met alle betrokkenen. Henk Jan Wegman: “Er is bijvoorbeeld een dame die regelmatig bijspringt in de kantine. Als de vaste krachten op vakantie zijn, komt zij meehelpen. Ze vindt dat prachtig en straalt: heel leuk om te zien. Een andere jongen had al eerder gewerkt maar was door drukte in zijn hoofd in de SW-voorziening gekomen. Hij is bij ons in het productieproces gaan werken en stapje voor stapje kon hij meer taken vervullen. Nu is hij weer redelijk volledig inzetbaar en is hij machinebeheerder. Heel leuk om het enthousiasme van hem te zien.”
Gepubliceerd 2015/2016