Logo AWVN
01 oktober 2025

Personeelsbehoud bij crisis: wetsvoorstel naar Raad van State

Het demissionaire kabinet heeft afgelopen vrijdag, 26 september, het Wetsvoorstel personeelsbehoud bij crisis (Wpc) naar de Raad van State gestuurd.

 

In crisissituaties zoals oorlogen, pandemieën of uitzonderlijke weersomstandigheden wil het kabinet voorkomen dat werkgevers in de problemen komen en werknemers daardoor hun baan verliezen. In zulke onvoorzienbare situaties kunnen bedrijven tijdelijk minder werk hebben. De Wpc ondersteunt werkgevers om in tijden van crisis zoveel mogelijk werknemers te behouden.
Het wetsvoorstel is onderdeel van het bredere pakket met hervormingen voor de arbeidsmarkt dat volgde op het MLT-advies van de SER, en is uitgewerkt in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties. Na internetconsultatie en de uitvoeringstoetsen is de wet op een aantal onderdelen aangepast – met name om de uitvoerbaarheid te verbeteren.

Hoofdlijnen wetsvoorstel Wpc

Het wetsvoorstel is bedoeld voor werkgevers die door een crisis over twee maanden ten minste 20% minder werk hebben. De regeling definieert wat wordt verstaan onder een crisis in de zin van dit wetsvoorstel: een onvoorzienbare omstandigheid die in redelijkheid niet tot het reguliere ondernemersrisico is te rekenen en waarvan het aannemelijk is dat die leidt tot verlies van arbeidscapaciteit.
In een dergelijke crisissituatie kunnen werkgevers gebruikmaken van de instrumenten uit de Wpc. Die zijn bijvoorbeeld herplaatsing, of verminderde loondoorbetaling en loonsubsidie.
Bij herplaatsing kan een werkgever tijdelijk eenzijdig de werkzaamheden van het personeel wijzigen door zijn werknemers andere passende werkzaamheden te laten verrichten. Zo kunnen werknemers zoveel mogelijk blijven doorwerken. Werkgevers moeten hun personeel in dat geval dan wel 100% van het loon blijven doorbetalen.
De Wpc biedt werkgevers ook de mogelijkheid om hun werknemers 10% minder loon te betalen over de uren die door de crisis niet gewerkt kunnen worden. Als een werkgever hiervoor kiest, kan hij vervolgens ook loonsubsidie aanvragen bij het UWV. De werkgever krijgt dan een subsidie voor 65% van de loonkosten over de niet-gewerkte uren plus een opslag van 23,5% voor werkgeverslasten. Deze subsidie wordt betaald uit het Awf. Dit wordt gedekt door een verhoging van de Awf-premie met 0,04%. De resterende loonkosten (25%) betaalt de werkgever.

Uitvoerbaarheid verbeterd

Naar aanleiding van het commentaar dat de internetconsultatie op een eerdere versie van de Wpc heeft opgeleverd, is het wetsontwerp aangepast om de uitvoerbaarheid te verbeteren. In geval van een grote crisis kunnen de aanvragen snel oplopen. Daarom is na internetconsultatie en de uitvoeringstoetsen besloten dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij een grote crisis een aantal criteria kan vaststellen, waardoor snel duidelijk wordt welke bedrijven in ieder geval geraakt zijn door een crisis. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan het vaststellen van postcodes na een overstroming. Hierdoor hoeft het UWV niet bij ieder bedrijf afzonderlijk te toetsen of het is geraakt door de crises en kan het vele aanvragen tijdig afhandelen.
Ook kan een werkgever direct in beroep gaan bij de bestuursrechter na een besluit van het UWV over de aanvraag, zonder daar eerst bezwaar te hoeven maken. Deze aanpassing moet werkgevers in crisistijd snel duidelijkheid geven.

AWVN is blij met het wetsvoorstel dat werkgevers ondersteunt om hun werknemers in dienst te kunnen houden in tijden van crisis en hoopt dat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk wordt ingevoerd.

Deel dit artikel via: