05 juli 2023

Crisisregeling Personeelsbehoud, opvolger WTV, krijgt vorm

In een brief van 30 juni 2023 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de hoofdlijnen van de Crisisregeling Personeelsbehoud uitgewerkt. De maatregel, die in april dit jaar al werd gepresenteerd als onderdeel van het pakket maatregelen voor het hervormen van de arbeidsmarkt, is bedoeld voor uitzonderlijke situaties die buiten het ondernemersrisico vallen. De regeling gaat op termijn de huidige regeling Werktijdverkorting (WTV) vervangen: het streven is dat het ontwerpwetsvoorstel medio 2024 naar de Tweede Kamer gaat.

 

Voorgeschiedenis Crisisregeling Personeelsbehoud

Op dit moment geldt voor uitzonderlijke omstandigheden nog de regeling WTV, maar die voldeed niet tijdens de coronapandemie. De Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), die toen in het leven werd geroepen, bleek niet gericht genoeg. Daarom werd in het coalitieakkoord ingezet op een completere regeling. De Crisisregeling Personeelsbehoud (hierna: CP) is de invulling van de budget-neutrale deeltijd-WW die in het coalitieakkoord werd aangekondigd.

CP - overstroming
Een overstroming behoort niet tot het normale ondernemersrisico (beeld: Pixabay).

Doel CP

Het doel van de CP is om werkgevers en hun werknemers te ondersteunen in het behouden van banen in een crisis die buiten het normale ondernemersrisico ligt. Denk hierbij aan een crisis waar de werkgever geen invloed op heeft en waar hij zich redelijkerwijs niet op heeft kunnen voorbereiden, zoals (de gevolgen van) oorlogen, pandemieën en overstromingen. Bedrijven kunnen er aanspraak op maken als er over twee maanden gemiddeld tenminste twintig procent minder werk is. Er is tweemaal verlening mogelijk van telkens maximaal twee maanden.

Toegang tot de CP

De toegang tot de CP wordt afgebakend tot bepaalde in de regeling genoemde crises. Een aantal hiervan valt op dit moment onder de WTV zoals brand, extreme weeromstandigheden (overstromingen, blikseminslag, schade door hagel, aardbevingen) en door de overheid opgelegde maatregelen als gevolg van het uitbreken van een dierziekte. Daarnaast komt er een lijst met een aantal risico’s waarbij pas na een beslissing van de minister van SZW toegang tot de CP bestaat. De minister toetst daarbij of er sprake is van
(1) een onvoorzienbaarheid
(2) de verwachting is dat de impact van de crisis minimaal één maand zal duren
(3) de verwachting is dat de crisis bij Nederlandse bedrijven tot 20% werktijdverkorting zal leiden.
Bij een onvoorziene crisis die niet in de regeling is genoemd, kan de minister aan de hand van deze criteria besluiten om de CP voor deze concrete crisis open te zetten.

Voor welke werkgevers?

De regeling is bedoeld voor alle werkgevers die WW-premie aan het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) afdragen waaruit ook de CP zal worden gefinancierd. Overheidswerkgevers zijn daarmee uitgesloten van de CP. Om de verwachte toekomstige crisisuitgaven te dekken wordt de AWf-premie straks verhoogd met 0,03%.

Inhoud van de CP-regeling

In geval van een (erkende) crisis heeft een werkgever binnen de regeling twee opties: herplaatsing of tegemoetkoming.
Herplaatsing Bij herplaatsing kan een werkgever tijdelijk eenzijdig de werkzaamheden van de werknemers wijzigen, door ze in een andere functie of op een andere locatie te laten werken. Zo kunnen werknemers zoveel mogelijk blijven doorwerken. Werkgevers moeten hun personeel dan wel 100% blijven doorbetalen. Bij herplaatsing op een ander locatie geldt dat de extra reistijd dan telt als werktijd en de extra reiskosten volledig vergoed worden.
Tegemoetkoming De tweede mogelijkheid is een tegemoetkoming zodat een werkgever loon kan blijven betalen over niet gewerkte uren. De CP regelt dat de werkgever een financiële bijdrage van zestig procent kan krijgen voor loon over niet-gewerkte uren, met een opslag van 23,5 procent voor werkgeverslasten zoals bijvoorbeeld werkgeverspremies. Het loon waarmee wordt gerekend is gemaximeerd op het maximumdagloon. Voorwaarde van de financiële tegemoetkoming is dat ook de werknemer een bijdrage zal leveren. Dit gebeurt door een tijdelijke vermindering van het loon van 20% over de niet-gewerkte uren, met een maximum van 10% van het totale loon. De werknemer moet wel altijd ten minste het minimumloon ontvangen. Het resterende loon over de niet-gewerkte uren komt voor rekening van de werkgever zelf. Dit varieert tussen de 20% en 30% van het loon over de niet-gewerkte uren (afhankelijk van de hoogte van de werknemersbijdrage). Op deze manier dragen werkgevers, werknemers en de overheid de kosten samen. In de brief is een aantal rekenvoorbeelden opgenomen ter verduidelijking van de gevolgen voor werkgever en werknemer.

De aanvraagprocedure CP

Hoe de aanvraagprocedure eruit gaat zien is nog niet bekend. Wel geeft de minister in de brief aan dat de werkgever, voorafgaand aan de CP-aanvraag, advies vraagt aan de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of een personeelsvergadering over het gebruik van de CP. De werkgever is ook verplicht om de vakbond te informeren over de voorgenomen CP-aanvraag. Hoe dit moet gebeuren zonder dat dit tot onnodige vertragingen leidt moet nog worden uitgewerkt.

Verdere uitwerking CP-regeling

De regeling wordt nog verder uitgewerkt en kan op punten nog wijzigen. Het streven is dat het ontwerpwetsvoorstel aan het einde van deze zomer in internetconsultatie gaat en medio 2024 naar de Tweede Kamer.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden