08 oktober 2019

Het moedige voorkeursbeleid van TU Eindhoven

Een voorhoede van bedrijven moet van de SER voorrang geven aan vrouwen bij het vervullen van vacatures in de Raad van Commissarissen. De TU Eindhoven maakte eerder al bekend voor anderhalf jaar uitsluitend vrouwen aan te zullen nemen voor alle wetenschappelijke functies. Andere bedrijven en organisaties overwegen vergelijkbare stappen om het aantal vrouwen in hogere functies te vergroten.

De eerste vraag die vaak opkomt is: mag dat zomaar? Wat zijn de spelregels bij positieve discriminatie?

Dat krijgt nieuwswaarde als er een klacht over wordt ingediend bij de rechter of het College van de Rechten van de Mens, zoals onlangs gebeurde met het beleid van de TU Eindhoven. Dus ging Radio 1 op zoek naar antwoorden op deze vragen en kwam bij mij terecht, vanwege mijn veertien jaar ervaring als plaatsvervangend lid van het College van de Rechten van de Mens en als gelijke-behandelingsexpert bij AWVN.

Mijn antwoorden kunt u beluisteren bij Nieuws&Co op Radio 1 (24 september 2019). De ultrakorte samenvatting van dat interview: ‘Mag het?’ ‘Dat zou kunnen’.

Wat mij vooral intrigeert vanuit mijn huidige expertise (het organiseren van verandering) zijn de vragen die niet direct worden gesteld, zoals: werkt dit? Of: wat zou je nog meer kunnen doen? Is dit een slimme zet voor een werkgever? Tenslotte gaat het om het doorbreken van oude patronen waarvan we maatschappelijk al lang zeggen dat we hiermee moeten stoppen, een verandering die we allemaal zo graag zouden willen organiseren.

Voorkeursbeleid

Om in te gaan op de vraag ‘mag dit?’, eerst maar een onderbouwing van mijn antwoord ‘het zou kunnen’.
Als mensen maken we continu onderscheid, bijvoorbeeld wie we wel en niet leuk vinden. Dat mag, de wet (en internationale verdragen) zegt dat je geen direct onderscheid mag maken op bepaalde expliciete gronden, zoals godsdienst, ras, maar ook geslacht. De TU Eindhoven doet precies dat laatste met haar beleid ‘vrouwen eerst’. De wet geeft echter ook een uitzondering, namelijk als dat onderscheid bedoeld is om een bepaalde achterstand weg te werken. Expliciet zijn daarvoor twee voorbeelden benoemd: achterstanden voor mensen met een bepaalde afkomst en voor vrouwen, want voor die twee categorieën werkt de arbeidsmarkt in zijn algemeenheid niet goed. En in wetenschappelijke functies is al lang bekend dat de arbeidsmarkt voor vrouwen niet optimaal werkt, daar is iedereen het over eens. Het probleem speelt niet alleen bij topfuncties, maar begint al bij de ‘aanvoer’ en dus de doorstroom. Wat de TU Eindhoven doet, zou dus kunnen.

Of het ook echt mag, wordt bepaald door de toets of het ook proportioneel is. Met andere woorden: moet er zo zwaar worden ingezet of zou het ook een onsje minder kunnen? Uit alle studies komt naar voren dat het veranderen van dit soort patronen alleen kan met integraal beleid. In dit geval een mix van de juiste wervingsstrategie, een voldoende diverse selectiecommissie inclusief training op het onderkennen van vooroordelen, voldoende oog voor doorstroming, etc. Het is aan het College om het tot nu toe gevoerde beleid van de TU Eindhoven hierop te beoordelen.

Vernieuwend werkgever
Ik weet dat alle universiteiten (en vele andere organisaties) al lang proberen om het oude patroon te doorbreken, zo ook de TU Eindhoven. En ik werk graag vanuit vertrouwen. In dit geval houdt dat in dat ik denk dat het bestuur daar niet over één nacht ijs is gegaan. Anders besluit je niet om jezelf zodanig in de schijnwerpers te zetten.

Vanuit het perspectief van de veranderaar en dat van de werkgever verwacht ik dat dit beleid nu al werkt. Want je zult als man wel twee keer nadenken, voordat je solliciteert op een wetenschappelijke functie bij deze werkgever (misschien alleen als je zin hebt in wat rechtszaken), zelfs ongeacht het komende oordeel van het College. Daarmee bereikt deze werkgever waarschijnlijk precies haar doel: zichzelf positioneren als een vernieuwend werkgever, een instituut dat echt alles probeert te doen om dat te bereiken wat we al zo lang voor elkaar proberen te krijgen. Met een onderscheidende aanpak, die we wetenschappelijk kunnen proberen te volgen, om te kijken of dit werkt. Employer branding in actie, geladen met maatschappelijke waarde. Iets wat we van een instituut als een universiteit mogen verwachten. Ik ben benieuwd: wie volgt?

Lars Doyer,
als adviseur arbeidsverhoudingen werkzaam voor AWVN tot 2021.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden