Mag iemand zomaar een huisdier meenemen naar de werkplek?
Niet als de arbeidsomstandigheden van werknemers daarmee in het geding komen. Er is een uitspraak van de rechtbank Rotterdam waarin de werkgever zijn hond meeneemt naar kantoor. Een werknemer is allergisch voor hondenharen en wordt ziek. De bedrijfsarts brengt haar ziekteverzuim in verband met de hond op kantoor.
De werkgever voert enkele aanpassingen door op de werkvloer (bijvoorbeeld een luchtverfrissingsapparaat), maar hij blijft de hond meenemen naar kantoor. Volgens het UWV voldoet de werkgever hiermee niet aan de re-integratie.
De werknemer vraagt de rechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een transitievergoeding en een aanvullende billijke vergoeding. Zij vindt dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter merkt op dat de situatie waarin een werknemer arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van verwijtbaar onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden hier een voorbeeld van is. In art. 3 van de Arbowet is immers bepaald dat de werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers en daartoe beleid voert dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden.
In dit geval heeft de werkgever onvoldoende zorg gedragen voor een gezonde werkomgeving en daarom handelt hij volgens de rechter ernstig verwijtbaar. Verder stelt de rechter voorop dat het houden van een hond op een kantoor geen algemeen normaal gebruik is en dat de hond niet al bij aanvang van het dienstverband op kantoor was. De werknemer hoefde dan ook geen rekening te houden met de aanwezigheid van een hond op kantoor. De kantonrechter oordeelt dat wanneer een werknemer hinder ondervindt van de hond – dat kan allergie zijn, maar bijvoorbeeld ook angst – en wel zodanig dat dit van invloed is op de gezondheid en het welbevinden van de werknemer, een werkgever maatregelen dient te nemen. De meest voor de hand liggende maatregel is in dat geval het thuislaten van de hond.