In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat er een besparing plaats zal vinden van € 200 miljoen per jaar op de WW vanaf 2027. Er werden verschillende bezuinigingsmogelijkheden genoemd. Er is nu voor gekozen deze besparing in te vullen met een verkorting van de maximale WW-duur van 24 naar 18 maanden per 1 januari 2027, waarbij de maximale duur van de WW geleidelijk omlaag gaat.
Voor de loongerelateerde uitkering (LGU) van de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de Werkloosheidswet is er destijds, omwille van vereenvoudiging, voor gekozen om hoogte en duur van de twee uitkeringen te harmoniseren. Dat betekent dat inkorting van de maximale WW-uitkeringsduur, ook leidt tot inkorting van de maximale uitkeringsduur van de loongerelateerde WGA-uitkering: tot 18 maanden, dus. Werknemers met een WGA-uitkering ontvangen daardoor eerder een loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering.
• Reservering OCTAS Het kabinet heeft er voor gekozen om alvast € 200 miljoen te reserveren voor de uitwerking van de aanbevelingen van OCTAS (Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel) voor aanpassing van de WIA.
• SMC-uitvoeringskosten De vraag naar sociaal-medische beoordelingen (bijvoorbeeld WIA-keuringen of herkeuringen) is al jaren groter dan het aantal beoordelingen dat UWV kan verrichten. Er wordt nu aanvullende financiering beschikbaar gesteld voor het UWV, om de taakdelegatie bij sociaal-medische centra uit te breiden. Door taakdelegatie worden delen van de sociaal-medische beoordelingen uitgevoerd door sociaal-medisch verpleegkundigen en arbeidsdeskundigen, waardoor de verzekeringsarts efficiënter is in te zetten.
• 60-plussersmaatregel Om de achterstanden van het UWV bij de keuringen te verkleinen, wordt vanaf 1 september 2025 de vereenvoudigde WIA-keuring voor 60-plussers weer ingezet voor een periode van twee jaar. De maatregel zorgt ervoor dat 60-plussers die wachten op hun WIA-keuring, tijdelijk vereenvoudigd worden beoordeeld. De vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers zal er in de meeste gevallen op neer komen dat niet langer een verzekeringsarts beoordeelt of zij in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. Werknemers die vanaf 1 september een WIA-keuring aanvragen en op het moment van de aanvraag 60 jaar of ouder zijn, kunnen dan – samen met de werkgever – instemmen met een vereenvoudigde keuring.
Dit heeft tijdelijk hogere WGA-uitkeringen als gevolg, waardoor de WIA-uitgaven toenemen. Werknemers komen in principe in aanmerking voor een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering (WGA 80-100%), tenzij ze nog werken en minder dan 35% inkomensverlies hebben. In dat geval krijgen ze geen uitkering (zoals nu ook het geval is).
De vereenvoudigde beoordeling kan alleen plaatsvinden als de werknemer en de werkgever daarmee instemmen. Als de bedrijfsarts heeft vastgesteld dat de werknemer helemaal geen mogelijkheden meer heeft om te werken, zal een verzekeringsarts beoordelen of de werknemer voor een (hogere) IVA-uitkering in aanmerking komt.
De WGA-uitkering voor de 60-plusser wordt niet doorberekend aan de werkgever, maar betaald uit het Aof.
• Kwijtschelden voorschotten Als gevolg van de lange wachttijden bij de WIA-keuringen, geeft het UWV aan werknemers een voorschot op de WIA-uitkering. Werknemers kunnen in financiële problemen komen als later blijkt dat zij deze voorschotten moeten terugbetalen omdat ze geen recht hadden op een uitkering. Daarom wordt sinds medio 2021 op grond van buitenwettelijk beleid het voorschot in deze gevallen kwijtgescholden. Het kabinet vindt het voeren van tijdelijk buitenwettelijke beleid onwenselijk omdat dit leidt tot rechtsonzekerheid. Daarom wordt dit beleid structureel en wettelijk gemaakt, zodat het beleid voorspelbaar is voor langdurig zieke werknemers. De maatregel zorgt voor extra WIA-uitgaven.
Log in met de gebruikersnaam die je altijd gebruikt en die bij ons bekend is, maar met het wachtwoord van je bijbehorende werk- school- of privéaccount van Microsoft of Gmail