10 maart 2023

Onderhandelingen? Dan moet u dit weten over de CPB-ramingen!

Het CPB heeft Centraal Economisch Plan (CEP) 2023 gepubliceerd. Hierin raamt het planbureau de economische ontwikkelingen van het lopende jaar en de komende jaren. Politici en economen keken reikhalzend naar de CEP uit en ook werkgevers doen er verstandig aan de cijfers op een rij te hebben – zeker als u momenteel van uw arbeidsvoorwaardenpakket aan het vernieuwen bent. We zetten voor u de tien belangrijkste conclusies op een rij.

1. De Nederlandse economie heeft de coronacrisis en energiecrisis goed opgevangen, beter dan de ons omringende landen. De economische groei is wel mager, maar houdt voorlopig wel aan (1,6% in 2023 en 1,4% in 2024). Dat Nederland sneller herstelt dan andere landen, komt voor een deel door het ingrijpen door de overheid in beide crises, maar dit is niet de volledige verklaring. Wat wel, is nog de vraag.

In het AWVN-dataportaal is onder ′Arbeidsvoorwaarden′ een dashboard te vinden met het macro-economische beeld. Doe er uw voordeel mee!

2. Het aanpassingsvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven en de maatschappij tijdens de energiecrisis is opvallend groot. Nederland is sterk afhankelijk van gas, maar bedrijven, overheden en burgers hebben razendsnel op de prijsstijgingen ingespeeld door minder of andere energiebronnen te gebruiken en te verduurzamen.

3
. De prijzen van energie zijn deze winter lager dan verwacht en als de volgende winter niet al te streng wordt, dan keren deze naar verwachting niet meer terug naar de extreme niveaus van afgelopen herfst en blijven de gasvoorraden voorlopig goed gevuld. Als er wel een erg strenge winter optreedt, zien de vooruitzichten er minder goed uit en neemt bijvoorbeeld ook de koopkracht af. Dat scenario is niet waarschijnlijk, maar het laat wel zien dat de ramingen gevoelig zijn voor de gasprijzen.

4
. Verontrustend is dat de inflatie aan het verbreden is naar andere producten en diensten dan energie en dat daardoor ook de zogeheten kerninflatie oploopt (inflatie minus energie en voedsel). Daardoor zal de inflatie hardnekkig hoog blijven de komende jaren (een consumentenprijsindex (CPI) van rond de 3%).

5
. De aanpassing van de inflatiemethode die het CBS aan het doorvoeren is, doet veel voor het beeld van de prijzen. Vorig jaar werd de inflatie volgens de oude methode stevig overschat (3% hoger), dit jaar stevig onderschat (ruim 3% lager). Het CBS gaat in de loop van dit jaar over op een nieuwe methode die de energieprijzen accurater meeneemt. In de ramingen voor 2024 komt de inflatie in de beide methoden weer uit op hetzelfde niveau.

6
. De arbeidsmarkt blijft krap en de werkloosheid loopt maar heel licht op (3,9% in 2023). Wat wel echt verandert: de groei van werkgelegenheid kwam eerder vooral door groei van banen in de marktsector, de komende jaren komen de vacatures meer voor rekening van de publieke sectoren. De overheid neemt dus als het ware het stokje over.

7
. De koopkracht laat voor 2023 een klein minnetje (-0,2%) zien en zit daarna in de lift. Dit maakt de klap van de jaren ervoor voor de meeste huishoudens echter niet goed. Daarom is het beter om naar de koopkracht over meerdere jaren te kijken om de gevolgen van de energieschok goed in beeld te krijgen. Mensen met lagere inkomens, waaronder uitkeringsgerechtigden, hebben een grotere koopkrachtstijging dan mensen met hogere inkomens. Maar let op: de inflatie slaat ongelijk toe. Lagere inkomensgroepen geven een groter deel van hun inkomen uit aan energie.

8
. Zorgwekkend is dat de armoede naar verwachting gaat toenemen naar bijna een miljoen mensen in 2024. Het CPB gaat er vanuit dat de inkomensmaatregelen waarmee de laagste inkomens nu nog worden gesteund, zoals de hogere toeslagen, vanaf volgend jaar aflopen. Het kabinet heeft daarover nog niet besloten, maar uit de eerste reacties op de CEP is op te maken dat diverse politieke partijen daar wel op gaan aandringen. Als er niet ingegrepen wordt, raken de doelstellingen van het kabinet (een halvering van de armoede) uit beeld.

9
. Het CPB gaat ervan uit dat de cao-lonen de komende jaren blijven stijgen, namelijk 5 procent in 2023 en 5 procent in 2024. Ook daarna verwacht het CPB dat de loonstijgingen fors zijn: gemiddeld 4,5 procent in de periode 2022-2026 en gemiddeld 3,3 procent in de periode 2027-2031. Vooral de langjarige voorspellingen zijn hoogst onzeker.

10
. De AIQ – het deel van het nationale inkomen dat naar huishoudens gaat – liep tijdens de coronacrisis hard op: huishoudens hielden meer dan gebruikelijk over van het nationale inkomen, mede dankzij de NOW. Na 2020 lag de AIQ juist onder het langjarig gemiddelde. Omdat de lonen naar verwachting blijven stijgen en huishoudens dus meer inkomsten genereren, komt de AIQ wel weer op het oude niveau terug. Het CPB benadrukt dat het te simpel is om te stellen dat bedrijven een groter deel van de koek nemen of hebben genomen, omdat de AIQ niet laat zien wat er aan herverdeling plaatsvindt. Daar gebeurt het een en ander, want de overheid heeft minder inkomsten en geeft meer uit. Anders gezegd: de overheid vangt een deel van de economische klappen op, waardoor het deel van de koek van huishoudens op niveau blijft en bedrijven geen groter deel van de koek overhouden.

Geen glazen bol

Bovenstaande verwachtingen geven een inkijkje in de economie van de komende jaren. Het blijft belangrijk om de ramingen op de juiste waarde te schatten. Want al zijn de rekenmeesters van het CPB razendknap; ook zij beschikken niet over een glazen bol. Met een disruptieve gebeurtenis – een pandemie of oorlog – is geen rekening te houden, terwijl die het beeld radicaal veranderen, weten we. Geen in beton gegoten cijfers dus. Toch is het goed om te zien waar Nederland op afkoerst, zodat u als werkgever ook zo goed mogelijk uw koers kunt bepalen.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden