25 augustus 2020

Pensioenakkoord: wat werkgevers moeten doen

Het ledenparlement van vakbond FNV heeft in juli 2020 met een grote meerderheid voor de uitwerking van het vorig jaar afgesloten pensioenakkoord gestemd. Daarmee kan het kabinet nu eindelijk aan de slag gaan met de vormgeving van een nieuw pensioenstelsel. Ook werkgevers moeten aan de bak: in 2026 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast aan de nieuwe pensioenregels.

 

Voordat werkgevers hiermee aan de slag kunnen gaan, moet eerst een aantal wetten worden aangepast. Hiermee start het kabinet na de zomer. Daarna is de Tweede Kamer aan zet. Over anderhalf jaar – op 1 januari 2022 – moet de nieuwe wetgeving van kracht worden. Sociale partners krijgen dan tot uiterlijk 1 januari 2026 de tijd om hun pensioenregelingen aan te passen en over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit heet de transitieperiode. Er komen handreikingen voor werkgevers over wat daarbij komt kijken. Iedere werkgever met een pensioenregeling bij een ondernemingspensioenfonds, algemeen pensioenfonds, verzekeraar of premiepensioeninstelling moet een transitieplan maken. Bij bedrijfstakpensioenfondsen doen de cao-partijen dat. Binnen de transitieperiode kunnen sociale partners op een zelf gekozen moment de overstap maken. Dit biedt ruimte voor maatwerk.

Nog bekeken wordt of het mogelijk is om direct per 1 januari 2022 al over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit wordt tijdens het wetgevingsproces duidelijk. De uiterste datum waarop alle pensioenregelingen moeten zijn aangepast staat vast, dat is 1 januari 2026. Wettelijk wordt voorgeschreven wanneer bepaalde mijlpalen gehaald moeten zijn en wie daarvoor verantwoordelijk is. Er zijn mijlpalen in het arbeidsvoorwaardelijke proces en in het implementatie- en uitvoeringsproces. In de figuur hieronder is uitgegaan van het proces bij pensioenfondsen.

pensioenakkoord, tijdschema

Pensioenregeling bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen

Het transitieproces verloopt bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen anders dan bij pensioenfondsen. Voor pensioenregelingen ondergebracht bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen gaan mogelijk aangepaste mijlpalen gelden. De definitieve mijlpalen worden vastgelegd in wetgeving.

Bestaande beschikbare-premieregeling

In het pensioenakkoord is afgesproken dat werknemers die nadeel ondervinden van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel hiervoor adequaat gecompenseerd moeten worden in hun te verwachten pensioenresultaat. Daarnaast is afgesproken dat dit kostenneutraal mogelijk moet zijn.

De overstap van een premieovereenkomst met een in leeftijd oplopend premiepercentage naar een premieovereenkomst met een voor iedereen gelijk premiepercentage is in de meeste gevallen niet mogelijk binnen de randvoorwaarden van adequate en kostenneutrale compensatie. Daarom is in het pensioenakkoord afgesproken dat werkgevers met een beschikbare-premieregeling ervoor kunnen kiezen om de bestaande regeling voor reeds in dienst zijnde werknemers te continueren. Nieuwe werknemers die vanaf 1 januari 2022 in dienst komen, moeten vermoedelijk wel direct starten in een regeling die voldoet aan het nieuwe pensioenstelsel. Ook dit wordt tijdens het wetgevingsproces duidelijk.

Nadeel van deze afspraak is dat oudere werknemers mogelijk minder snel een overstap zullen maken naar een nieuwe werkgever. Dan moeten zij immers gaan deelnemen in de beschikbare-premieregeling met een vlakke premie, die lager zal uitvallen dan de beschikbare premie in de huidige pensioenregeling. Aan de andere kant, pensioen is niet de enige arbeidsvoorwaarde waarmee werknemers rekening houden als zij veranderen van baan.

Kortom, dit betekent dat werkgevers met een beschikbarepremieregeling al in 2021 moeten nadenken over hoe om te gaan met de pensioenregeling van de bestaande werknemers – moet deze worden voortgezet? – en de vormgeving van de pensioenregeling voor nieuwe werknemers.

Bestaande middelloonregelingen ondergebracht bij een verzekeraar

De transitie van een middelloonregeling bij een verzekeraar naar het nieuwe stelsel roept vragen op. Ook hiervoor geldt de voorwaarde van een adequate compensatie én de voorwaarde dat dit kostenneutraal moet gebeuren. Bij een verzekerde regeling zijn er geen buffers waaruit de omzetting kan worden gefinancierd. Hier wringen de voorwaarden met elkaar. In de Hoofdlijnen uitwerking Pensioenakkoord zijn voor deze situatie geen nadere afspraken gemaakt.

Wellicht is er nog de optie om in 2021 – dus vóór inwerkingtreding van het nieuwe wettelijk kader, dan wel voor 1 januari 2026 (einde transitieperiode) – over te stappen naar een beschikbarepremieregeling om zo gebruik te maken van de eerbiedigende werking voor bestaande beschikbare premieregelingen.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden