Logo AWVN
15 september 2025

Waar ben je sociaal verzekerd als je in meerdere EU-lidstaten werkt?

Als je werkt in meerdere EU-lidstaten, dan hoef je maar in één land premie te betalen. Maar in welk land doe je dat? De regel is dat als je ten minste 25 procent in het woonland werkzaam bent, je daar ook sociaal verzekerd bent. Uit een recente uitspraak van het Europese Hof blijkt dat die 25% ook echt gehaald moet worden.

Binnen Europa bepaalt de Europese verordening waar je sociaal verzekerd bent. Deze zorgt ervoor dat je niet in 2 landen premies hoeft te betalen, of dat je helemaal niet sociaal verzekerd bent.

Rechtszaak over grensgeval

In een zaak tussen een binnenvaartschipper en de Nederlandse SVB was de vraag of de Nederlandse SVB toch kan besluiten dat de Nederlandse sociale zekerheid van toepassing is, ook al werkt iemand niet 25% in zijn woonstaat (in casu Nederland).

De binnenvaartschipper werkte namelijk ongeveer 22% van zijn tijd in Nederland. De SVB stelde dat ondanks de 25% aan arbeidstijd in Nederland niet werd gehaald, de binnenvaartschipper toch in Nederland sociaal verzekerd was. Dit vanwege andere feiten en omstandigheden. Zo was de binnenvaartschipper woonachtig in Nederland, was het schip geregistreerd in Nederland en was de eigenaar van het schip was ook in Nederland gevestigd.

Uitspraak Europese Hof

Het Europees Hof heeft bepaald dat er toch minimaal 25% in het woonland gewerkt moet worden, om er ook sociaal verzekerd te zijn. Die minimaal 25% van de arbeidstijd en/of beloning is een eenduidige uitleg van het substantieel in je woonland werken. Werkt iemand dus minder dan 25% in het woonland, dan kunnen andere factoren niet alsnog automatisch tot aansluiting bij het sociaal zekerheidsstelsel van het woonland leiden. Dit maakt dat er voor alle partijen zekerheid is waar de medewerker sociaal verzekerd is. In dit geval was dat de plaats waar de werkgever was gevestigd.

Zienswijze in eerdere uitspraak niet juist

De Nederlandse Centrale Raad van Beroep deed in 2022 in deze zaak juist de uitspraak dat een werknemer die minder dan 25% van zijn werkzaamheden in de lidstaat waar hij woont verricht, toch substantieel kan werken in die lidstaat. Dit indien er voldoende andere aanwijzingen zijn. De hoogste rechter in Europa heeft nu echter geoordeeld dat die zienswijze niet juist is. Het Hof heeft daarnaast bevestigd dat bij de beoordeling of er substantieel in het woonland wordt gewerkt, rekening moet worden gehouden met de verwachting voor de komende 12 maanden.

In deze casus wilde de werknemer niet in Nederland sociaal verzekerd zijn. Als dit anders was geweest, had de werknemer de SVB ook kunnen verzoeken een artikel 16-overeenkomst te sluiten met de andere bevoegde instantie (de ‘SVB’ in Liechtenstein). Mogelijk had er een artikel 16-Rijnvarendenovereenkomst afgesloten kunnen worden, waardoor sociale zekerheid in Nederland alsnog van toepassing zou zijn geweest.

De SVB heeft hier dus geen ruimte om substantieel anders te beoordelen. Bij de vraag of sprake is van werken in meerdere EU-lidstaten kan de SVB nog wel, aan de hand van de individuele situatie, bepalen of er sprake is van marginale werkzaamheden. Marginale werkzaamheden (minder dan 5% arbeidstijd en/of beloning) leiden er niet toe dat een andere aanwijsregel uit de Verordening van toepassing wordt wegens het werken in meerdere lidstaten.

Houd de grens van 25% arbeidstijd goed in de gaten

Voor internationale medewerkers die in meerdere EU-lidstaten werken, en voor grensarbeiders, blijft het van belang de grens van 25% arbeidstijd (en/of beloning) goed in de gaten te houden. Wanneer werkgever en werknemer willen voorkomen dat de sociale zekerheid overspringt naar het woonland, mag de werknemer minder dan 25% van zijn arbeidstijd in zijn woonland werken.

AWVN geeft hiervoor de richtlijn om bij een fulltime dienstverband de werknemer niet meer dan één dag per week thuis te laten werken. Dit kan anders zijn wanneer gebruik wordt gemaakt van de Kaderregeling en er een A1-verklaring op basis van de Kaderregeling is afgegeven. Daarbij is thuiswerken toegestaan tot 50% van de arbeidstijd. AWVN adviseert bij toepassing van de Kaderregeling goede afspraken te maken over het toestaan van thuiswerken tot en met 49%.

Deel dit artikel via: