30 november 2020

Vergoeding voor thuiswerken? Denk breder!

Thuiswerken is door de coronacrisis hét gespreksonderwerp aan de onderhandelingstafels. Hoort daar ook een thuiswerkvergoeding bij? AWVN pleit voor integraal mobiliteitsbeleid, waarin een prominente plaats is ingeruimd voor een individueel ‘waarjewerkt-budget’. Dat maakt de discussie over een thuiswerkvergoeding overbodig.

 

Duidelijk is dat zolang het coronavirus nog rondwaart, thuiswerken voor kantoorfuncties de standaard is. Alles wijst er evenwel op dat ook als de coronacrisis voorbij is, meer werknemers vaker vanuit huis zullen werken dan in het recente verleden het geval was. Bijna de helft van de ‘coronathuiswerkers’ gaat daarvan uit. Werkgevers staan niet afwijzend tegenover thuiswerken. De afgelopen maanden hebben aangetoond dat plaats- en tijdonafhankelijk werken voor bepaalde functies geschikt is en niet tot achteruitgang in de productiviteit leidt. Uit AWVN-onderzoek blijkt dat 95 procent van de werkgevers verwacht dat hun werknemers één of meer dagen thuiswerken na de coronacrisis. De meerderheid gaat uit van twee dagen per week.

Thuiswerken brengt kosten mee voor de werknemer, zo’n 2 euro per dag volgens het Nibud. De laatste tijd gaan er dan ook steeds meer stemmen op voor een thuiswerkvergoeding. Maar voordat u overweegt daartoe over te gaan, is het verstandig om even wat meer afstand te nemen. Want nu thuiswerken inderdaad meer structurele en omvangrijkere vormen aanneemt, komen er tal van praktische én fundamentele vragen boven tafel.

Welke voorzieningen biedt u werknemers om thuiswerken te faciliteren? Wat zijn de consequenties van meer thuiswerken voor het kantoor en de werkplekken aldaar? Wat zijn precies de voorwaarden en afspraken die in een thuiswerkregeling horen (rechten en plichten, werktijden)? Hoort er ook een thuiswerkvergoeding bij, en zo ja, hoe verhoudt die zich tot bijvoorbeeld (vaste) vergoedingen voor woon-werkverkeer, de lease-autoregelingen? Dit zijn vragen die al snel raken aan een fundamentele vraag als wat voor werkgever u wilt zijn, en die zich niet lenen voor een noodverband in de vorm van een thuiswerkvergoeding.

Met andere woorden: de focus op een thuiswerkvergoeding is te smal.

Ook vóór het uitbreken van de coronapandemie waren al de nodige werkgevers bezig met de vraag hoe zij hun mobiliteitsbeleid effectiever, maatschappelijk verantwoorder en aantrekkelijker voor een nieuwe generatie werknemers kunnen vormgeven. Hoe dat slimmer en beter af te stemmen is op een wereld waarin steeds meer werknemers op verschillende locaties werken. De discussie over thuiswerken en de vergoeding daarvoor, hoort daarom wat AWVN betreft thuis bij het (vernieuwd) vormgeven van het mobiliteitsbeleid van het bedrijf.

AWVN pleit voor een budget waarmee elke medewerker tot z’n eigen ideale thuiswerk- en woon-werkverkeermix kan komen: het waarjewerkt-budget. Het kan gebruikt worden voor een auto, maar wie die niet wil of nodig heeft, zet het budget bijvoorbeeld in voor een OV- en deelautoabonnement of voor een (lease) e-bike. Het is daarnaast bedoeld om de lopende kosten voor de thuiswerkplek te dekken of, voor wie thuis niet goed kan werken of de ruimte daarvoor niet heeft, budget te hebben om een plek bij een werkhub buitenshuis te organiseren. Een deel van het budget is te relateren aan woon-werkafstand, maar iedereen heeft een basisbudget. In feite is een deel van het waarjewerkt-budget daarmee een thuiswerkvergoeding. En voor degenen die niet kunnen thuiswerken omdat hun werk locatiegebonden is, voorziet de regeling in voldoende budget om woon-werkverkeer mogelijk te maken.

Het waarjewerkt-budget past helemaal in de huidige tijd. En zou daarom juist nu besproken moeten worden aan de arbeidsvoorwaardentafels.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden