Logo AWVN
15 december 2025

Wennink-rapport over toekomstige welvaart: dit moeten werkgevers weten

Kabinetsadviseur Peter Wennink heeft vrijdag 12 december zijn advies gepresenteerd over hoe Nederland zijn verdienvermogen en strategische positie kan versterken. AWVN onderschrijft de zorgen over het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Lees hieronder meer over de belangrijkste conclusies uit het adviesrapport. 

Routekaart naar toekomstige welvaart

Peter Wennink ging de afgelopen maanden in gesprek met kennisinstellingen, ministeries en het bedrijfsleven met als doel te komen tot een routekaart met uitvoerbare plannen om Nederland weer concurrerend te maken. Het adviesrapport De route naar toekomstige welvaart bestaat uit de volgende onderdelen: 

  • analyse van de economische noodzaak van ingrijpen; 
  • aanbevelingen voor de randvoorwaarden om publieke en private investeringen los te maken, zoals verminderde regeldruk, voldoende talent en infrastructuur; 
  • voorstellen om de Nederlandse positie in kritieke technologieën te versterken; suggesties voor praktische vormen van samenwerking en financiering om deze voorstellen werkelijkheid te laten worden. 

Het Nederlandse verdienvermogen staat onder druk. In een wereld waarin strategische technologieën en markten zich razendsnel ontwikkelen, blijft Nederland ver achter met investeren in R&D. Terwijl investeringen hard nodig zijn voor de grote maatschappelijke transities waar we voor staan. We moeten onze maatschappelijke veerkracht versterken. Niets doen is geen optie en kost uiteindelijk meer.

Onzekere tijden vragen om veerkracht

De conclusie van het rapport Wennink sluit aan op de Arbeidsvoorwaardennota 2026 van AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland die dinsdag 9 december is gepubliceerd. Werkgeversverenigingen vinden dat cao partijen moeten kijken naar het bredere geheel van arbeidsvoorwaarden die de veerkracht van bedrijven en werknemers versterken. ‘Na jaren van zeer hoge loonkostenstijging is het nu echt tijd om de toekomst centraal te stellen en daar roepen we vakbonden toe op.’ 

Onzekere tijden vragen om veerkracht. Als het beschikbare geld uitsluitend naar loonsverhogingen gaat en niet naar productiviteitsverhogende maatregelen dan verliezen we welvaart. In cao’s moet daarom veel meer ruimte worden gemaakt voor uitgaven aan scholing en arbeidsproductiviteit. Als dat niet gebeurt, komt de concurrentiepositie van bedrijven verder onder druk en dreigt aantasting van het Nederlandse verdienvermogen. 

AWVN over het Wennink-rapport

AWVN onderschrijft de zorgen uit het rapport. Een goed werkende arbeidsmarkt is een randvoorwaarde om de investeringen voor de maatschappelijke transities mogelijk te maken. AWVN geeft de volgende aanbevelingen mee voor een stevige arbeidsmarktparagraaf in het nieuwe regeerakkoord:

Belangrijkste onderdelen voor werkgevers uit rapport Wennink

Investeren om strategisch relevant te blijven: vier domeinen die onze toekomst bepalen

Als we als Nederland niets doen komt onze economie tot stilstand. Steeds meer talenten en bedrijven zoeken hun kansen elders. Investeringen zijn hard nodig om onze publieke voorzieningen en welvaart te behouden. Hiervoor is een structurele economische groei van minstens 1,5 procent per jaar nodig en een doorbraak in arbeidsproductiviteit. Dit is haalbaar, als we investeren in vier domeinen waar onze strategische relevantie op het spel staat: 

  • digitalisering en AI  
  • energie en klimaat 
  • veiligheid en weerbaarheid  
  • life sciences en biotechnologie 

Een goed werkende arbeidsmarkt is één van de randvoorwaarden die investeringen mogelijk maken

Nederland moet flink investeren om de randvoorwaarden op orde te brengen. Maar financiële middelen zijn slechts één kant van de medaille. Minstens zo belangrijk is de bestuurlijke organisatie die ervoor moet zorgen dat de juiste randvoorwaarden snel worden gerealiseerd, om projecten daadwerkelijk van de grond te laten komen. Daarvoor is sterke nationale regie nodig en nauw contact met de SER en sociale partners.  

De Nederlandse arbeidsmarkt vraagt om fundamentele veranderingen

Vanwege onze stagnerende beroepsbevolking moet onze economische groei vrijwel volledig uit productiviteitsgroei komen. Dat is hard nodig om onze sociale voorzieningen te betalen: Nederland telt over vijftien jaar nog slechts twee werkenden per AOW’er, terwijl dat bij de introductie van de AOW nog zeven op één was. Arbeid is dus schaars, en de arbeidsschaarste is disproportioneel hoog in de sectoren waar onze grootste groeipotentie ligt.  

De knelpunten op de arbeidsmarkt zijn bekend, net als de oplossingsrichtingen

Vaste contracten zijn te rigide, flexcontracten zijn te onzeker. Reorganisaties zijn in Nederland vijf keer duurder dan in landen met flexibelere systemen. Tijdelijke werknemers hebben te weinig zekerheid om in zichzelf te investeren. Nederland is daarnaast ook een Europese uitschieter in het doorbetalen bij ziekte.  

Er is tekort aan goed geschoold personeel, omdat Nederland weinig talent in wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM-talent) opleidt, internationale kenniswerkers weert en onderwijsprestaties laat teruglopen. Hierdoor zijn investeringen niet alleen risicovoller geworden, maar in sommige gevallen simpelweg onmogelijk.  

Meer reorganisaties, banen gaan verloren en nieuwe banen worden gecreëerd

De afgelopen periode zijn meerdere reorganisaties aangekondigd en er komen meer reorganisaties door AI, voorspelt Wennink. Werkenden doen onvoldoende nieuwe vaardigheden op en scholen zich te weinig om. Onze leercultuur moet veranderen. Upskilling is nodig om de kansen van AI te pakken, en reskilling, om te zorgen dat mensen snel een nieuwe baan in een kansrijke sector kunnen vinden. Van werk naar werk betekent soms ook van sector naar sector. 

AWVN ziet in haar adviespraktijk dat werk verandert en soms verdwijnt

Dat maakt het nog belangrijker om te investeren in nieuwe vaardigheden en veerkracht van mensen, zodat zij duurzaam inzetbaar blijven. We roepen daarom de vakbonden op om mee te werken aan afspraken over scholing van werknemers en daarvoor zoveel mogelijk financiële ruimte te gebruiken.  

Ook afspraken over andere manieren om de arbeidsproductiviteit te verbeteren staan op onze verlanglijst. Bijvoorbeeld over het efficiënter organiseren van werk en het invoeren van arbeidsbesparende technologieën. Dat is veel beter voor het toekomstperspectief van vakbondsleden dan alleen een hoger salaris. 

Aanbevelingen voor het versterken van de arbeidsmarkt

Er zijn veel aanbevelingen opgenomen in het adviesrapport. Over het op orde brengen van verwaarloosde randvoorwaarden, over vier domeinen verbonden aan de uitdagingen van deze tijd waar economische groei te realiseren is en over de bestuurlijke regie op de noodzakelijke uitvoering.  

De voor werkgevers relevante aanbevelingen zetten we hieronder op een rij. Kort samengevat: de arbeidsmarkt moet gericht zijn op kansrijke sectoren. Onderwijs en talentontwikkeling zijn daarbij van groot belang. Talent kan worden versterkt met meer focus op STEM, programma’s voor grootschalige up- en reskilling en een modern migratiekader voor kenniswerkers. Herzie het socialezekerheidsstelsel en creëer een stabiel en stimulerend fiscaal stelsel. 

Prioriteer het aanbod van STEM-talent

  • Veranker techniek en digitale geletterdheid in de curricula van het basis- en voortgezet onderwijs. Zorg dat ook meisjes en vrouwen worden gestimuleerd in technische en digitale interesses. 
  • Verhoog de financiering van techniek in alle lagen van het onderwijs, van mbo tot universiteit. Zorg dat STEM-opleidingen hun numerus fixus kunnen ophogen of afschaffen en de kwaliteit van de opleiding kunnen verhogen. 
  • Stel een concrete doelstelling voor beschikbaarheid van STEM-talent. Stuur via bekostiging en beleid het talentaanbod zo, dat het aansluit op wat de economie nodig heeft om haar hoogproductieve sectoren te bemensen. 
  • Beperk de instroom van opleidingen met beperkt arbeidsmarktpotentieel en maatschappelijke baten. 

 

Trek internationaal talent aan dat aansluit bij de Nederlandse opgaves

  • Investeer in een migratie- en vestigingsprogramma dat buitenlands talent stimuleert om naar Nederland te komen en hier te blijven werken. Richt deze inzet op sectoren met de grootste tekorten, zoals techniek, ICT, energie en biomedische technologie, en ontmoedig laagproductieve arbeidsmigratie. 
  • Behoud en verbreed fiscale voordelen voor kenniswerkers, zoals de 30%-regeling. 
  • Maak het financieel aantrekkelijk voor studenten van buiten de EU om hier STEM-opleidingen te volgen. 

 

Veranker up- en reskilling structureel in onze arbeidsmarkt 

  • Creëer publiek-private scholingsprogramma’s, zodat omscholing beter aansluit bij wat de arbeidsmarkt vraagt. Geef aandacht aan kraptesectoren en productiviteitsverhogende vaardigheden als digitalisering, AI-implementatie en procesinnovatie. 
  • Maak om- en bijscholing fiscaal aantrekkelijk voor werkgevers en werknemers op dezelfde manier als dat nu wordt gedaan voor R&D.
  • Richt regionale productiviteitscentra op die het mkb ondersteunen bij de adoptie en implementatie van technologie, zodat nieuwe ontwikkelingen in elke regio sneller en beter worden toegepast in het bedrijfsleven. 

 

Herzie het socialezekerheidsstelsel naar de uitdagingen van de 21e eeuw

  • Introduceer een modern ‘flexicurity’-model dat bedrijven ruimte biedt voor wendbare en innovatieve bedrijfsvoering, zonder dat werkenden hun fundamentele sociale zekerheden verliezen. Zorg in de ontwikkeling voor breed draagvlak met sociale partners. Schaf het tweede jaar van doorbetaling bij ziekteverzuim door werkgevers af. 
  • Hervorm de transitievergoeding die bij ontslag wordt ontvangen. Koppel deze aan de ontwikkeling van een fiscaal aantrekkelijk persoonlijk ontwikkelbudget, zodat mensen werken of leren.
  • Richt de inzet van van-werk-naar-werktrajecten op kritieke tekortsectoren zoals zorg, ICT en techniek. 

 

 Creëer een stabiel en stimulerend fiscaal stelsel 

  • Verlaag de effectieve marginale belastingdruk op arbeid en winst door ondoelmatige fiscale regelingen af te schaffen. Harmoniseer onze fiscaliteit met concurrerende EU-lidstaten. 

Samen bouwen aan een sterk en veerkrachtig Nederland in een relevant Europa

Uit het rapport komt duidelijk naar voren dat het Nederland niet ontbreekt aan investeringsbereidheid, maar aan investeringsmogelijkheden. De wil om te bouwen is er, maar het klimaat om te bouwen niet. Zodra de randvoorwaarden worden hersteld, ligt er een investeringspotentieel van minimaal € 126 miljard klaar voor de projecten die voor het rapport zijn aangeleverd. 

De boodschap van Wennink is duidelijk: als we geen actie ondernemen zal onze kwaliteit van leven hard achteruitgaan. Wanneer overheid en bedrijfsleven ieder hun deel bijdragen kunnen we het verschil maken, zodat iedere Nederlander profiteert. Zo werken we aan een toekomst waarin iedereen werk heeft, iedere jongere goed onderwijs krijgt, onze zorg op orde is en we veilig kunnen leven. 

Deel dit artikel via: