19 maart 2024

Het inflatiemonster is nog niet verslagen

De afgelopen twee jaar heeft de economie veel last gehad van de gestegen prijzen. De inflatiepiek werd bereikt in oktober 2022 met 14,5%. Om de inflatie te temperen, verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) de rentes tot het hoogste niveau ooit van 4% – om aldus de consumptie van overheden en huishoudens af te zwakken. En dit beleid lijkt te werken, want inmiddels ligt de inflatie op 2,8% (februari-cijfer). Ook zijn de energieprijzen flink gedaald het afgelopen jaar. Nu de inflatie al een aantal maanden rond de gewenste 2% ligt, durft de ECB de rente nog niet te verlagen. Dit vindt de centrale bank nog te vroeg.

Hoewel de inflatie is gedaald, is de kans dat deze opnieuw oplaait niet verdwenen. Waarom is het inflatiemonster nog niet getemd? En hoe kunnen partijen in het arbeidsvoorwaardenoverleg daarmee omgaan? 

 

Dit is het derde artikel in de reeks ′Meten is weten′, waarin AWVN werkgevers meeneemt in actuele economische ontwikkelingen die van belang zijn voor het cao-overleg.

Eerdere afleveringen
22/02/24 Wat werkgevers moeten weten van de nieuwste CPB-ramingen
05/03/24 Afkoeling economie onderstreept belang maatwerk in cao-onderhandelingen

Lonen

Bankiers en economen kijken vooral naar de zogeheten kerninflatie. Dit is de inflatie, zonder de prijsontwikkeling van energie en voedingsmiddelen (omdat deze sterk kan schommelen). De kerninflatie blijkt hardnekkig en ligt met 2,9% in februari op een hoger niveau dan gewenst.
Dit wordt vooral veroorzaakt door de hoge loonontwikkeling. Vakbonden hebben vanwege de gestegen prijzen hun looneisen opgeschroefd. Bovendien is er krapte op de arbeidsmarkt, die mede is versterkt door de overheidssteun tijdens de coronacrisis om werkgelegenheid te beschermen. Deze combinatie zorgde er vorig jaar voor dat de loonafspraken in nieuwe cao’s recordhoogtes bereikten. Inmiddels is de daling ingezet, maar de remweg is lang, want cao’s reageren door hun soms lange looptijd enigszins vertraagd op economische ontwikkelingen.

De president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, zei afgelopen januari dat de rente pas zal dalen als de lonen minder hard stijgen. Als lonen minder hard stijgen dan remt dat de consumptie van huishoudens, waardoor bedrijven geneigd zijn om hun prijzen te verlagen of prijsverhogingen te matigen. AWVN ziet echter dat vakbonden aan de onderhandelingstafels hun eisen nauwelijks matigen. Bovendien zijn er ook nog wat cao’s die sinds het oplopen van de inflatie nog niet zijn vernieuwd en waarschijnlijk ook nog door dat hoepeltje moeten. Oftewel: de loonafspraken dalen wel, maar is nog een lange remweg te gaan.

Overheidsuitgaven

De inflatie wordt niet alleen beïnvloed door consumentenuitgaven, maar ook door de uitgaven van de overheid. Zij kan met haar bestedingen de economie behoorlijk beïnvloeden en dus stimuleren. Terwijl de ECB juist probeert ′verkrappend′ monetair beleid te voeren, geeft de overheid (ook die in andere EU-landen) juist meer geld uit in plaats van te bezuinigen. Dit is deels te verklaren door demografische ontwikkelingen. Door de vergrijzing nemen de kosten voor gezondheidszorg en sociale zekerheid toe, terwijl er relatief steeds minder werkenden zijn om die uitgaven te bekostigen.
Voorts heeft de overheid met meerdere ongerichte steunpakketten de koopkracht van huishoudens gestimuleerd – ook huishoudens die weinig last hadden van de gestegen prijzen. De consumptie van huishoudens is, ondanks de hoge inflatie de afgelopen jaren, sterk toegenomen; een deel van deze consumptietoename betreft een inhaalslag van de coronacrisis.

Het CPB luidde eind februari in hun nieuwste raming voor de komende jaren de noodklok voor de overheidsfinanciën. Als de regering niet gaat bezuinigen, zal ons overheidstekort in 2028 zelfs hoger dan de door de EU toegestane 3% komen te liggen. Maar het is nog de vraag in hoeverre het nieuwe kabinet daadwerkelijk gaat bezuinigen.
Drie van de vier formerende partijen komen mogelijk voor het eerst in een regering terecht. Deze partijen hebben hun verkiezingsplannen niet laten doorrekenen door het CPB, maar sommige economen hebben dit, op hun zolderkamertje, toch gedaan. Hieruit blijkt dat hun verlanglijstjes erg kostbaar en ook onduidelijk zijn. Dat het overheidstekort zou oplopen als deze partijen hun plannen helemaal zouden uitvoeren, was wel duidelijk – maar hoeveel precies….

Geopolitieke onzekerheid

De belangrijkste reden waarom de inflatie zo door het plafond geschoten is, komt door grote internationale verstoringen. Eerst was er de coronacrisis waardoor internationale handelsketens verstoord raakten. Voordat deze handelsketens enigszins konden herstellen kwam een tweede klap: de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Hierdoor kwamen we terecht in een energiecrisis omdat we niet langer goedkoop gas uit Rusland konden importeren, en ook de handelsketens voor bijvoorbeeld graan raakten opnieuw verstoord – waardoor ook voeding duurder werd.

Deze geopolitieke onzekerheid is nog lang niet verdwenen. De oorlog in Oekraïne duurt voort en er is een nieuw conflict ontstaan tussen Hamas en Israël. Dit conflict straalt uit naar andere delen in het Midden-Oosten, denk aan de Houthi’s die vrachtschepen op de Rode Zee aanvallen. Hierdoor raakt opnieuw de internationale handel ernstig verstoord, nu schepen niet meer via het Suezkanaal durven te varen en daarom om Afrika heen reizen. Containerprijzen stijgen hierdoor, alhoewel nog niet zo hard als tijdens de coronacrisis. Voor sectoren als transport en logistiek en de maakindustrie kan het grote gevolgen hebben als de toeleveringsstromen van grondstoffen verder verstoord raken. Bij nieuwe of verdere escalatie van internationale conflicten kan de inflatie opnieuw oplaaien.

Wat kunnen cao-partijen doen?

Het inflatiemonster is dus nog niet verslagen. Verschillende factoren bepalen of de inflatie opnieuw oplaait.
Wat het beteugelen van de inflatie betreft, kunnen cao-partijen hun steentje bijdragen door passende loonafspraken te maken. Te hoge toezeggingen zijn de belangrijkste reden waarom de kerninflatie, die de ECB nauwlettend in de gaten houdt, nog zo hoog is. Ook bedrijven en sectoren die eigenlijk de loonruimte niet hadden, hebben onder druk toch hoge loonafspraken gemaakt waardoor zij hun prijzen hebben moeten verhogen om dit te kunnen bekostigen (en de inflatie dus oploopt).
Daarom is het belangrijkste advies om de loonontwikkeling binnen bedrijven en sectoren te koppelen aan de specifieke economische situatie en vooruitzichten, in plaats van aan de inflatie. Bovendien: de meeste bedrijven en sectoren hebben inmiddels voldoende bijgedragen aan koopkrachtbehoud. Alleen door verder vooruit te kijken, zullen we het inflatiemonster achter ons kunnen laten.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden