31 augustus 2021

Werkingssfeerbepaling, verplichtstellingsbesluit: hoe uit te leggen? (1)

In de werkingssfeerbepaling van een (avv) cao of verplichtstellingsbesluit van een bedrijfstakpensioenfonds staan de activiteiten omschreven die een werkgever ontplooit die onder de cao of verplichtstellingsbesluit valt. Het is echter lang niet altijd duidelijk of en wanneer een werkgever onder een werkingssfeerbepaling valt. Dezelfde bepaling kan vaak op verschillende manieren uitgelegd worden, wat ook regelmatig gebeurt getuige de vele gerechtelijke procedures die hierover worden gevoerd. In deze blog zal ik dieper ingaan op hoe een werkingssfeerbepaling uitgelegd moet worden.

AWVN-blog arbeidsrecht
Voor een groot deel van werkgevers en werknemers in Nederland is niet de wet, maar de cao de belangrijkste bron van arbeidsvoorwaarden. Een werkgever is (onder meer) aan een cao gebonden als hij lid is van de werkgeversorganisatie die de cao afsluit met vakbond(en) én hij onder de werkingssfeer van de cao valt. Een werkgever die geen lid is van een werkgeversorganisatie kan ook aan een cao gebonden worden doordat die cao algemeen verbindend verklaard (avv) is en hij onder de in de cao opgenomen (en algemeen verbindend verklaarde) werkingssfeer valt. En voor pensioen bepaalt de werkingssfeerbepaling van een verplichtstellingsbesluit (kort gezegd) welke werkgevers er verplicht zijn om aan te sluiten bij het bedrijfstakpensioenfonds.

Gebonden aan cao of bedrijfstakpensioenfonds?
Kortom, pas als een werkgever onder een werkingssfeer valt, is hij aan een cao of bedrijfstakpensioenfonds gebonden en is hij verplicht om de cao of de bepalingen van het bedrijfstakpensioenfonds op al zijn werknemers toe te passen. De vraag of een werkgever met zijn bedrijfsactiviteiten onder een werkingssfeerbepaling valt, is soms lastig te beantwoorden.

De cao-norm
Al in 1993 heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat werkingssfeerbepalingen moeten worden uitgelegd aan de hand van de cao-norm. Volgens de Hoge Raad zijn bij de uitleg van een cao de letterlijke betekenis, gelezen in het licht van de gehele tekst van die overeenkomst, in beginsel van doorslaggevende betekenis. De voornaamste ratio van de cao-norm is bescherming van derden die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken waren, en daarom geen weet kunnen hebben van de bedoeling van partijen.

Zelfs als we uit (moeten) gaan van de bewoordingen in de cao, kan de nadruk nog steeds op iets anders gelegd worden: moet de bepaling gelezen worden in het licht van de gehele tekst, alleen in de context of moet de letterlijke tekst als uitgangspunt genomen worden? Of spelen de maatschappelijke opvattingen een rol?

Pannenkoek!?
Recent heeft het Gerechtshof in Den Haag zowel de letterlijke tekst uit de Van Dale als de maatschappelijke opvatting een rol laten spelen.
De vraag die voorlag was of een fabrikant van kant-en-klare pannenkoeken onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van Pensioenfonds Zoetwaren viel. Oftewel, is een pannenkoek een soort koek in de zin van het verplichtstellingsbesluit voor de Zoetwarenindustrie? Het Gerechtshof was van oordeel dat de definitie van het woord ‘koek’ in de Van Dale en andere gezaghebbende woordenboeken, dermate ruim is dat dat geen doorslaggevende betekenis dient te worden toegekend. Volgens het Gerechtshof ligt het bij de uitleg van het woord ‘koek’ meer voor de hand om aan te knopen bij de betekenis van het begrip ‘koek’ in de bakkerijsector. Een belangrijk verschil is dat een pannenkoek in het algemeen als volledige maaltijd wordt genuttigd, en koek in de regel als tussendoortje/lekkernij, aldus het Gerechtshof. Verder geeft het Gerechtshof aan dat ook de maatschappelijke opvattingen een relevant gezichtspunt vormen bij het vaststellen van welke betekenis in het normale spraakgebruik aan een woord toekomt. Het Gerechtshof gaat ervan uit dat naar algemene maatschappelijke opvattingen een pannenkoek niet als een soort koek wordt gezien. De categorisering van producten in supermarkten bevestigt naar het oordeel van het Gerechtshof dat pannenkoeken naar maatschappelijke opvattingen niet worden gezien als koek. Kortom, in deze zaak kreeg de werkgever gelijk en vielen de bedrijfsactiviteiten niet onder het verplichtstellingsbesluit.

Meerdere bedrijfsactiviteiten
Maar wat als een werkgever meerdere bedrijfsactiviteiten heeft? In veel werkingssfeerbepalingen van (avv) cao’s en verplichtstellingsbesluiten is daarom bepaald dat de werkgever de (avv) cao alleen moet toepassen als hij de bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de werkingssfeer, in voldoende mate uitoefent. Vaak wordt dit in de werkingssfeerbepaling zo omschreven dat die activiteiten “uitsluitend of in hoofdzaak” moeten worden verricht. Dit wordt daarom ook wel het “hoofdzaakcriterium” genoemd.

Hoofdzaakcriterium
Maar ook dit criterium kan weer op verschillende manier gemeten worden. In de werkingssfeerbepaling kan bepaald zijn dat de hoofdzaak moet worden gemeten aan de hand van een criterium dat ziet op de omzet dat wordt behaald met bedrijfsactiviteiten die vallen onder de werkingssfeer.
Ook kan het gemeten worden aan de hand van de werknemers (het aantal overeengekomen uren) die betrokken zijn bij de bedrijfsactiviteiten. Bij deze laatste groep is een belangrijke vraag welke werknemers, althans welk deel van hun arbeidsuren of loonsom, moet worden meegeteld om te bepalen of de activiteiten in hoofdzaak worden verricht.

Metaalbranche
In de laatste jaren heeft de Hoge Raad zich meerdere keren in de metaalbranche over dit hoofdzaakcriterium uitgelaten (Vector-arrest uit 2012, Adimec–arrest uit 2014 en Unis-arrest uit 2018). Het gaat in deze blog te ver om al deze uitspraken te bespreken. Wel kunnen we er twee rode draden uit halen.

1. Het hoofdzaakcriterium moet ingevuld worden aan de hand van het aantal overeengekomen arbeidsuren. Het gaat dus niet om de feitelijk door de werknemers gewerkte uren, omdat dan in de praktijk voor elke werknemer individueel zou moeten worden nagegaan welke uren hij waaraan heeft besteed, wat niet werkbaar is. Daarnaast staan de overeengekomen arbeidsuren in de cao. Dit alles is op 20 juli 2021 nog eens bevestigd door het Gerechtshof in Den Bosch.
2. Bij het vaststellen of een werkgever onder de werkingssfeer van de regelingen in de Metaal en Techniek valt, moeten niet alleen de werknemers worden meegeteld die zelf fysiek werken met metaal, maar dienen ook de werknemers worden meegeteld die dienstbaar zijn aan die fysieke handelingen.

De vraag of een onderneming wel of niet onder de werking van een bepaalde cao of verplichtstellingsbesluit valt, is niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Om die reden voert AWVN vaak werkingssfeeronderzoeken uit. Die geven bedrijven helderheid over hun juridische positie. Lees meer over nut en noodzaak van zo’n onderzoek

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden