Mede-eigenaar worden van het bedrijf waar je werkt? Voor steeds meer werkgevers is medewerkersaandeelhouderschap een middel om medewerkers langdurig aan zich te binden. In tijden van arbeidsmarktkrapte lijkt dat goed te werken. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in opdracht van de Stichting Nederlands Participatie Instituut (SNPI). Directeur Pascale Nieuwland-Jansen vertelt wat werkgevers kunnen leren van de onderzoeksresultaten.
Bij medewerkersaandeelhouderschap krijgen medewerkers naast aandelen of een winstuitkering ook inspraak in het bedrijf. Daarmee verschilt het van andere bonusregelingen. SNPI helpt bedrijven om hun medewerkers mede-eigenaar te maken van het bedrijf waar zij werken. Ongeveer 1 op de 5 van de Nederlandse bedrijven heeft momenteel een vorm van aandeelhouderschap.
Volgens Nieuwland is financiële medewerkersparticipatie er altijd al geweest, maar is er in de afgelopen jaren wel sprake van een verandering. Waar eerst voornamelijk het top- en middenmanagement de mogelijkheid kreeg om aandelen of een winstuitkering van het bedrijf te krijgen, wordt het bij steeds meer organisaties breder toegepast.
De beweegreden om te kiezen voor (een vorm van) medewerkersaandeelhouderschap, kan per bedrijf verschillend zijn. Zo zijn er familiebedrijven die in het verleden altijd door kinderen werden overgenomen, maar waar nu geen opvolger klaarstaat. In plaats van het bedrijf te verkopen aan een derde partij, kan het worden overgedragen aan de medewerkers. Het gaat hier meestal om bedrijven waarin het sociale component een grote rol speelt en waarbij er sprake is van direct contact tussen eigenaar en medewerkers.
Werken in loondienst én mede-eigenaar zijn van het bedrijf. Steeds meer organisaties geven hun werknemers de mogelijkheid om aandelen of certificaten te verwerven. Wilt u weten welke kansen er liggen voor uw bedrijf? Meld u dan aan voor het SNPI-congres Medewerkersparticipatie op donderdag 14 november in het Spoorwegmuseum in Utrecht. Ga voor meer informatie en aanmelden naar de website van SNPI.
Maar ook bij niet-familiebedrijven staan de termen medewerkersparticipatie en winstdelingen steeds hoger op de agenda. SNPI is de afgelopen jaren meer in contact gekomen met MKB- en grootbedrijven uit verschillende sectoren. Zij kiezen vaker voor een vorm van medewerkersaandeelhouderschap vanwege drie redenen: het bevorderen van betrokkenheid, het verbeteren van de eigen arbeidsvoorwaarden én het laten meedelen in de groei en winst van de onderneming.
Volgens Nieuwland is de toename een opvallend trend. “In Nederland hebben we geen optimale voedingsbodem voor medewerkersaandeelhouderschap”, vertelt ze. “Uit het onderzoek dat in opdracht van ons is uitgevoerd blijkt dat veel managers nog niet weten wat medewerkersaandeelhouderschap is en wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast zijn er nog geen goede richtlijnen voor het waarderen van niet-beursgenoteerde ondernemingen, levert het opzetten van medewerkersaandeelhouderschap administratief veel werk op én is het schenken van aandelen erg duur. Dit omdat de schenking niet aftrekbaar is van de vennootschapsbelasting. Met name de opzet van de regeling kost veel administratief veel werk, daarna aanzienlijk minder.”
Waarom nemen er dan toch meer organisaties contact op met SNPI? “Dat heeft denk ik te maken met het succes dat deze constructie biedt”, vervolgt Nieuwland. “We zien namelijk dat werknemers zich veel meer betrokken gaan voelen bij de organisatie als ze naast loon bijvoorbeeld ook aandelen of een winstuitkering ontvangen. De inspraak die ze krijgen gaat vaak hand in hand met betrokkenheid en een sterk gevoel van verantwoordelijk over hoe het met het bedrijf gaat. Want als het goed gaat, merken ze dat ook in de eigen portemonnee. Maar als het slecht gaat, delen ze de risico’s met het bedrijf.”
Wat vindt AWVN?
In september informeerde staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) de Tweede Kamer per brief over de uitkomsten van een onderzoek naar mogelijke fiscale belemmeringen voor het toekennen van winstdelingen aan werknemers. In de brief worden ook vervolgstappen genoemd om de gesignaleerde obstakels tegen te gaan.
AWVN staat net als het kabinet in principe positief tegenover financiële werknemersparticipaties en de daarmee beoogde doelen. AWVN moedigt werkgevers aan om hier afspraken over te maken. Wel geeft AWVN aan dat aandeelhouderschap geen vervanging is van de al bestaande medezeggenschap in organisaties. Daarvoor zijn het arbeidsvoorwaarden- en het medezeggenschapsoverleg de juiste plek.
Juist die extra betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel zijn erg belangrijk voor werkgevers. “Of het nu om 20, 60 of om 100 procent aandelendeling gaat: bij dit soort bedrijven ontstaat er altijd een hele eigen cultuur, waarin medewerkers zich echt herkennen, uitspreken en thuis voelen. Dat maakt het dat ze langer bij het bedrijf blijven werken, of na een uitstapje bij een ander bedrijf toch terugkeren omdat ze de ‘eigenheid’ van de organisatie missen. En dat is in tijden van arbeidsmarktkrapte natuurlijk heel waardevol voor bedrijven”, legt Nieuwland uit.
Ook ziet ze dat bedrijven met een grote medewerkersbetrokkenheid veel flexibeler zijn. “Medewerkers gaan echt met elkaar aan tafel, ook als het moeilijk wordt. In coronatijd merkten we bijvoorbeeld dat deze bedrijven vaak veel wendbaarder waren, er sneller afspraken werden gemaakt en dat er minder ontslagen vielen. Daardoor kwamen ze vaak veel beter uit de crisis dan andere bedrijven.”
Volgens SNPI is medewerkersaandeelhouderschap naast loon een mooie manier om extra vermogen te genereren voor medewerkers. Nieuwland werkt er actief aan om het onderwerp bespreekbaar te maken aan cao-tafels. “Het is zowel voor werknemers als werkgevers een interessante optie. De werknemer houdt onder de streep meer over, terwijl de werkgever personeel heeft dat gemotiveerder is en daardoor ook vaak productiever.” Verder is het volgens haar een goede methode om grote loonstijgingen in te dammen, waardoor arbeid in de toekomst niet te duur wordt. “In cao’s kan bijvoorbeeld een minder hoog percentage aan loonstijging worden afgesproken, als in plaats daarvan ook gedeeld kan worden in winst, bijvoorbeeld in de vorm van aandelen. Op die manier groeien de werknemers financieel mee met het bedrijf en zijn de directe kosten voor werkgevers lager.”
Benieuwd naar hoe financiële medewerkersparticipatie er in de praktijk uitziet? AWVN-lid Goudappel is een adviesbureau voor mobiliteitsvraagstukken waar medewerkers dankzij een certificatenregeling al jaren kunnen delen in de winst van het bedrijf. Lees het praktijkverhaal.
Bent u benieuwd of medewerkersaandeelhouderschap iets is voor uw organisatie? Dan is het goed om onderstaand menu met voor- en nadelen goed door te lopen.