Wat werkgevers doen met de krappe arbeidsmarkt

Vier op de vijf Nederlandse werkgevers (79 procent) heeft last van de krappe arbeidsmarkt. Dat is een toename van 9 procentpunt vergeleken met eind 2017 (70 procent).

Werkgevers trekken alle registers open als het gaat om het vervullen van vacatures in de huidige krappe arbeidsmarkt: vrijwel alle denkbare immateriële en materiële instrumenten worden gebruikt om medewerkers aan te trekken of te behouden.
De krapte wordt het sterkst gevoeld binnen de functiefamilie techniek (51% van de werkgevers) gevolgd door productie (28%) en ICT (27%). Vooral het tekort aan technici en ICT’ers is verder toegenomen, zo blijkt uit vergelijking met onderzoeksresultaten uit 2008.
De krapte ‘schuift’ omhoog wat betreft opleidingsniveau en wordt nu het sterkst gevoeld bij HBO-niveau. In 2008 was dat nog MBO.

Instrumentarium
Van de financiële instrumenten is hoger inschalen onder werkgevers de populairste maatregel om mensen aan te trekken of te binden (68 procent). Als werkgevers extra betalen dan betekent dat gemiddeld 8,5 procent extra salaris voor de nieuwkomer. De percentages 5 en 10 aan extra loon zijn daarbij de norm. Opmerkelijk is het percentage werkgevers dat zittend personeel een aanbrengpremie geeft voor het werven van een nieuwe collega: 62 procent. De variatie in hoogte van deze beloning is enorm.
Immateriële instrumenten lijken aan populariteit te hebben gewonnen. Het aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden (76 procent van de werkgevers past dit toe) is populair om nieuwe medewerkers aan te trekken of huidige vast te houden. Verder wordt het vaste contract veelvuldig ingezet om mensen aan te trekken of te binden: 63 procent van de werkgevers doet dit.

2008 en 2017
In dit verslag zijn de onderzoeksresultaten vergeleken – voor zover mogelijk – met een vergelijkbare enquête uit 2008 toen aan de vooravond van de economische crisis de arbeidsmarkt ook zeer krap was. Verder zijn op enkele plaatsen vergelijkingen gemaakt met resultaten van een enigszins anders opgezet onderzoek van eind 2017 – aan het begin van de huidige arbeidsmarktkrapte.