13 februari 2020

Drie werkgevers aan het woord over Borstlap

Het eindrapport van de commissie Regulering van werk onder leiding van Hans Borstlap bevat veel voorstellen voor een grondige hervorming van de arbeidsmarkt. We zien eerdere AWVN-voorstellen, terug in het rapport, wat ons verheugt, maar we zien ook aandachtspunten – bijvoorbeeld als het gaat om de aantrekkingskracht van het werkgeverschap.
Maar wat vinden werkgevers zelf eigenlijk van de voorstellen die Borstlap doet? Drie AWVN-leden aan het woord.

 

Over rapport van Borstlap
Marjolein ten Hoonte

Marjolein ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt en MVO Randstad
Wat valt u op in het rapport van de commissie-Borstlap?
De commissie-Borstlap heeft oplossingen voor de knelpunten op de arbeidsmarkt vooral gezocht in wet- en regelgeving, de systeemwereld. Ik zie de leefwereld van werkenden daar te weinig in terug. Een werkende wil niet alleen dat het goed geregeld is voor zijn huidige baan. Hij wil ook steeds weer opnieuw werk kunnen vinden, een loopbaan kunnen vormgeven. Dat deel mag veel beter worden uitgewerkt.
Een baan voor het leven kunnen werkgevers allang niet meer beloven, maar we kunnen er wel aan bijdragen dat een werkende zich ontwikkelt en daardoor steeds aansluiting blijft vinden op de arbeidsmarkt.

Wat is voor uw sector het meest ingrijpende voorstel uit het rapport?
Mooi is dat het rapport een massief blok van goed geregeld werk voorstelt, de drie rijbanen op de arbeidsmarkt: vast werk, zelfstandig ondernemerschap en uitzenden. Voor een werkgever is het van belang dat hij zijn aanpassingsvermogen kan organiseren en tegelijk een goede werkgever kan zijn, ook al heeft hij geen baan voor het leven meer te bieden.
Werkenden hebben werk en inkomen nodig. Wie dat niet heeft, of niet meer op z’n plek zit, heeft vooral een opstap naar werk of een overstap naar ander werk nodig. Dat is waar onze sector goed in is. Wij weten wat de kansrijke functies zijn en welke vaardigheden daarvoor nodig zijn. En wij kunnen als geen ander zorgen voor een goede match tussen mensen en banen.
De commissie wil nu allerlei grenzen stellen aan het inhuren van flexibele en tijdelijke krachten. Om dat in de praktijk te brengen, moet je een enorm hekwerk aan regels optuigen. Dat gaat niet werken en is ook niet in het belang van de mensen om wie het gaat. Ik vind dat er teveel is gedacht vanuit de oude wereld, waarin een vast contract het uitgangspunt is, met daarbinnen enige beweeglijkheid. Het is goed om te zeggen: deze drie vormen van werk willen we goed geregeld hebben. De uitdaging is nu om voor de toekomst regulering te bedenken die zowel werknemers en werkgevers als de instituties goed past.

Over rapport van Borstlap
Reinier Rutjens

Reinier Rutjens, directeur WENB
Wat valt u op in het rapport van de commissie-Borstlap?
Het trof mij het meest dat de commissie kennisveroudering niet alleen als een individueel, maar ook als een maatschappelijk risico bestempelt. Ik vind het goed dat het zo wordt benoemd.
Voor risico’s als arbeidsongeschiktheid, ziekte en langer leven wordt in de cao al van alles geregeld. Daar gaat veel geld in om, denk aan pensioenpremies en arbeidsongeschiktheidsdekking. Om het risico van kennisveroudering af te dekken, maken we ook mooie afspraken over budgetten voor duurzame inzetbaarheid, maar daar gaat toch beduidend minder geld naartoe.
En dan is het ook nog zo dat werknemers die budgetten te weinig benutten. Dat ligt niet alleen aan hen, soms hebben ze een duwtje in de rug nodig. Werkgevers kunnen duurzame inzetbaarheid beter agenderen en faciliteren. Dat ze dan mensen zouden opleiden voor de concurrentie, vind ik oud denken. Daar moeten we snel afscheid van nemen. Ik geloof er echt in dat het vergroten van de weerbaarheid van werkenden uiteindelijk ook de wendbaarheid van organisaties ten goede komt.

Wat is voor uw sector het meest ingrijpende voorstel uit het rapport?
Dat vind ik moeilijk te zeggen, aangezien we verschillende sectoren zoals afval, energie, telecom en drinkwater vertegenwoordigen. Maar ik denk dat alle sectoren last zouden krijgen van de harde aanpak van flexibele arbeid. Die vorm van werk wordt dubbel belemmerd. Aan de ene kant wil de commissie door beprijzing een eerlijk speelveld creëren, wat ik op zich een goed idee vind. Aan de andere kant wordt flexibiliteit bijna onmogelijk gemaakt, door het vaste contract als hoofdroute te kiezen. Er staat te weinig flexibiliteit binnen het vaste contract tegenover om dit goed te praten. Ik vraag me ook af of dit de flexibiliteit is waar bedrijven behoefte aan hebben; je houdt alleen uitzendwerk over.
Zo gaan we voorwaarts naar het verleden. Het is in mijn ogen een ontkenning van de diversiteit in flexibele arbeid en de behoefte aan flexibiliteit die verder gaat dan piek en ziek. De balans is nu doorgeschoten naar het vaste contract.

Over rapport van Borstlap
Heleen Kuijten

Heleen Kuijten, HR-directeur Schiphol Group
Wat valt u op in het rapport van de commissie-Borstlap?
Er staan veel goede voorstellen voor hervormingen in het rapport, maar het zijn tegelijk veel voorstellen die uiteindelijk in het arbeidsvoorwaardenoverleg moeten worden uitonderhandeld. Ik snap dat de commissie het heeft over doorgeslagen flexibilisering. Met z’n allen moeten we bekijken hoe we dat anders kunnen regelen. Het spreekt me zeer aan dat flexwerkers meer vastigheid moeten krijgen. Jongeren moeten een mooie toekomst kunnen opbouwen, daar hoort een bepaalde mate van zekerheid bij.
Dat mensen langer moeten werken en dat we dus iets voor duurzame inzetbaarheid moeten regelen, is duidelijk. Maar hoe krijg je het voor elkaar dat werkend Nederland gaat inzien hoe belangrijk dit is? Wij waren één van de eerste werkgevers met een individueel opleidingsbudget. Als je ziet hoeveel moeite wij ervoor hebben gedaan om dat onder de aandacht te brengen en hoe weinig gebruik ervan wordt gemaakt. Mensen wenden dat budget nog wel aan om eerder met pensioen te gaan, maar dat heeft niks met opleiding of ontwikkeling te maken. Daar is echt een andere mindset voor nodig. Hoe zorgen we daarvoor?

De commissie regulering van Werk (ook Commissie Borstlap genoemd) presenteerde op 23 januari 2020 haar eindrapport In wat voor land willen wij werken? Naar een nieuw ontwerp voor de regulering van werk. Het kabinet heeft deze commissie ingesteld om advies uit te brengen over hoe de regels rond werk – denk aan arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit – er in Nederland uit moeten zien. Hier kunt u lezen wat AWVN van het rapport vindt.

Wat is voor uw sector het meest ingrijpende voorstel uit het rapport?
De grondgedachte dat je een werknemer bent, tenzij… Het is fijn als flexwerkers meer vastigheid krijgen, maar in zo’n seizoensgebonden industrie als de luchtvaart is dat ook een enorme uitdaging. Onze partners werken heel veel met uitzend- en oproepkrachten. Als dat wordt bemoeilijkt, vraagt dat om een heel andere manier van werken in onze sector.
Ik vind die grondgedachte ook wat paternalistisch. Bij ons werken veel zzp’ers die heel blij zijn met deze manier van werken. Er zijn studenten die een tijdelijke baan voor nu prima vinden, mensen die nog helemaal niet op zoek zijn naar vastigheid. En zeker, er zijn ook mensen die van jaarcontract naar jaarcontract gaan, terwijl ze juist zekerheid willen. De drie rijbanen die Borstlap voorstelt, geven misschien duidelijkheid, maar het is de vraag of je die doorgeslagen flexibilisering hiermee oplost. Het lijkt nu of je alleen maar een vaste of een flexibele medewerker kunt zijn, terwijl we meer flexibiliteit in contractvormen zouden moeten realiseren. Naar die balans moeten we zoeken.

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden