‘De teams hoeven niet langer te bestaan uit mensen die hetzelfde werk kunnen, maar uit mensen die elkaar juist aanvullen’

Hoe het Amsterdam UMC met baancreatie meerdere problemen oploste

De coronaperiode heeft Nederland iets heel duidelijk gemaakt. Namelijk dat het hebben van voldoende gekwalificeerde verpleegkundigen, letterlijk van levensbelang is. Maar de realiteit is dat we in 2022 een tekort aan ruim 100 duizend verpleegkundigen verwachten. En dat is niet eens de enige uitdaging. De zorg is duur, middelen zijn schaars. Hoe krijgen we de zorg toekomstbestendig? Je denkt met het oog op de druk op de kosten misschien niet direct aan meer personeel in dienst nemen. Toch is dat precies wat Astrid Bijl voor het Amsterdam UMC wél heeft gedaan.

De vraag naar zorg stijgt al jaren, maar dat geldt dus helaas niet voor de personele bezetting. Daar moeten we iets mee en wel nu, vond Astrid Bijl, hoofdverpleegkundige bij Amsterdam UMC. Want als de zorg het straks niet meer aan kan, is er geen tijd meer om aan structurele oplossingen te werken.

Zorgprocessen verbeteren

Astrid nam de zorgprocessen en de taken van haar collega’s op de afdeling Cardiothoracale chirurgie goed onder de loep. Wat bleek? Veel medewerkers waren druk met taken die absoluut belangrijk waren, maar niet per se in het takenpakket van hoogopgeleid personeel thuishoorden. Ze hielden zich bezig met veel verschillende werkzaamheden, waardoor afleiding – en daarmee fouten – op de loer lagen. “Met behulp van de zogenaamde DMAIC-methode hebben we alle verstorende situaties in kaart gebracht”, vertelt Astrid. “Vervolgens hebben we een nieuw zorgproces ontworpen en teams op een andere manier samengesteld. Het doel was om taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo goed mogelijk laten matchen met de talenten, ambities en wensen van medewerkers. De teams hoeven dan niet langer te bestaan uit allemaal mensen die hetzelfde werk kunnen, maar uit mensen die elkaar juist aanvullen.” Ze kwamen uit op teams die bestaan uit een mbo-verpleegkundige, een hbo-verpleegkundige en een zorgondersteuner. De zorgondersteuner was een nog niet-bestaande functie waar Astrid nieuwe mensen voor moest vinden.

Statushouders versterken het team

Terwijl de zorg staat te springen om personeel, staat er ook een groep mensen te springen om werk. Zo ook statushouders. Mensen die in het land waaruit ze zijn gevlucht werkten als verpleegkundige, hebben weliswaar de juiste skills, maar vaak nog niet de juiste papieren. Astrid zag dit niet als een belemmering, maar als een kans die voor alle betrokkenen wel eens goed uit zou kunnen pakken. Ze besloot de rol van zorgondersteuner in te laten vullen door statushouders. “Ondertussen leerden ze de arbeidscultuur kennen, leerden ze hun professionele Nederlands en kregen ze de kans om aan hun bevoegd- en bekwaamheden te werken”, vertelt Astrid.

Tekst gaat verder onder de video

Win-win situatie

De medewerkers die al langer in dienst zijn, vinden hun nieuwe collega’s een verrijking voor het team. Samen zijn ze verantwoordelijk voor de zorg van ongeveer tien patiënten. Dankzij de betere werkverdeling en scherpe focus, ervaren zij een minder hoge werkdruk en ontstaat er ruimte om de zorg (nog) beter laten aansluiten op de behoefte van patiënten. Hoewel het baancreatieproject in eerste instantie vooral een probleem moest oplossen, is het ook nog eens een win-win situatie gebleken. Statushouders die doorgaans moeilijk aan werk komen hebben een baan en de gehele organisatie profiteert van een team met een grotere diversiteit aan mensen en hun talenten. Astrid: “Die diversiteit op de werkvloer creëert een open cultuur, waarbij je je over en weer mag verwonderen en van elkaar kunt leren. Het geeft een veilig leerklimaat. Niet alleen voor de statushouders, maar ook voor studenten en nieuwe medewerkers.”

Voorbeeld: Verpleegkundige Anne werkt op een chirurgische afdeling. Ze wil haar patiënt nog even zien. Maar er moeten nog wat laatste controles plaatsvinden en de medicatie moet ook op tijd worden gedeeld. Wat is het fijn dat haar collega-zorgondersteuner de eerste zorgvragen en alle controles oppakt, terwijl zij zich kan verdiepen in de patiënt.

Beter is niet altijd duurder

En om nog even terug te komen op de kosten… Doordat de verpleegkundigen zich alleen nog richten op hun primaire taken en de zorgondersteuners voor meer handen aan het bed zorgen, levert dat een besparing van 150 duizend euro per jaar op. En dankzij het vrijspelen van een deel van de verpleegkundigen, kregen zij de kans om zich met vervolgopleidingen verder te specialiseren binnen het Amsterdam UMC. Het ziekenhuis werkt hiermee dus écht aan haar toekomstperspectief. Astrid gunt meer organisaties deze professionaliseringsslag. In het project Anders organiseren van werk van AWVN worden netwerken opgezet, zodat ook andere werkgevers hiermee aan de slag kunnen. Mét begeleiding. Astrid zal vanuit haar eigen ervaring het netwerk voor de zorgsector coördineren. “We willen heel erg aansluiten op de behoefte van werkgevers. En ik wil het vooral niet benaderen als iets heel groots. Soms kun je met kleine veranderingen een groot effect bereiken. Alleen al door ermee te beginnen, zet je als werkgever een belangrijke stap!”

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden