Ontslagregeling

De Ontslagregeling, een uitvloeisel van de Wet werk en zekerheid, bevat regels met betrekking tot ontslag (in het bijzonder ontslag om bedrijfseconomische redenen) en de transitievergoeding. Nadere uitvoeringsregels zijn opgenomen in de Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen.

De Ontslagregeling geeft voornamelijk de regels die gelden bij ontslagen om bedrijfseconomische redenen (reorganisaties). Voor het grootste gedeelte zijn deze gelijk aan de regels zoals die voor de Wwz waren opgenomen in het Ontslagbesluit en de Beleidsregels ontslagtaak UWV, zij het dat zij soms wat anders geformuleerd zijn. De regels bijvoorbeeld met betrekking tot bedrijfsvestiging, deeltijdontslag, herplaatsing, het afspiegelingsbeginsel en uitwisselbare functies zijn niet nieuw. Ook de reeds ingevoerde mogelijkheid voor de zorgsector om niet per bedrijfsvestiging, maar per gemeente af te spiegelen, komt in de Ontslagregeling terug. Dit evenals de opzeggingsgronden voor de payrollwerknemer.

Nieuw zijn regels met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden, de redelijke termijn die bij herplaatsing in acht moet worden genomen, de peildatum voor afspiegeling, de samentelling van een onderbroken reeks contracten en het alternatief afspiegelingsbeginsel.

Bij uitbesteden van werkzaamheden geldt sinds de invoering van de Wwz dat geen toestemming voor ontslag zal worden verleend als de werkzaamheden feitelijk niet wijzigen. Bijvoorbeeld als de werkgever vaste werknemers wil ontslaan, uitsluitend om hen te vervangen door flexibele of goedkopere arbeidskrachten. Ook bij uitbesteding aan schijnzelfstandigen wordt geen toestemming verleend. ‘Echte’ zelfstandigheid zal onder meer moeten worden aangetoond.

Bij de peildatum voor afspiegeling geldt nu dat deze in ieder geval niet mag liggen voor de dag waarop de werknemers over de ophanden zijnde reorganisatie zijn geïnformeerd.

Voor de berekening van de duur van het dienstverband worden nu contracten samengeteld voor zover zij met tussenpozen van niet meer dan 6 maanden onderbroken zijn. Dit geldt bij de ketenbepaling van artikel 7:668a BW en de berekening van de duur van het dienstverband voor de transitievergoeding.

Kleine werkgever
De Ontslagregeling bevat ook de voorwaarden waaraan de kleine werkgever (minder dan 25 werknemers) moet voldoen wil hij een beroep kunnen doen op de speciale regeling voor de berekening van de transitievergoeding bij ontslagen vanwege ernstige financiële problemen.
Bij cao kan ook op verdergaande wijze van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken, mits er dan ook bij cao binnen de onderneming of de bedrijfstak een onafhankelijke ontslagcommissie wordt ingesteld (art. 7:671a lid 2 BW). Deze commissie toetst dan de voorgenomen ontslagen in plaats van UWV. Een dergelijke afwijking van het afspiegelingsbeginsel mag niet strijdig zijn met overige wet- of regelgeving, zoals de gelijke behandelingswetgeving.

Bron Samenvatting en toelichting op de Wet werk en zekerheid, 17/02/2016, Marco Veenstra

Laatste versie Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen
september 2020
Uitvoeringsregels ontslag bedrijfseconomische redenen

Deel dit artikel via: Deel dit artikel via Whatsapp Deel dit artikel via Twitter Deel dit artikel via Facebook Deel dit artikel via Linkedin Deel dit artikel via Mail
aanmelden